Hard werken wordt niet altijd beloond. Soms wordt het zelfs zwaar bestraft. Repetitive strain injury (rsi) leerde Wouter Harteveld om zijn lichaam te respecteren.
/strong>
,,De huidige aanpak van rsi richt zich te veel op de werkplek en te weinig op gedragsverandering. Men koopt wel goed meubilair en anti-rsi software, maar hangt vervolgens veertien uur zonder pauze achter zijn computer. Je moet het probleem op alle gebieden aanpakken, anders helpt het niet.” Hier spreekt geen arbo-medewerker, maar een promovendus die meer over de muisarm weet dan de gemiddelde bedrijfsarts. Meer dan hemzelf lief is.
Wouter Harteveld (26) is een ervaringsdeskundige op het gebied van de veelbesproken kwaal. Bijna anderhalf jaar maakte de ziekte het hem onmogelijk om te werken. Op het dieptepunt kon de jonge natuurkundige zelfs helemaal niets meer. Elke spier in zijn lichaam deed pijn. Harteveld wordt niet graag aan deze periode herinnerd. ,,Ik kan weer wat werken en sporten, dus ik kijk liever vooruit.” Hij benadrukt dat de zwaarte van zijn klachten zeer uitzonderlijk was, want hij wil geen paniek zaaien. Maar wie zijn verhaal kent, neemt rsi wel serieus.
Sinds kort werkt Harteveld weer enkele uren per week op het Kramers Laboratorium, waar hij eind 1998 noodgedwongen vertrok. ,,Zolang ik naar mijn werk kon fietsen, kwam ik. Maar in december lukte het fietsen me niet meer.” In de acht maanden daarvoor was de rsi geëvolueerd van kriebels in de pezen van zijn handen tot ,,een gevoel alsof ik op een spijkerbed liep.”
Kriebels
In januari 1998 startte de afgestudeerde natuurkundige zijn promotieonderzoek. Hij was net terug van een reis van twee maanden naar Nepal. Een reis om bij te komen van zijn afstudeerwerk, waarvoor hij op het laatst soms wel twaalf uur per dag achter zijn computer zat. Terug op het lab pikte hij het computerwerk weer snel op. ,,Buiten mijn onderzoekswerk moest ik ook een programmaboekje voor een congres uittypen. De deadlines daarvoor waren onhaalbaar.”
In maart kreeg hij kriebels in zijn handen en een stijve nek. ,,Dat was een heel onschuldige pijn, niets om me over druk te maken.” Nooit eerder had hij klachten gehad. Het enige wat hij over rsi wist, was dat er tijdens zijn afstuderen een onderzoeker van het lab door de kwaal in de ziektewet was beland. Harteveld verbeterde zijn zithouding achter de computer, maar de klachten namen toe. Kriebel in hand en onderarm werden pijn en na een maand hield de pijn ook aan als hij al uren niet meer achter de computer zat, en daarna zelfs in het weekend.
,,Als reactie ging ik met beide handen om en om muizen. Ook verving ik muisklikken door toetsaanslagen. Dat waren tips die iedereen me goedbedoeld gaf.” Het enige effect was dat nu ook zijn andere arm pijn begon te doen.
De promovendus wijst op de spraakverwarring rond rsi. ,,Ik vermeedhet gebruik van de muis, omdat de klacht ‘muisarm’ heet, maar in Amerika heet hij juist ’typing injury’. Een ander voorbeeld is de bekende term repetitive strain injury. Die legt de nadruk op het gevaar van herhaalde bewegingen, terwijl de alternatieve naam cumulative trauma disorder wijst op het opbouwende karakter van de schade aan je lichaam.”
Tandenpoetsen
Na ruim een maand vertelde Harteveld zijn professor dat hij niet meer achter zijn computer ging zitten. ,,Die vond dat wel goed, maar had geen idee hoe ernstig rsi was. Hij dacht dat het wel over ging.” Wat de promovendus restte was lezen. Hij las vakliteratuur tot hij niet meer wist wat er nog te lezen viel. Ook probeerde hij met een computer met spraakherkenning te werken, maar dat werkte niet goed. Hij moest veel programmeren en daar is spraakherkenning weinig geschikt voor. ,,Ik zat vooral symbolen te spellen en werd gestoord van het constante corrigeren.”
De klachten, die varieerden van stijfheid en tintelingen tot gevoelloze plekken en een branderige huid, begonnen zijn dagelijks leven te verstoren. Tandenpoetsen lukte niet meer en een koffiekopje kon hij slechts met twee gevouwen handen naar zijn mond brengen. ,,Ik kon alleen nog op mezelf wonen door in de Aula te eten. Mijn moeder kwam bij me schoonmaken.”
De uitbreiding van de pijn naar zijn benen en gezicht stelde de medisch specialisten voor een raadsel. Was dit ook rsi? Harteveld: ,,Het probleem is dat er geen bloedtest is voor rsi. Je ziet het niet op röntgenfoto’s.” Hij probeerde tal van therapieën. Het beste hielp haptonomie, een methode waarbij hij door aanraking leerde om zich te concentreren op wat hij voelde. ,,Ik leerde om gericht de pijnlijke spieren te ontspannen. Haptonomie hielp me uit het dal.”
Anatoom
Toen hij in december 1999 voldoende hersteld was om weer te computeren, ging hij zelf op het internet op zoek naar informatie over zijn aandoening. Via een internetforum hoorde hij over het myofascial pain syndrome, één van de vormen van het paraplubegrip rsi. Het houdt kortweg in dat te veel gebruikte spieren afval ophopen. Dit afval irriteert de zenuwen naar de spier, wat leidt tot verkramping van de betreffende en omliggende spieren. Doordat omliggende spieren ook verkrampen, breidt de pijn zich uit.
Harteveld: ,,De beschreven symptomen waren precies de mijne. Ik juichte bij de ontdekking wat ik had, want het gaf me een handvat voor behandeling.” Die behandeling bestond voornamelijk uit het zoeken van het wankele evenwicht tussen ontspanning en inspanning van zijn spieren.
Gedwongen om bij zijn lichaam stil te staan veranderde de natuurkundige het afgelopen jaar van een assistent in opleiding in een amateur-anatoom. Meer nog veranderde hij mentaal. Tot diep in de nacht doorwerken is er niet meer bij. ,,Ik heb de grenzen van mijn lichaam leren kennen en respecteren, want ik weet hoe diep je kunt vallen. Mijn werk zal nooit meer op de eerste plaats staan.”
Hard werken wordt niet altijd beloond. Soms wordt het zelfs zwaar bestraft. Repetitive strain injury (rsi) leerde Wouter Harteveld om zijn lichaam te respecteren.
,,De huidige aanpak van rsi richt zich te veel op de werkplek en te weinig op gedragsverandering. Men koopt wel goed meubilair en anti-rsi software, maar hangt vervolgens veertien uur zonder pauze achter zijn computer. Je moet het probleem op alle gebieden aanpakken, anders helpt het niet.” Hier spreekt geen arbo-medewerker, maar een promovendus die meer over de muisarm weet dan de gemiddelde bedrijfsarts. Meer dan hemzelf lief is.
Wouter Harteveld (26) is een ervaringsdeskundige op het gebied van de veelbesproken kwaal. Bijna anderhalf jaar maakte de ziekte het hem onmogelijk om te werken. Op het dieptepunt kon de jonge natuurkundige zelfs helemaal niets meer. Elke spier in zijn lichaam deed pijn. Harteveld wordt niet graag aan deze periode herinnerd. ,,Ik kan weer wat werken en sporten, dus ik kijk liever vooruit.” Hij benadrukt dat de zwaarte van zijn klachten zeer uitzonderlijk was, want hij wil geen paniek zaaien. Maar wie zijn verhaal kent, neemt rsi wel serieus.
Sinds kort werkt Harteveld weer enkele uren per week op het Kramers Laboratorium, waar hij eind 1998 noodgedwongen vertrok. ,,Zolang ik naar mijn werk kon fietsen, kwam ik. Maar in december lukte het fietsen me niet meer.” In de acht maanden daarvoor was de rsi geëvolueerd van kriebels in de pezen van zijn handen tot ,,een gevoel alsof ik op een spijkerbed liep.”
Kriebels
In januari 1998 startte de afgestudeerde natuurkundige zijn promotieonderzoek. Hij was net terug van een reis van twee maanden naar Nepal. Een reis om bij te komen van zijn afstudeerwerk, waarvoor hij op het laatst soms wel twaalf uur per dag achter zijn computer zat. Terug op het lab pikte hij het computerwerk weer snel op. ,,Buiten mijn onderzoekswerk moest ik ook een programmaboekje voor een congres uittypen. De deadlines daarvoor waren onhaalbaar.”
In maart kreeg hij kriebels in zijn handen en een stijve nek. ,,Dat was een heel onschuldige pijn, niets om me over druk te maken.” Nooit eerder had hij klachten gehad. Het enige wat hij over rsi wist, was dat er tijdens zijn afstuderen een onderzoeker van het lab door de kwaal in de ziektewet was beland. Harteveld verbeterde zijn zithouding achter de computer, maar de klachten namen toe. Kriebel in hand en onderarm werden pijn en na een maand hield de pijn ook aan als hij al uren niet meer achter de computer zat, en daarna zelfs in het weekend.
,,Als reactie ging ik met beide handen om en om muizen. Ook verving ik muisklikken door toetsaanslagen. Dat waren tips die iedereen me goedbedoeld gaf.” Het enige effect was dat nu ook zijn andere arm pijn begon te doen.
De promovendus wijst op de spraakverwarring rond rsi. ,,Ik vermeedhet gebruik van de muis, omdat de klacht ‘muisarm’ heet, maar in Amerika heet hij juist ’typing injury’. Een ander voorbeeld is de bekende term repetitive strain injury. Die legt de nadruk op het gevaar van herhaalde bewegingen, terwijl de alternatieve naam cumulative trauma disorder wijst op het opbouwende karakter van de schade aan je lichaam.”
Tandenpoetsen
Na ruim een maand vertelde Harteveld zijn professor dat hij niet meer achter zijn computer ging zitten. ,,Die vond dat wel goed, maar had geen idee hoe ernstig rsi was. Hij dacht dat het wel over ging.” Wat de promovendus restte was lezen. Hij las vakliteratuur tot hij niet meer wist wat er nog te lezen viel. Ook probeerde hij met een computer met spraakherkenning te werken, maar dat werkte niet goed. Hij moest veel programmeren en daar is spraakherkenning weinig geschikt voor. ,,Ik zat vooral symbolen te spellen en werd gestoord van het constante corrigeren.”
De klachten, die varieerden van stijfheid en tintelingen tot gevoelloze plekken en een branderige huid, begonnen zijn dagelijks leven te verstoren. Tandenpoetsen lukte niet meer en een koffiekopje kon hij slechts met twee gevouwen handen naar zijn mond brengen. ,,Ik kon alleen nog op mezelf wonen door in de Aula te eten. Mijn moeder kwam bij me schoonmaken.”
De uitbreiding van de pijn naar zijn benen en gezicht stelde de medisch specialisten voor een raadsel. Was dit ook rsi? Harteveld: ,,Het probleem is dat er geen bloedtest is voor rsi. Je ziet het niet op röntgenfoto’s.” Hij probeerde tal van therapieën. Het beste hielp haptonomie, een methode waarbij hij door aanraking leerde om zich te concentreren op wat hij voelde. ,,Ik leerde om gericht de pijnlijke spieren te ontspannen. Haptonomie hielp me uit het dal.”
Anatoom
Toen hij in december 1999 voldoende hersteld was om weer te computeren, ging hij zelf op het internet op zoek naar informatie over zijn aandoening. Via een internetforum hoorde hij over het myofascial pain syndrome, één van de vormen van het paraplubegrip rsi. Het houdt kortweg in dat te veel gebruikte spieren afval ophopen. Dit afval irriteert de zenuwen naar de spier, wat leidt tot verkramping van de betreffende en omliggende spieren. Doordat omliggende spieren ook verkrampen, breidt de pijn zich uit.
Harteveld: ,,De beschreven symptomen waren precies de mijne. Ik juichte bij de ontdekking wat ik had, want het gaf me een handvat voor behandeling.” Die behandeling bestond voornamelijk uit het zoeken van het wankele evenwicht tussen ontspanning en inspanning van zijn spieren.
Gedwongen om bij zijn lichaam stil te staan veranderde de natuurkundige het afgelopen jaar van een assistent in opleiding in een amateur-anatoom. Meer nog veranderde hij mentaal. Tot diep in de nacht doorwerken is er niet meer bij. ,,Ik heb de grenzen van mijn lichaam leren kennen en respecteren, want ik weet hoe diep je kunt vallen. Mijn werk zal nooit meer op de eerste plaats staan.”
Comments are closed.