Campus

Clown met een traan

We kennen Arjan Ederveen voornamelijk van de televisie. Als Theo van ‘Theo & Thea’, als Lulletje Rozenwater in ‘Kreatief met Kurk’ en als leidend en lijdend voorwerp in de serie namaak-documentaires ’30 Minuten’.

Nu staat hij al een tijdje in het theater met de show ‘De Grote Verdwijntruc’.

Ooit zat Arjan Ederveen naast Kees Prins in de schoolbanken van de theaterschool, later vormde hij met hem het duo De Duo’s. Met hun eerste theaterprogramma’s werden ze gezien als de gedoodverfde opvolgers van Koot en Bie en Neerlands Hoop.

Maar halverwege de jaren tachtig besloten beiden een andere richting op te gaan. Prins’ inspanningen leidden uiteindelijk tot ‘Jiskefet’, Ederveen zette een bril met jampotglazen op het hoofd, schoof een paar konijnentanden onder de bovenlip en vormde zo de helft van het hilarische, soms onbegrijpelijke, maar altijd bijzondere duo Theo & Thea. Humor op z’n Vpro’s (‘Sjongejonge is ’t al begonnen? Heb je wel ‘ns een leverworst gewonnen? Hiep hiep hoera. Theo, Thea’), maar hoe dwaas het kinderprogramma ook was, de eerste aanzetten waren al zichtbaar van Ederveens favoriete bezigheid: de persiflage. Lag het er bij Theo & Thea allemaal nogal dik bovenop, in zijn latere programma’s wordt de persiflage subtieler en subtieler, totdat je haar bijna niet meer van de werkelijkheid kunt onderscheiden. Ederveen toont zich meester in een zeer bijzonder tak van sport: persiflage niet door overdrijving maar door imitatie. De nepdocu’s uit de 30 Minuten-serie zijn zulke nauwgezette kopieën van bestaande programma’s, van de cameravoering tot aan de toon van de voice-over, dat menigeen die halverwege binnenzapt er met beide voeten intuint.

Ederveen beheerst het métier van ’typetjes doen’ tot in de puntjes. Die prachtige aarzelende stemmen, die nog mooiere stiltes en die onzekere oogopslagen en wezenloze blikken. Wat Ederveen op een hilarische manier blootlegt is de tragiek die onder de oppervlakte schuilgaat. En daarmee is hij een moderne Pierrot, de clown met de traan.

Alzheimer

Nu staat Ederveen opnieuw op de planken van het theater, net als in het begin van zijn carrière. En dat niet alleen: zijn samenwerking met Kees Prins is hervat. Prins namelijk, regisseerde de voorstelling waarin naast Ederveen, vier theaterschoolstudenten op het podium staan. De Grote Verdwijntruc heet het vehikel en het vertelt het dramatische verhaal van de geestelijke aftakeling van Thomas van Meckeren, die aan een vorm van Alzheimer leidt. Een alter ego, dat almaar groeit naarmate de hersenen van Thomas krimpen (de oorzaak van zijn geestelijke teloorgang), confronteert hem nog éénmaal met zijn beste en zijn slechtste herinnering,voordat hij deze definitief verliest. Een prachtig onderwerp, dat zich leent voor een gevoelige benadering en speciaal geschikt lijkt voor de tragikomische aanpak van Ederveen.

Helaas pakt het toch niet helemaal goed uit. Het begint met een dansje dat, hoewel het grappig lijkt, het toch niet is en overgaat in een openingsscène die ook niet echt wil overtuigen. En dan zit je al niet lekker, want ergens in je achterhoofd denk je: mijn god, waar moet dit heen? Gaandeweg de voorstelling wordt het publiek wel wat meer door het verhaal meegezogen maar nooit helemaal, zodat er geregeld scènes zijn waar de toeschouwer zich buitengesloten voelt. En dan ontstaat er die verschrikkelijke situatie dat je naar een podium kijkt waarop een paar mensen maar een beetje raar lopen te doen, met plaatsvervangende schaamte als onvermijdelijk gevolg.

Kloof

Hoe komt dat nou? Ligt het aan het programma? De spelers? Het publiek? Dat laatste is een mogelijkheid, want de toeschouwers in de schouwburg van Uden gaven geen kik, op één lastige klant ergens achterin na. De stilte in de zaal was veelzeggend. Ederveen moet opboksen tegen het publiek, dat een soort 30 Minuten verwacht. Maar die verweving van echt en nep is in een theater onmogelijk: nergens is de kloof tussen werkelijk en gespeeld zo groot.

Het programma wringt een beetje. Er zijn prachtige vondsten, in de vorm van poppenspel en decors en er zijn momenten dat de hele handel doodslaat. De onevenwichtigheid tussen meeslepend ontroerend en bijna gênant maakt het moeilijk om onmiddellijk een oordeel te vellen. Dat blijkt al in de pauze, en dat wordt bevestigd bij de garderobe na de show: er wordt bijna niet nagepraat. Pas op weg naar huis vallen de puzzelstukjes van de voorstelling langzaam op hun plaats en daarmee is er dan toch een gelijkenis met 30 Minuten: je beseft achteraf pas wat je gezien hebt.

De Grote Verdwijntruc van Arjan Ederveen wordt nog door heel Nederland opgevoerd. Tournee t/m 1 maart. Voor informatie zie: www.degroteverdwijntruc.nl.

We kennen Arjan Ederveen voornamelijk van de televisie. Als Theo van ‘Theo & Thea’, als Lulletje Rozenwater in ‘Kreatief met Kurk’ en als leidend en lijdend voorwerp in de serie namaak-documentaires ’30 Minuten’. Nu staat hij al een tijdje in het theater met de show ‘De Grote Verdwijntruc’.

Ooit zat Arjan Ederveen naast Kees Prins in de schoolbanken van de theaterschool, later vormde hij met hem het duo De Duo’s. Met hun eerste theaterprogramma’s werden ze gezien als de gedoodverfde opvolgers van Koot en Bie en Neerlands Hoop.

Maar halverwege de jaren tachtig besloten beiden een andere richting op te gaan. Prins’ inspanningen leidden uiteindelijk tot ‘Jiskefet’, Ederveen zette een bril met jampotglazen op het hoofd, schoof een paar konijnentanden onder de bovenlip en vormde zo de helft van het hilarische, soms onbegrijpelijke, maar altijd bijzondere duo Theo & Thea. Humor op z’n Vpro’s (‘Sjongejonge is ’t al begonnen? Heb je wel ‘ns een leverworst gewonnen? Hiep hiep hoera. Theo, Thea’), maar hoe dwaas het kinderprogramma ook was, de eerste aanzetten waren al zichtbaar van Ederveens favoriete bezigheid: de persiflage. Lag het er bij Theo & Thea allemaal nogal dik bovenop, in zijn latere programma’s wordt de persiflage subtieler en subtieler, totdat je haar bijna niet meer van de werkelijkheid kunt onderscheiden. Ederveen toont zich meester in een zeer bijzonder tak van sport: persiflage niet door overdrijving maar door imitatie. De nepdocu’s uit de 30 Minuten-serie zijn zulke nauwgezette kopieën van bestaande programma’s, van de cameravoering tot aan de toon van de voice-over, dat menigeen die halverwege binnenzapt er met beide voeten intuint.

Ederveen beheerst het métier van ’typetjes doen’ tot in de puntjes. Die prachtige aarzelende stemmen, die nog mooiere stiltes en die onzekere oogopslagen en wezenloze blikken. Wat Ederveen op een hilarische manier blootlegt is de tragiek die onder de oppervlakte schuilgaat. En daarmee is hij een moderne Pierrot, de clown met de traan.

Alzheimer

Nu staat Ederveen opnieuw op de planken van het theater, net als in het begin van zijn carrière. En dat niet alleen: zijn samenwerking met Kees Prins is hervat. Prins namelijk, regisseerde de voorstelling waarin naast Ederveen, vier theaterschoolstudenten op het podium staan. De Grote Verdwijntruc heet het vehikel en het vertelt het dramatische verhaal van de geestelijke aftakeling van Thomas van Meckeren, die aan een vorm van Alzheimer leidt. Een alter ego, dat almaar groeit naarmate de hersenen van Thomas krimpen (de oorzaak van zijn geestelijke teloorgang), confronteert hem nog éénmaal met zijn beste en zijn slechtste herinnering,voordat hij deze definitief verliest. Een prachtig onderwerp, dat zich leent voor een gevoelige benadering en speciaal geschikt lijkt voor de tragikomische aanpak van Ederveen.

Helaas pakt het toch niet helemaal goed uit. Het begint met een dansje dat, hoewel het grappig lijkt, het toch niet is en overgaat in een openingsscène die ook niet echt wil overtuigen. En dan zit je al niet lekker, want ergens in je achterhoofd denk je: mijn god, waar moet dit heen? Gaandeweg de voorstelling wordt het publiek wel wat meer door het verhaal meegezogen maar nooit helemaal, zodat er geregeld scènes zijn waar de toeschouwer zich buitengesloten voelt. En dan ontstaat er die verschrikkelijke situatie dat je naar een podium kijkt waarop een paar mensen maar een beetje raar lopen te doen, met plaatsvervangende schaamte als onvermijdelijk gevolg.

Kloof

Hoe komt dat nou? Ligt het aan het programma? De spelers? Het publiek? Dat laatste is een mogelijkheid, want de toeschouwers in de schouwburg van Uden gaven geen kik, op één lastige klant ergens achterin na. De stilte in de zaal was veelzeggend. Ederveen moet opboksen tegen het publiek, dat een soort 30 Minuten verwacht. Maar die verweving van echt en nep is in een theater onmogelijk: nergens is de kloof tussen werkelijk en gespeeld zo groot.

Het programma wringt een beetje. Er zijn prachtige vondsten, in de vorm van poppenspel en decors en er zijn momenten dat de hele handel doodslaat. De onevenwichtigheid tussen meeslepend ontroerend en bijna gênant maakt het moeilijk om onmiddellijk een oordeel te vellen. Dat blijkt al in de pauze, en dat wordt bevestigd bij de garderobe na de show: er wordt bijna niet nagepraat. Pas op weg naar huis vallen de puzzelstukjes van de voorstelling langzaam op hun plaats en daarmee is er dan toch een gelijkenis met 30 Minuten: je beseft achteraf pas wat je gezien hebt.

De Grote Verdwijntruc van Arjan Ederveen wordt nog door heel Nederland opgevoerd. Tournee t/m 1 maart. Voor informatie zie: www.degroteverdwijntruc.nl.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.