De TU Delft is vele generaties rijk. Wij spraken grootouders, ouders en (klein)kinderen over de verschillen tussen vroeger en nu. In deze aflevering: de familie Vuik.
De Delftse carrière van Kees Vuik startte in 1977 met de opleiding technische wiskunde. Inmiddels is hij professor, en bovenal een trotse vader van zeven kinderen. Met vier van hen deelt hij een TU-band. De op een na oudste dochter, Thea Kik-Vuik, begon in 2007 aan haar bachelor technische wiskunde en promoveerde uiteindelijk bij Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Oudste zoon Adriaan Vuik zat vanaf 2009 in de collegebanken bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen en promoveerde daar later ook. Dochter Nelleke Vuik rondde vorig jaar haar studie bij Civiele Techniek & Geowetenschappen (startjaar 2012) af en zoon Dies Vuik zit momenteel in zijn tweede jaar werktuigbouwkunde (2018).
Trots kijkt vader Vuik tijdens het gesprek de kamer rond. Wat is de tijd snel gegaan sinds zijn intreerede. “De hele familie was erbij. Gingen we daarna samen met de vakgroep uit eten.” Thea en Nelleke weten het nog goed. “Toen kreeg je een TomTom!”, roepen ze in koor.
De bijzondere momenten regen zich aaneen. Zo herinnert Thea zich de promotie van broer Adriaan goed. “Dies en ik waren zijn paranimfen. Ik vond het bijzonder en genoot daar nog meer van dan van mijn eigen promotie.”
Adriaan: “Ik voelde me zo trots om daar met mijn hele familie te staan.” Nelleke knikt instemmend. “Tijdens mijn afstuderen stelde mijn vader de laatste vraag. Best een ingewikkelde vraag, maar het was voor mij een mooie afsluiting van mijn tijd op de TU.”
Slapen tijdens college
Een hoogleraar als vader, dat leverde bijzondere situaties op. Zo viel Adriaan een keer in slaap tijdens een college van zijn vader. “Hij bezorgde ’s ochtends vroeg kranten en was een beetje moe”, lacht vader Kees. En Nelleke had moeite met numerieke wiskunde, het vak dat haar vader gaf. Thuis tijdens het avondeten kreeg ze een onvoldoende terug. “Mijn vader zei, je hebt het niet gehaald. Je hebt een 4. Vervolgens ging iedereen door met eten en was het doodstil. Maar, toen ik tijdens de uitslag van de herkansing op vakantie was, kreeg ik een sms’je dat ik het wel had gehaald.”
Vader Kees haalt zijn schouders op. Hij vindt het vooral belangrijk zorgvuldig te werken. “Als ik surveilleerde bij hun tentamens, dan liet ik een ingeleverd tentamen direct door een collega in een verzegelde envelop doen.”
Prins Friso
In zijn tijd vond hij zijn cijfers op prikborden in de faculteit. Lange lijsten waar studenten met naam werden genoemd. Iets dat pas veranderde toen prins Friso kwam studeren. “Zijn eerste cijfers werden met naam bekendgemaakt, maar daarna was het snel klaar”, herinnert hij zich.
Zijn kinderen kregen hun cijfers op een andere manier terug. “Wij hadden Blackboard (nu Brightspace) en Osiris”, aldus Adriaan. “Vaak hoorde je na twee of drie weken dat de cijfers bekend waren. Iedereen rende dan naar de computerzaal, in die tijd had je nog geen internet op je telefoon. Snel inloggen en je cijfer opzoeken.”
Oude Nokia
Om goede cijfers te halen werd er hard gestudeerd. Gemiddeld studeerde de familie veertig uur per week, tentamenperiodes uitgezonderd. “Dan sloot ik mezelf op. Maakte ik zo vijftig uur per week”, aldus Nelleke. Thea leerde rustig nog tien uur langer door. “Ik maakte iets van zestig uur per week, maar ik vond het ook gewoon erg leuk. Daarnaast had ik zo’n oude Nokia, met die smartphones van tegenwoordig is er veel meer afleiding.”
Vader Vuik heeft naar eigen zeggen altijd ‘stabiel veel geleerd’. Zijn regel was om de stof goed bij te houden en altijd de sommetjes te maken. Dat moest ook, want in zijn tijd werden er veel tussentoetsen gegeven. Scoorde je daar voldoendes voor, dan haalde je het eindtentamen ook wel.
Tentamen van een dag
Van één vak heeft hij nog weleens nachtmerries: fysische transportverschijnselen 2. Een vak van zes punten dat in een week werd gegeven. “Het tentamen duurde een hele dag. Gelukkig haalde ik het in een keer.”
Een tentamen dat een hele dag duurt? Zijn kinderen kunnen het niet geloven. Adriaan: “In mijn eerste jaar waren er veel experimenten met tentamens op de computer. Bovenin je scherm tikte een klokje de tijd weg. Ik werd daar gestrest en te resultaatgericht van. Was niet meer bezig met de stof, maar met het invullen van dat ene juiste getalletje.”
Beter vonden ze de handgeschreven opdrachten die zowel Thea als Nelleke maakten. Iets waar hun vader de voorkeur aan geeft. “Je ziet dan de hele berekening, in plaats van dat ene getal.”
Krijtbord en overheadprojector
Vader Vuik geeft het liefste les met behulp van een krijtbord. “Maar u gebruikte ook als een van de weinige docenten een overheadprojector”, lacht Thea. “Met van die doorzichtige vellen, echt erg!”, vult Nelleke aan. Hij lacht. “Ach ja, ik laat wel eens een figuurtje zien.”
“Toen ik studeerde, had je vaste computers”, vertelt Adriaan. Thea: “Precies! Aan de Drebbelweg stonden het er vol mee. Daar zijn nu alleen nog aansluitingen voor laptops.” Vader: “Het onderwijs is flink veranderd. Neem alleen al de bachelor-master structuur. Die is pas in 2004 of 2005 aangepast. Voor die tijd volgde je gewoon een vijfjarige ingenieursopleiding. In principe kon je zo lang als je wilde studeren, al heb ik het zelf netjes in vijf jaar gedaan. Tegen mijn kinderen heb ik altijd gezegd, jullie mogen er prima langer dan vijf jaar over doen, maar dan betaal je het zelf. Tot nu toe heeft iedereen zijn studie nominaal afgerond en ook Dies is aardig op weg.”
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
m.vanderveldt@tudelft.nl
Comments are closed.