Opinie

[Column] Baalzaal

Maandagochtend 1 september om 10.00 uur was de kick-off van de minor technology-based entrepreneurship (TBE). De zestig enthousiaste studenten had ik vooraf gemaild: ‘Maak een naambordje en neem dat mee naar de kick-off.

Het is een eerste test van jullie toewijding. Ieder jaar ben ik weer verbaasd dat een aantal studenten dit ‘is vergeten’. Het belooft niet veel goeds voor de toekomst als dit al te moeilijk is…’ Grote woorden om de studenten op het hart te drukken dat het in de minor TBE menens is. Grote woorden die ik meteen weer beschaamd kon inslikken, met dank aan de roosteraars van de TU Delft.


De nijvere roosteraars hadden mij voor deze kick-off de Grote Pastizaal in Gebouw 12 van DCT aan de Julianalaan toebedeeld. Ik kende die zaal niet maar ‘het zal wel goed zijn’ dacht ik in mijn onnozelheid. Toen ik die zaal betrad, zonk de moed me in de schoenen. De Grote Pastizaal bleek een computerzaal te zijn, gevuld met clusters van tafels waarop vier computers en vier beeldschermen staan. Volstrekt ongeschikt om onderwijs te geven, omdat de helft van de studenten met de rug naar mij toe zit.


Er was ook geen schoolbord, geen whiteboard en geen flipover – niets om op te schrijven, terwijl dat tijdens een college zomaar eens nuttig zou kunnen zijn. De naambordje waren volstrekt onzichtbaar en ook de studenten zelf waren nauwelijks te ontwaren achter al die beeldschermen. Een dramatisch begin van wat een geweldige kick-off had moeten zijn. De bijeenkomst werd afgesloten met een presentatie van een ondernemer die daarvoor speciaal uit Amsterdam was gekomen. Ik kon hem niet eens een stoel aanbieden.


Dat dit geen incident was, bleek twee dagen later toen ik van 8.45 tot 16.30 uur samen met een collega een participant-centered case study leidde. Daarbij moeten de studenten zich inleven in de rol van de protagonisten van een case study en vervolgens met elkaar in discussie gaan. De wakkere roosteraars hadden mij ditmaal veroordeeld tot Studio Classroom 1 in het Fellowship gebouw. Wie schetst mijn verbazing toen dat opnieuw een computerzaal bleek te zijn. Wederom clusters met vier computers en vier beeldschermen.


Om het zicht nóg verder te beperken, beschikt Studio Classroom 1 over een grote hoeveelheid pilaren met als hoogtepunt een enorme houten X-vormig kruis dat midden in de zaal is aangebracht en waarachter ook nog studenten moeten zitten. Het is volstrekt onmogelijk om daar te doceren, laat staan dat je er een participant-centered case study kan leiden. Opnieuw enorme frustratie, opnieuw een blamage, opnieuw een heel slecht signaal naar de studenten.


Er zijn op de hele TU nauwelijks fatsoenlijke collegezalen, want degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn hebben zelf nog nooit college gegeven. Er wordt maar wat aan gerotzooid. Het aantal zitplaatsen lijkt het enige criterium te zijn. De TU Delft moet onmiddellijk investeren in goede collegezalen, dat is een morele verplichting naar de docenten en de studenten. Mijn collega’s en ik weten hoe een goede collegezaal eruit moet zien. Vráág het ons en laat het niet over aan managers en architecten. Laat toch de kok bepalen hoe de keuken eruit moet zien.


Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Columnist Dap Hartmann

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.