Opinie

‘Broddelwerk’ strandt op bedenkelijke conclusies

Behalve het rapport Datema is ook een afstudeerscriptie in boekvorm verschenen over de invoering van de MUB. De Wageningse bestuurskundestudent Timmo Gaasbeek schreef de scriptie ‘Broddelwerk’ als MUB-deskundige bij het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO).

Met de titel suggereert hij dat de invoering van de Modernisering van de Universitaire Bestuursorganisatie een puinhoop is. Dat blijkt niet helemaal waar.

Bij zeven universiteiten is gekozen voor een stelsel van ongedeelde medezeggenschap. Hier was men tevreden over de voormalige u-raad en bestond er weinig aanleiding tot rigoreuze veranderingen. In deze gevallen betekende dat een nieuw, maar krapper jasje voor de oude u-raad.

Bij de overige universiteiten, waaronder de TU Delft, koos men voor een gedeeld model. Personeel en studenten oefenen hierin gescheiden medezeggenschap uit. De gedeelde modellen hebben volgens Gaasbeek meer discussie en geschillen opgeleverd omdat de colleges van bestuur dan vaak ‘een breuk met het verleden’ wensten. In Nijmegen leidde dat tot een opstand van studenten, en later van decanen. In Wageningen gingen de studenten slechts onder protest akkoord met het gedeelde model, en voor de Universiteit Twente moest de geschillencommissie in Woerden zelfs in actie komen. De eerstvolgende zaak die behandeld wordt, speelt in Delft.
Snuit


2 Illustratie: Gripp

Het is boeiend om de Delftse situatie rond de nieuwe bestuursstructuur door een buitenstaander besproken te zien. Gaasbeek constateert dat de gelijktijdige uitvoering van clustering, MOD en MUB ‘niet zonder slag of stoot’ verloopt. Veel geïnterviewden hebben het idee dat bij veranderingen aan de TU eerst over de vorm en pas daarna over de inhoud wordt nagedacht. De opstelling van het college van bestuur is volgens de betrokkenen hiërarchisch, en er wordt te weinig geluisterd naar de instelling. De keuze voor het gedeelde stelsel van medezeggenschap was volgens de Wageningse student dan ook snel gemaakt in Delft.

De ondernemingsraad in Delft heeft volgens Gaasbeek ‘grotere relatieproblemen met het cvb dan de studenten’. En dat is uitzonderlijk, want meestal zijn het juist de studenten die moeilijkheden hebben met het college. De geïnterviewde or-leden hebben het idee dat het college de studenten paait en de or juist negeert, met de bedoeling om hen tegen elkaar uit te spelen. ,,Zelfs de wettelijk verplichte basisinformatie wordt niet gegeven”, zeggen ze.

De tot dan toe interessante en informatieve scriptie ontspoort als de auteur bij de beschrijving van het geschil tussen cvb en studentenraad van TBM alvast een voorschot neemt op het vonnis. Het afkeuren van een faculteitsreglement is ,,formeel gezien niet correct: het cvb mag alleen vooraf richtlijnen geven aan de decanen, en niet achteraf terugdraaien om een andere reden dan strijdigheid met het recht of het algemeen belang, iets dat in dit geval niet aan de orde is.” Daar kan de commissie in Woerden het mee doen.
Lucht

Naarmate het boek vordert, wordt het er bepaald niet beter op met de geloofwaardigheid. In de conclusies en aanbevelingen wil Gaasbeek de eerste uitspraak van de geschillencommissie in Woerden vernietigd zien en stelt serieus voor om de samenstelling van die commissie wijzigen. Maar hij gaat nog verder: ,,Het verdient aanbeveling om de mogelijkheid om te kiezen voor een stelsel van gedeelde medezeggenschap uit de wet te halen.” Dergelijke conclusies volgen niet logisch uit zijn bevindingen en zijn nogal uit de lucht gegrepen.

De dalende lijn in de scriptie wordt voortgezet door taalfouten en kromme zinnen in dit laatste deel. De lezer realiseert zich dat de voorgaande hoofdstukken zorgvuldig geredigeerd zijn door derden, en dat de auteur pas hier zelf aan het woord komt. Dat had Gaasbeek beter achterwege kunnen laten. Het gezag van een afstudeerscriptie wordt behoorlijk ondermijnd door te besluiten met: ,,De olifant met de lange snuit staat al om een hoekje te gluren…”

,

De Wageningse bestuurskundestudent Timmo Gaasbeek schreef de scriptie ‘Broddelwerk’ als MUB-deskundige bij het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). Met de titel suggereert hij dat de invoering van de Modernisering van de Universitaire Bestuursorganisatie een puinhoop is. Dat blijkt niet helemaal waar.

Bij zeven universiteiten is gekozen voor een stelsel van ongedeelde medezeggenschap. Hier was men tevreden over de voormalige u-raad en bestond er weinig aanleiding tot rigoreuze veranderingen. In deze gevallen betekende dat een nieuw, maar krapper jasje voor de oude u-raad.

Bij de overige universiteiten, waaronder de TU Delft, koos men voor een gedeeld model. Personeel en studenten oefenen hierin gescheiden medezeggenschap uit. De gedeelde modellen hebben volgens Gaasbeek meer discussie en geschillen opgeleverd omdat de colleges van bestuur dan vaak ‘een breuk met het verleden’ wensten. In Nijmegen leidde dat tot een opstand van studenten, en later van decanen. In Wageningen gingen de studenten slechts onder protest akkoord met het gedeelde model, en voor de Universiteit Twente moest de geschillencommissie in Woerden zelfs in actie komen. De eerstvolgende zaak die behandeld wordt, speelt in Delft.
Snuit


2 Illustratie: Gripp

Het is boeiend om de Delftse situatie rond de nieuwe bestuursstructuur door een buitenstaander besproken te zien. Gaasbeek constateert dat de gelijktijdige uitvoering van clustering, MOD en MUB ‘niet zonder slag of stoot’ verloopt. Veel geïnterviewden hebben het idee dat bij veranderingen aan de TU eerst over de vorm en pas daarna over de inhoud wordt nagedacht. De opstelling van het college van bestuur is volgens de betrokkenen hiërarchisch, en er wordt te weinig geluisterd naar de instelling. De keuze voor het gedeelde stelsel van medezeggenschap was volgens de Wageningse student dan ook snel gemaakt in Delft.

De ondernemingsraad in Delft heeft volgens Gaasbeek ‘grotere relatieproblemen met het cvb dan de studenten’. En dat is uitzonderlijk, want meestal zijn het juist de studenten die moeilijkheden hebben met het college. De geïnterviewde or-leden hebben het idee dat het college de studenten paait en de or juist negeert, met de bedoeling om hen tegen elkaar uit te spelen. ,,Zelfs de wettelijk verplichte basisinformatie wordt niet gegeven”, zeggen ze.

De tot dan toe interessante en informatieve scriptie ontspoort als de auteur bij de beschrijving van het geschil tussen cvb en studentenraad van TBM alvast een voorschot neemt op het vonnis. Het afkeuren van een faculteitsreglement is ,,formeel gezien niet correct: het cvb mag alleen vooraf richtlijnen geven aan de decanen, en niet achteraf terugdraaien om een andere reden dan strijdigheid met het recht of het algemeen belang, iets dat in dit geval niet aan de orde is.” Daar kan de commissie in Woerden het mee doen.
Lucht

Naarmate het boek vordert, wordt het er bepaald niet beter op met de geloofwaardigheid. In de conclusies en aanbevelingen wil Gaasbeek de eerste uitspraak van de geschillencommissie in Woerden vernietigd zien en stelt serieus voor om de samenstelling van die commissie wijzigen. Maar hij gaat nog verder: ,,Het verdient aanbeveling om de mogelijkheid om te kiezen voor een stelsel van gedeelde medezeggenschap uit de wet te halen.” Dergelijke conclusies volgen niet logisch uit zijn bevindingen en zijn nogal uit de lucht gegrepen.

De dalende lijn in de scriptie wordt voortgezet door taalfouten en kromme zinnen in dit laatste deel. De lezer realiseert zich dat de voorgaande hoofdstukken zorgvuldig geredigeerd zijn door derden, en dat de auteur pas hier zelf aan het woord komt. Dat had Gaasbeek beter achterwege kunnen laten. Het gezag van een afstudeerscriptie wordt behoorlijk ondermijnd door te besluiten met: ,,De olifant met de lange snuit staat al om een hoekje te gluren…”

De Wageningse bestuurskundestudent Timmo Gaasbeek schreef de scriptie ‘Broddelwerk’ als MUB-deskundige bij het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). Met de titel suggereert hij dat de invoering van de Modernisering van de Universitaire Bestuursorganisatie een puinhoop is. Dat blijkt niet helemaal waar.

Bij zeven universiteiten is gekozen voor een stelsel van ongedeelde medezeggenschap. Hier was men tevreden over de voormalige u-raad en bestond er weinig aanleiding tot rigoreuze veranderingen. In deze gevallen betekende dat een nieuw, maar krapper jasje voor de oude u-raad.

Bij de overige universiteiten, waaronder de TU Delft, koos men voor een gedeeld model. Personeel en studenten oefenen hierin gescheiden medezeggenschap uit. De gedeelde modellen hebben volgens Gaasbeek meer discussie en geschillen opgeleverd omdat de colleges van bestuur dan vaak ‘een breuk met het verleden’ wensten. In Nijmegen leidde dat tot een opstand van studenten, en later van decanen. In Wageningen gingen de studenten slechts onder protest akkoord met het gedeelde model, en voor de Universiteit Twente moest de geschillencommissie in Woerden zelfs in actie komen. De eerstvolgende zaak die behandeld wordt, speelt in Delft.
Snuit


2 Illustratie: Gripp

Het is boeiend om de Delftse situatie rond de nieuwe bestuursstructuur door een buitenstaander besproken te zien. Gaasbeek constateert dat de gelijktijdige uitvoering van clustering, MOD en MUB ‘niet zonder slag of stoot’ verloopt. Veel geïnterviewden hebben het idee dat bij veranderingen aan de TU eerst over de vorm en pas daarna over de inhoud wordt nagedacht. De opstelling van het college van bestuur is volgens de betrokkenen hiërarchisch, en er wordt te weinig geluisterd naar de instelling. De keuze voor het gedeelde stelsel van medezeggenschap was volgens de Wageningse student dan ook snel gemaakt in Delft.

De ondernemingsraad in Delft heeft volgens Gaasbeek ‘grotere relatieproblemen met het cvb dan de studenten’. En dat is uitzonderlijk, want meestal zijn het juist de studenten die moeilijkheden hebben met het college. De geïnterviewde or-leden hebben het idee dat het college de studenten paait en de or juist negeert, met de bedoeling om hen tegen elkaar uit te spelen. ,,Zelfs de wettelijk verplichte basisinformatie wordt niet gegeven”, zeggen ze.

De tot dan toe interessante en informatieve scriptie ontspoort als de auteur bij de beschrijving van het geschil tussen cvb en studentenraad van TBM alvast een voorschot neemt op het vonnis. Het afkeuren van een faculteitsreglement is ,,formeel gezien niet correct: het cvb mag alleen vooraf richtlijnen geven aan de decanen, en niet achteraf terugdraaien om een andere reden dan strijdigheid met het recht of het algemeen belang, iets dat in dit geval niet aan de orde is.” Daar kan de commissie in Woerden het mee doen.
Lucht

Naarmate het boek vordert, wordt het er bepaald niet beter op met de geloofwaardigheid. In de conclusies en aanbevelingen wil Gaasbeek de eerste uitspraak van de geschillencommissie in Woerden vernietigd zien en stelt serieus voor om de samenstelling van die commissie wijzigen. Maar hij gaat nog verder: ,,Het verdient aanbeveling om de mogelijkheid om te kiezen voor een stelsel van gedeelde medezeggenschap uit de wet te halen.” Dergelijke conclusies volgen niet logisch uit zijn bevindingen en zijn nogal uit de lucht gegrepen.

De dalende lijn in de scriptie wordt voortgezet door taalfouten en kromme zinnen in dit laatste deel. De lezer realiseert zich dat de voorgaande hoofdstukken zorgvuldig geredigeerd zijn door derden, en dat de auteur pas hier zelf aan het woord komt. Dat had Gaasbeek beter achterwege kunnen laten. Het gezag van een afstudeerscriptie wordt behoorlijk ondermijnd door te besluiten met: ,,De olifant met de lange snuit staat al om een hoekje te gluren…”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.