In 2006, dat is dus nog vóór Mark Rutte minister-president werd, in het jaar dat Twitter werd opgericht en Marco Borsato (die nog niet gecanceld was) met Rood de hitlijsten bestormde, kwam ik, als 18-jarige, aan op de TU Delft. Het Mekelpark bestond nog niet (net als het woord gecanceld trouwens), discussies over de tram waren nog niet aan de orde en er was nog een tunneltje onder het station. Hoewel ik een krappe drie jaar op de TU Delft werk, ben ik er dus al zeventien jaar, af en aan, mee verbonden. Recentelijk begint het me te dagen dat ik hier voordeel uit haal ten opzichte van collega’s die hier niet zijn gevormd en volwassen zijn geworden. Dit roept de vraag op: is hier sprake van een onzichtbare kloof?
Om maar eens te beginnen met een praktisch en metaforisch voorbeeld: ik weet de weg. In de wirwar van gebouw-, verdiepings-, vleugel- en kamernummers weet ik me altijd zonder noemenswaardige moeilijkheden naar de juiste plek te begeven. Of denk bijvoorbeeld aan het algemene jargon en de afkortingen die op de TU Delft gebruikt worden. De acht (of zestien als je de Engelse vertaling meeneemt) afkortingen voor faculteiten heeft iedereen redelijk snel onder de knie, maar we weten allemaal dat het daar niet bij blijft…
Bovenstaande problemen zijn makkelijk op te lossen. Maar deze voorbeelden zijn volgens mij exemplarisch voor een onzichtbare kloof tussen collega’s die al een tijdje op de TU Delft of meer algemeen in het Nederlandse academische systeem meedraaien, en collega’s die deze ervaring niet hebben.
Een Nederlandstalige UD die in Delft heeft gestudeerd staat al 4-0 voor
Weet ik dan alles over het reilen en zeilen van de TU Delft? Zeker niet, maar ik weet wel hoe ik aan de informatie die ik nodig heb kan komen en hoe ik dingen in beweging kan zetten. Kortom, ik weet de spreekwoordelijke weg. En hoewel dit voor de fysieke omgeving op te lossen is met bewegwijzering, is het navigeren door de organisatie en bijbehorende processen een stuk complexer.
Door mijn jaren aan de TU Delft heb ik een voordeel, net als een universiteitsdocent (UD) die in Delft zijn/haar master en/of PhD heeft gedaan. Daarbovenop komen andere voordelen zoals het spreken van de Nederlandse taal, het hebben van een netwerk en het bekend zijn met Nederlandse omgangsvormen. Zo staat een Nederlandstalige UD die in Delft heeft gestudeerd, zonder noemenswaardige moeite, al 4-0 voor. Met een beetje doorzettingsvermogen en assertiviteit kun je die achterstand zeker inlopen, maar het kost je tijd en moeite, die je niet ergens anders aan kan besteden.
Het is belangrijk om deze verschillen te erkennen en waardering te hebben voor de tijd en moeite die mensen erin stoppen om deze verschillen te overbruggen. Daarnaast zouden we wat kunnen doen aan de bewegwijzering, zowel op de campus als bijvoorbeeld op ons intranet. Ten slotte kunnen ook jij en ik een steentje bijdragen. Ik sluit het columnjaar dan ook af met de volgende kerstgedachte: Lijkt een collega een beetje verdwaald? Reik een ander de hand en wijs de weg. En ben je zelf een beetje verdwaald? Kijk om je heen en vraag om hulp! Zo dichten we samen de kloof.
Comments are closed.