Campus

Apen en zinkende onderzeeërs

De gevestigde orde van de intelligentsia nam het afgelopen dinsdag op tegen Delfts aanstormend intellect. De Delftse promovendi-vereniging Promood bracht vier hoogleraren en vier promovendi bijeen om hun tanden te zetten in de vragen van de Nationale Wetenschapsquiz 2000.

Het professorenpanel zou het makkelijk moeten hebben met professor Kroonenberg % vorig jaar winnaar – en filosofie-professor Kroes, ,,voor de noodzakelijke brede blik”, aldus Promood-voorzitter en quizmaster Vaessen. Of een brede blik en resultaten uit het verleden garanties voor de toekomst bieden, zal pas bij de tv-uitzending op 24 december blijken.

De eerste vraag is een binnenkomertje voor iedere TU’er. Iedereen die de wet van de opwaartse kracht kan toepassen, weet wat er met een net onder het wateroppervlak hangende ballon gebeurt als je deze een duwtje naar beneden geeft. Na een minuut discussietijd zijn beide panels het erover eens dat hij zinkt. Door de grotere druk wordt de ballon kleiner en daarmee de opwaartse kracht kleiner, terwijl zijn eigen massa gelijk blijft. Kernenergie-professor Van der Hagen weet te vermelden dat duikboten daarom altijd omhoog bij moeten sturen, anders zinken ze.

Ook de vraag wat er met een boterhamzakje gevuld met water gebeurt als deze boven een vlam wordt gehouden levert in geen van beide kampen problemen op. De argumentaties verschillen nog maar dat maakt bij multiple choice % in tegenstelling tot echte wetenschap % niet uit. De promovendi zeggen dat het water het zakje koelt en daarmee behoedt voor verbranden, terwijl Bouwkunde-professor De Jong denkt dat het zakje helemaal niet kan verbranden omdat de vlam alle zuurstof al heeft gebruikt. De proef op de som laat zien dat het zakje inderdaad heel blijft.

Heel wat lastiger is de on-Delftse vraag welke van de drie kind-apen sociaal het hoogst in aanzien staat als hun moeder overlijdt. De promovendi klagen over deze ’totaal zinloze vraag’ en bij de professoren is de consensus van zonet ver te zoeken gezien de bordjes A, B en C die voor ze staan. Ook Kroes brengt geen uitsluitsel maar constateert dat de vraag eigenlijk is wie het sterkste panellid is. Dan wordt de zaal, voornamelijk gevuld met promovendi, er maar bij geroepen. Ook die weet het niet. Dan is er nog het laatste redmiddel: de vraagstelling is niet goed. De Jong: ,,De oudste is een tijd enig kind geweest, heeft toen zichzelf bezig moeten houden en is zodoende sterker. Maar is ‘sterker’ hetzelfde als ‘hoger in aanzien staan’?” Kroonenberg motiveert hun uiteindelijke keuze voor de oudste aap als ‘hoogst in aanzien staand kind’: ,,We hebben onze menselijke ervaring op de apen geprojecteerd.” De aankondiging van nog een technische vraag doet beide panels opgelucht adem halen.

De gevestigde orde van de intelligentsia nam het afgelopen dinsdag op tegen Delfts aanstormend intellect. De Delftse promovendi-vereniging Promood bracht vier hoogleraren en vier promovendi bijeen om hun tanden te zetten in de vragen van de Nationale Wetenschapsquiz 2000. Het professorenpanel zou het makkelijk moeten hebben met professor Kroonenberg % vorig jaar winnaar – en filosofie-professor Kroes, ,,voor de noodzakelijke brede blik”, aldus Promood-voorzitter en quizmaster Vaessen. Of een brede blik en resultaten uit het verleden garanties voor de toekomst bieden, zal pas bij de tv-uitzending op 24 december blijken.

De eerste vraag is een binnenkomertje voor iedere TU’er. Iedereen die de wet van de opwaartse kracht kan toepassen, weet wat er met een net onder het wateroppervlak hangende ballon gebeurt als je deze een duwtje naar beneden geeft. Na een minuut discussietijd zijn beide panels het erover eens dat hij zinkt. Door de grotere druk wordt de ballon kleiner en daarmee de opwaartse kracht kleiner, terwijl zijn eigen massa gelijk blijft. Kernenergie-professor Van der Hagen weet te vermelden dat duikboten daarom altijd omhoog bij moeten sturen, anders zinken ze.

Ook de vraag wat er met een boterhamzakje gevuld met water gebeurt als deze boven een vlam wordt gehouden levert in geen van beide kampen problemen op. De argumentaties verschillen nog maar dat maakt bij multiple choice % in tegenstelling tot echte wetenschap % niet uit. De promovendi zeggen dat het water het zakje koelt en daarmee behoedt voor verbranden, terwijl Bouwkunde-professor De Jong denkt dat het zakje helemaal niet kan verbranden omdat de vlam alle zuurstof al heeft gebruikt. De proef op de som laat zien dat het zakje inderdaad heel blijft.

Heel wat lastiger is de on-Delftse vraag welke van de drie kind-apen sociaal het hoogst in aanzien staat als hun moeder overlijdt. De promovendi klagen over deze ’totaal zinloze vraag’ en bij de professoren is de consensus van zonet ver te zoeken gezien de bordjes A, B en C die voor ze staan. Ook Kroes brengt geen uitsluitsel maar constateert dat de vraag eigenlijk is wie het sterkste panellid is. Dan wordt de zaal, voornamelijk gevuld met promovendi, er maar bij geroepen. Ook die weet het niet. Dan is er nog het laatste redmiddel: de vraagstelling is niet goed. De Jong: ,,De oudste is een tijd enig kind geweest, heeft toen zichzelf bezig moeten houden en is zodoende sterker. Maar is ‘sterker’ hetzelfde als ‘hoger in aanzien staan’?” Kroonenberg motiveert hun uiteindelijke keuze voor de oudste aap als ‘hoogst in aanzien staand kind’: ,,We hebben onze menselijke ervaring op de apen geprojecteerd.” De aankondiging van nog een technische vraag doet beide panels opgelucht adem halen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.