Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

Wetenschap

Algenschuim werd surfers waarschijnlijk fataal

Vijf ervaren surfers overleden op 11 mei 2020 voor Scheveningen. Onder hen twee TU-studenten. Het NIOZ onderzocht de rol van zeeschuim bij het ongeval.

De volgende ochtend stond het schuim er nog. (Foto: Dick Teske)

De vijf omgekomen surfers, afkomstig uit Den Haag en Delft, waren goed bekend met de zee. Een deel van hen werkte als surfinstructeur en reddingszwemmer. Twee van de omgekomen surfers, Max (22) en Matthijs (23), studeerden aan de TU Delft en waren lid van het Delfts Studenten Corps.

Aanwezige reddingswerkers en ooggetuigen noemden als bijzonderheid de dikke laag zeeschuim die zich aan het begin van de avond aan het noordelijk havenhoofd van Scheveningen opbouwde. Was dat uitzonderlijk? Was die laag gevaarlijk voor surfers? Had het ongeval voorkomen kunnen worden? Op die vragen begint nu een antwoord te komen.




NIOZ_Phaeocystis_Jolanda-van-Iperen.png

Schuimalg Phaeocystis globosa vormt in voorjaar bolvormige kolonies. (Foto: Jolanda van Iperen | NIOZ)


Rapport

Het maritiem onderzoeksinstituut NIOZ publiceerde begin deze maand een voorlopig onderzoeksrapport dat concludeerde: ‘Het metershoge zeeschuim tijdens het fatale ongeluk van vijf watersporters op 11 mei in Scheveningen was zeer waarschijnlijk ontstaan door een uitzonderlijke combinatie van veel algenresten en een voor dit jaargetijde ongebruikelijk harde wind uit het noord-noordoosten.’



Analyse

Zoals vaak was ook dit ongeval een ongelukkige combinatie van factoren: een uitbundige algenbloei in het vroege voorjaar, de ineenstorting daarvan enkele dagen voor het ongeval, de vorming van zeeschuim en de opeendrijving daarvan langs de kust door een wind die van noordoost kromp naar noord.

Het rapport Quickscan Zeeschuim noemt als bijkomende factor de noordelijke vloedstroom die rond 19.00 uur op zijn maximum was (p. 41). Bij de stroomrichting tegen de wind in ontstonden kortere en hogere golven waardoor er nog meer schuim gevormd werd. Bovendien was er een ‘neer’ ten noorden van het noordelijke havenhoofd ontstaan; een draaiende stroming met de klok mee. Dat alles resulteerde in een manshoge schuimlaag tussen het strand en het havenhoofd waar de surfers in verstrikt raakten.




Verstikkend schuim

Kun je nog ademen in zo’n schuimlaag? NRC-redacteur Gemma Veenhuizen legde die vraag voor aan drie TU-onderzoekers van het process&energy lab bij 3mE waar ook stromingsleer onder valt. ‘Ja, je kunt verdrinken in schuim’ heet het stuk. Hoogleraar Ruud Henkes zegt daarin: ‘De lucht van het schuim zit als kleine belletjes opgesloten in een netwerk van dunne vloeistoflaagjes. Vergelijk het met het schuim in het bad thuis. Doordat de lucht opgesloten is, is het niet vrij om te ademen. Je neemt happen schuim, met veel vocht, maar de lucht met zuurstof kan niet vrijelijk en moeiteloos de longen instromen.”

Universitair hoofddocent dr. Brian Tighe voegt daaraan toe dat het schuim onderin meer water bevat dat bovenin. Zogenaamd wet foam kan voor een derde van het volume uit water bestaan.

Toch is de dichtheid daarvan zoveel minder dan water dat je er doorheen zakt, vertelt prof.dr.ir. Jerry Westerweel: ‘De mix van water en lucht heeft een lagere dichtheid dan die van water alleen. Je kunt dus niet omhoog zwemmen.’


Ook vermoedt Westerweel dat desoriëntatie een rol heeft gespeeld bij het ongeval. Dat lijkt in een metersdikke schuimlaag en een rondgaande stroming een plausibele aanname.

Vergiftiging door dimethylsulfide in het algenschuim (‘typische zilte zeelucht’ volgens een onderzoeker) lijkt niet aan de orde. Zo giftig is dat niet.




Preventie

Een waarschuwingssysteem tegen zeeschuimformatie lijkt technisch haalbaar, schijft het NIOZ. Het zou gebruikmaken van satellietbeelden, camera-observaties, handmatige metingen van algendichtheden en wiskundige modellen. ‘Nu het gevaar bekend is, kunnen we het best informatie verschaffen over de condities waaronder het schuim zich vormt en ophoopt’, aldus het rapport. Het blijft aan lokale instanties, zoals strandwachten en surfscholen, om een schuimwaarschuwing van het NIOZ te vertalen in een advies aan de watersporters.


Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.