Campus

Biefstuk met giftige appels

Nooit meer haastig een burger weghappen om een voorstelling te halen, of een gesloten keuken aantreffen nadat het cabaret is uitgelopen. Theaterrestaurant Toussaint biedt een cabareteske musical tijdens het diner.

Een beetje vreemd, maar wel lekker.

Bedrijfsleider Frans Brinkhuis richtte het theaterrestaurant zeven jaar geleden op. Hij trad daarmee in de voetsporen van Goldmund, sinds jaar en dag gevestigd aan de Nieuwe Schoolstraat in Den Haag. ,,Goldmund is de bakermat van het cabaret tijdens het dineren”, erkent Brinkhuis. Het vulde het gat in de markt echter niet volledig op, want het intieme theaterrestaurant Toussaint, dat verscholen ligt aan een van de grachten aan de rand van het Haagse centrum, zit al sinds het begin ieder weekend vol. De avondvullende voorstellingen zijn vooral geliefd bij bedrijven en vrijgezellenparties.

Het restaurant heeft vier theatergroepen, die afwisselend optreden. Momenteel speelt onder andere de voorstelling ‘Bloed en Tranen’, een uitermate camp koningsdrama. Een klucht eerder, die niet zou misstaan in de Amsterdamse gay-scene.

In het doorgaans weinig hippe Den Haag doet het stuk misschien juist daarom soms een beetje flauw aan. Het verhaal draait om prins Serge. Hij staat op het punt om te trouwen met prinses Saskia, tot grote vreugde van zijn moeder, koningin Josepha. Naast Saskia, heeft echter nog een vrouw haar oog laten vallen op de sukkelige prins. Dat mondt uit in een drama vol tranen, sexy nachtjaponnetjes en giftige appels.

Luchtig

Ondanks het hoge camp-gehalte (al is het maar vanwege Abba’s ‘Dancing Queen’ als herkenningstune), is ‘Bloed en Tranen’ uitermate vermakelijk. Maar, eerlijk is eerlijk, daar dragen de hoeveelheden wijn die tijdens het vier uur durende diner rijkelijk vloeien, aan bij. Bovenal is het stuk, een combinatie van musical en cabaret, luchtig. Dat is wel zo prettig, want het vijf-gangendiner dat het stuk in scènes opdeelt, zou bij een zwaar verhaal een storende factor zijn. En een avond bij Toussaint moet juist een combinatie van lekker eten met theater zijn.

,,We willen het publiek zijn sores laten vergeten”, aldus Josepha Hulsbergen, die de koningin speelt. ,,Onze voorstellingen moeten een slap verhaaltje zijn (doorgaans bedacht door artistiek leidster Susanne Kuylenburg en uitgewerkt door de spelers-JB), met muziek als uitgangspunt. We willen het publiek helemaal geen boodschap meegeven. De mensen moeten echt ontspannen.”

Onzekerheid

Jammer is echter dat de acteer- en zangprestaties van de meeste spelers te wensen overlaten. De acteurs van ‘Bloed en Tranen’ hebben geen theateropleiding en zijn min of meer van straat geplukt. Zo droomde Serge Bosman (prins Serge) al sinds zijn jeugd aan de Toussaintkade van een carrière bij het theaterrestaurant. Na wat acteerwerk bij het Haagse jeugdtheater Pierrot, liep hij op een dag op goed geluk binnen. Monique van Merwijk, in de rol van de konkelende minnares van de prins, schreef een brief, nadat ze wat stand-up comedy-ervaring had opgedaan bij de Comedy Club in Amsterdam.

Dat gebrek aan opleiding of ervaring is te merken. Bosman heeft het voordeel dat hij letterlijk de lach aan zijn kont heeft hangen dankzij zijn uitgesproken prethoofd. Van Merwijk heeft echter te lijden onder haar onzekerheid. Voordat ze, aan het eind van het programma, aan Anouks ‘Are U kidding me’ begint, roept ze: ,,Ik kan dit niet!”, waarna ze (niet de eerste keer in het programma) onherroepelijk de mist in gaat. Ze wordt enigszins gered door Gerie Leijsen (prinses Saskia), die qua stem uitblinkt. Hulsbergen, die in het achtergrondkoor van Marco Borsato zong tot vlak voor zijn grote doorbraak, steekt echter met kop en schouders boven haar medespelers uit, met name in haar vertolking van de disco-klassieker ‘Think’.

De twee nummers vormen de feestelijke afsluiting van ‘Bloed en Tranen’, maar zouden beter tot hun recht komen wanneer alle spelers een goede stem hadden. Leuk is wel dat de popliedjes die tijdens het stuk aan bod komen, een feest der herkenning zijn. ‘My name is Prince’, van Prince, krijgt een grappige draai wanneer het in deze klucht wordt gebruikt. Terloops halen de spelers ook nummers van Boudewijn de Groot (‘Ben ik te min’), Brandy & Monica (‘The boy is mine’) en Acda & De Munnik (‘Niet of nooit geweest’) aan.

Al met al is een avondje Theaterrestaurant Toussaint een ontspannend en vooral origineel avondje uit. Het (wat prijzige) eten, met name de pastrami met gemarineerde champignons, verdient een speciale vermelding en de knusse omgeving van het theatertje doet je vergeten dat je in het momenteel wat kille en saaie Den Haag bent. En misschien moet je tijdens een avondje Toussaint helemaal niet meer willen dan dat.

‘Bloed en Tranen’ is nog anderhalf jaar te zien, o.a op zaterdag 16 en donderdag 21 sept. Boekingen: 070 360 93 24. (vanaf f 99,50)

Nooit meer haastig een burger weghappen om een voorstelling te halen, of een gesloten keuken aantreffen nadat het cabaret is uitgelopen. Theaterrestaurant Toussaint biedt een cabareteske musical tijdens het diner. Een beetje vreemd, maar wel lekker.

Bedrijfsleider Frans Brinkhuis richtte het theaterrestaurant zeven jaar geleden op. Hij trad daarmee in de voetsporen van Goldmund, sinds jaar en dag gevestigd aan de Nieuwe Schoolstraat in Den Haag. ,,Goldmund is de bakermat van het cabaret tijdens het dineren”, erkent Brinkhuis. Het vulde het gat in de markt echter niet volledig op, want het intieme theaterrestaurant Toussaint, dat verscholen ligt aan een van de grachten aan de rand van het Haagse centrum, zit al sinds het begin ieder weekend vol. De avondvullende voorstellingen zijn vooral geliefd bij bedrijven en vrijgezellenparties.

Het restaurant heeft vier theatergroepen, die afwisselend optreden. Momenteel speelt onder andere de voorstelling ‘Bloed en Tranen’, een uitermate camp koningsdrama. Een klucht eerder, die niet zou misstaan in de Amsterdamse gay-scene.

In het doorgaans weinig hippe Den Haag doet het stuk misschien juist daarom soms een beetje flauw aan. Het verhaal draait om prins Serge. Hij staat op het punt om te trouwen met prinses Saskia, tot grote vreugde van zijn moeder, koningin Josepha. Naast Saskia, heeft echter nog een vrouw haar oog laten vallen op de sukkelige prins. Dat mondt uit in een drama vol tranen, sexy nachtjaponnetjes en giftige appels.

Luchtig

Ondanks het hoge camp-gehalte (al is het maar vanwege Abba’s ‘Dancing Queen’ als herkenningstune), is ‘Bloed en Tranen’ uitermate vermakelijk. Maar, eerlijk is eerlijk, daar dragen de hoeveelheden wijn die tijdens het vier uur durende diner rijkelijk vloeien, aan bij. Bovenal is het stuk, een combinatie van musical en cabaret, luchtig. Dat is wel zo prettig, want het vijf-gangendiner dat het stuk in scènes opdeelt, zou bij een zwaar verhaal een storende factor zijn. En een avond bij Toussaint moet juist een combinatie van lekker eten met theater zijn.

,,We willen het publiek zijn sores laten vergeten”, aldus Josepha Hulsbergen, die de koningin speelt. ,,Onze voorstellingen moeten een slap verhaaltje zijn (doorgaans bedacht door artistiek leidster Susanne Kuylenburg en uitgewerkt door de spelers-JB), met muziek als uitgangspunt. We willen het publiek helemaal geen boodschap meegeven. De mensen moeten echt ontspannen.”

Onzekerheid

Jammer is echter dat de acteer- en zangprestaties van de meeste spelers te wensen overlaten. De acteurs van ‘Bloed en Tranen’ hebben geen theateropleiding en zijn min of meer van straat geplukt. Zo droomde Serge Bosman (prins Serge) al sinds zijn jeugd aan de Toussaintkade van een carrière bij het theaterrestaurant. Na wat acteerwerk bij het Haagse jeugdtheater Pierrot, liep hij op een dag op goed geluk binnen. Monique van Merwijk, in de rol van de konkelende minnares van de prins, schreef een brief, nadat ze wat stand-up comedy-ervaring had opgedaan bij de Comedy Club in Amsterdam.

Dat gebrek aan opleiding of ervaring is te merken. Bosman heeft het voordeel dat hij letterlijk de lach aan zijn kont heeft hangen dankzij zijn uitgesproken prethoofd. Van Merwijk heeft echter te lijden onder haar onzekerheid. Voordat ze, aan het eind van het programma, aan Anouks ‘Are U kidding me’ begint, roept ze: ,,Ik kan dit niet!”, waarna ze (niet de eerste keer in het programma) onherroepelijk de mist in gaat. Ze wordt enigszins gered door Gerie Leijsen (prinses Saskia), die qua stem uitblinkt. Hulsbergen, die in het achtergrondkoor van Marco Borsato zong tot vlak voor zijn grote doorbraak, steekt echter met kop en schouders boven haar medespelers uit, met name in haar vertolking van de disco-klassieker ‘Think’.

De twee nummers vormen de feestelijke afsluiting van ‘Bloed en Tranen’, maar zouden beter tot hun recht komen wanneer alle spelers een goede stem hadden. Leuk is wel dat de popliedjes die tijdens het stuk aan bod komen, een feest der herkenning zijn. ‘My name is Prince’, van Prince, krijgt een grappige draai wanneer het in deze klucht wordt gebruikt. Terloops halen de spelers ook nummers van Boudewijn de Groot (‘Ben ik te min’), Brandy & Monica (‘The boy is mine’) en Acda & De Munnik (‘Niet of nooit geweest’) aan.

Al met al is een avondje Theaterrestaurant Toussaint een ontspannend en vooral origineel avondje uit. Het (wat prijzige) eten, met name de pastrami met gemarineerde champignons, verdient een speciale vermelding en de knusse omgeving van het theatertje doet je vergeten dat je in het momenteel wat kille en saaie Den Haag bent. En misschien moet je tijdens een avondje Toussaint helemaal niet meer willen dan dat.

‘Bloed en Tranen’ is nog anderhalf jaar te zien, o.a op zaterdag 16 en donderdag 21 sept. Boekingen: 070 360 93 24. (vanaf f 99,50)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.