Met de opening van de gelijknamige tentoonstelling in het Nederlands Architectuur Instituut heeft een prachtig boek het licht gezien: ‘Team 10 / 1953-1981, in search of a Utopia of the present’.
Een intrigerende bundeling van authentiek materiaal van de architectleden van Team 10, die streefden naar een op de mens afgestemde gebouwde omgeving. Voormalig TU-hoogleraren Jaap Bakema en Aldo van Eyck behoorden tot de kerngroep van Team 10.Het architectenbureau Van den Broek en Bakema ontwierp een groot aantal gebouwen van de TU Delft, zoals de aula, de gebouwen voor Civiele Techniek en Bouwkunde. Het boek ‘Team 10’ is het resultaat van een jarenlange studie door en onder supervisie van professor Max Risselada en zijn medewerker Dirk van den Heuvel. De start van Team 10 lag bij het tiende Ciam-congres van 1956 in Dubrovnik, waaraan de groep zijn naam ontleent.
Het eerste deel van ‘Team 10’ biedt beschrijvingen van de belangrijkste inzendingen voor de architectuurcongressen, elk vooraf gegaan door een korte inleiding. Het tweede deel bestaat uit twaalf essays van een internationale reeks van bekende docenten, die ieder op eigen wijze het belang van Team 10 belichten. Het derde deel bestaat uit negen interviews, die al meer dan tien jaar geleden zijn gemaakt door Clelia Tuscano met toen nog levende leden van Team 10. Een appendix bevat lijsten van deelnemers, biografieën, een bibliografie en een uitgebreide index.
Team 10 kwam voort uit het Congrès Internationaux d’Architecture Moderne (Ciam). Het was een groep verontruste architecten en stedenbouwkundigen die zich het lot van de grote stadsbewoner aantrok en probeerde intelligente oplossingen te verzinnen voor betere leef- en woonomstandigheden. In 1928 stelde het Ciam het Chartes d’a’thène op waarin werd gepleit voor een rigoureuze scheiding van wonen, werken, verkeer en recreatie. In het Ciam was voor Le Corbusier een hoofdrol weggelegd, maar ook de Nederlanders H.P. Berlage, Gerrit Rietveld, Mart Stam en Cor van Eesteren behoorden tot de deelnemers aan de internationale congressen.
De voornaamste leden van Team 10 waren Peter en Alison Smithson, Aldo van Eyck, Jaap Bakema, George Candilis, Giancarlo de Carlo en Shadrach Woods. Voor deze architecten waren twee tegengestelde onderwerpen onderwerp van studie: enerzijds de problemen van grote schaal in de vorm van stedenbouw, massawoningbouw en automobiliteit en anderzijds de noodzaak van identiteit die werd gezien als een basisvoorwaarde voor de individuele stadsbewoner. Dat leidde eind jaren vijftig tot een schisma en het einde van het Ciam.
Al in de Ciam-studies werd een relatie gelegd tussen vele verschijningsvormen van de maatschappij, waar architectuur en stedenbouw deel van uitmaken. Team 10 wilde de discussie niet in abstracties voortzetten, maar concrete architectonische en stedenbouwkundige problemen behandelen. Concrete ontwerpen voor Pendrecht en Alexanderpolder in Rotterdam waren onder meer onderwerp van discussie.
De grote schaal was al onderwerp van studie binnen de studies van het Ciam, maar de architecten van Team 10 voegden daar het begrip identiteit aan toe. Daarbij ging het om te beginnen om het kind, een tot die tijd verwaarloosde categorie van stadsbewoners. Aldo van Eyck had in het naoorlogse Amsterdam al zo’n zevenhonderd speelplaatsen ingericht. Tegenover de abstracte, analytische en schematische aanpak van het Ciam, stelde Team 10 een werkwijze waarin het ging om de sociale en visuele relaties tussen de verscheidenheid aan ruimtelijke ontwerpen.
Gelukkig ontbreekt het in ‘Team 10’ aan dwingend uitleggende teksten. Door veelal originele documenten biedt het boek een helder overzicht van een van de boeiendste perioden uit de twintigste eeuw. Anders dan het Ciam met zijn open schema’s, treft Team 10 wel het verwijt dat het al snel een naar binnen gekeerde vriendenclub is geworden. Team 10 zou onvoldoende hebben gezorgd voor zijn eigen opvolgers. Dit boek is een hulpmiddel om daar een eind aan te maken. Het boek ‘Team 10’ mag niet ontbreken in de boekenkast van een student bouwkunde.
Max Risselada en Dirk van den Heuvel (red.) ‘Team 10, 1953 . 1981 In Search of a Utopia of the Present’. Gebonden, 368 pagina’s. Formaat: 24 x 31 cm. Engelse editie, NAi Publishers, Rotterdam. ISBN 90-5662-471-7, € 59,50.
Otto Das is architect en voormalig docent aan de faculteit Bouwkunde.
Een intrigerende bundeling van authentiek materiaal van de architectleden van Team 10, die streefden naar een op de mens afgestemde gebouwde omgeving. Voormalig TU-hoogleraren Jaap Bakema en Aldo van Eyck behoorden tot de kerngroep van Team 10.Het architectenbureau Van den Broek en Bakema ontwierp een groot aantal gebouwen van de TU Delft, zoals de aula, de gebouwen voor Civiele Techniek en Bouwkunde. Het boek ‘Team 10’ is het resultaat van een jarenlange studie door en onder supervisie van professor Max Risselada en zijn medewerker Dirk van den Heuvel. De start van Team 10 lag bij het tiende Ciam-congres van 1956 in Dubrovnik, waaraan de groep zijn naam ontleent.
Het eerste deel van ‘Team 10’ biedt beschrijvingen van de belangrijkste inzendingen voor de architectuurcongressen, elk vooraf gegaan door een korte inleiding. Het tweede deel bestaat uit twaalf essays van een internationale reeks van bekende docenten, die ieder op eigen wijze het belang van Team 10 belichten. Het derde deel bestaat uit negen interviews, die al meer dan tien jaar geleden zijn gemaakt door Clelia Tuscano met toen nog levende leden van Team 10. Een appendix bevat lijsten van deelnemers, biografieën, een bibliografie en een uitgebreide index.
Team 10 kwam voort uit het Congrès Internationaux d’Architecture Moderne (Ciam). Het was een groep verontruste architecten en stedenbouwkundigen die zich het lot van de grote stadsbewoner aantrok en probeerde intelligente oplossingen te verzinnen voor betere leef- en woonomstandigheden. In 1928 stelde het Ciam het Chartes d’a’thène op waarin werd gepleit voor een rigoureuze scheiding van wonen, werken, verkeer en recreatie. In het Ciam was voor Le Corbusier een hoofdrol weggelegd, maar ook de Nederlanders H.P. Berlage, Gerrit Rietveld, Mart Stam en Cor van Eesteren behoorden tot de deelnemers aan de internationale congressen.
De voornaamste leden van Team 10 waren Peter en Alison Smithson, Aldo van Eyck, Jaap Bakema, George Candilis, Giancarlo de Carlo en Shadrach Woods. Voor deze architecten waren twee tegengestelde onderwerpen onderwerp van studie: enerzijds de problemen van grote schaal in de vorm van stedenbouw, massawoningbouw en automobiliteit en anderzijds de noodzaak van identiteit die werd gezien als een basisvoorwaarde voor de individuele stadsbewoner. Dat leidde eind jaren vijftig tot een schisma en het einde van het Ciam.
Al in de Ciam-studies werd een relatie gelegd tussen vele verschijningsvormen van de maatschappij, waar architectuur en stedenbouw deel van uitmaken. Team 10 wilde de discussie niet in abstracties voortzetten, maar concrete architectonische en stedenbouwkundige problemen behandelen. Concrete ontwerpen voor Pendrecht en Alexanderpolder in Rotterdam waren onder meer onderwerp van discussie.
De grote schaal was al onderwerp van studie binnen de studies van het Ciam, maar de architecten van Team 10 voegden daar het begrip identiteit aan toe. Daarbij ging het om te beginnen om het kind, een tot die tijd verwaarloosde categorie van stadsbewoners. Aldo van Eyck had in het naoorlogse Amsterdam al zo’n zevenhonderd speelplaatsen ingericht. Tegenover de abstracte, analytische en schematische aanpak van het Ciam, stelde Team 10 een werkwijze waarin het ging om de sociale en visuele relaties tussen de verscheidenheid aan ruimtelijke ontwerpen.
Gelukkig ontbreekt het in ‘Team 10’ aan dwingend uitleggende teksten. Door veelal originele documenten biedt het boek een helder overzicht van een van de boeiendste perioden uit de twintigste eeuw. Anders dan het Ciam met zijn open schema’s, treft Team 10 wel het verwijt dat het al snel een naar binnen gekeerde vriendenclub is geworden. Team 10 zou onvoldoende hebben gezorgd voor zijn eigen opvolgers. Dit boek is een hulpmiddel om daar een eind aan te maken. Het boek ‘Team 10’ mag niet ontbreken in de boekenkast van een student bouwkunde.
Max Risselada en Dirk van den Heuvel (red.) ‘Team 10, 1953 . 1981 In Search of a Utopia of the Present’. Gebonden, 368 pagina’s. Formaat: 24 x 31 cm. Engelse editie, NAi Publishers, Rotterdam. ISBN 90-5662-471-7, € 59,50.
Otto Das is architect en voormalig docent aan de faculteit Bouwkunde.
Comments are closed.