Aanvoerder van de cellogroep

De cello is zo’n veelzijdig instrument. Je kunt iedere noot vormen, boetseren zoals je zelf wilt.

In de eerste klas van de lagere school ging ik naar een open dag van de muziekschool Amsterdam. Je moet dan een instrument uitkiezen, je moet ergens op vallen. Voor mij was dat de cello, en daar heb ik nooit spijt van gehad. Ik heb daar zo’n tien jaar les gehad. Daarna ben ik overgestapt op mijn huidige docent. Hij leert me hoe ik mijn eigen ideeën over de muziek kan ontwikkelen en hoe ik ze op de cello tot uiting kan brengen. Er is heel wat in mijn muzikale leven veranderd toen ik in Delft kwam studeren. Ik werd lid van Krashna Musika, en vroeg me af of ik dat wel kon: spelen in een echt symfonieorkest. Het niveau van het orkest is veel hoger dan van het Jeugdorkest Amsterdam. Maar nu ben ik zelfs aanvoerder van de cellogroep. Bij Krashna Musika heb ik mijn hoogtepunt bereikt: spelen in het Concertgebouw. Ook speel ik nu in een trio. Alles bij elkaar kost het spelen me gemiddeld twee uur per dag.

Johann Sebastian Bach bewonder ik het meest. Hoe zijn stukken in elkaar zitten, dat is uniek, het is een mirakel. De muziek is prachtig. Die sprankeling en doorschijnendheid. Dat vooral doet Bach uitstijgen boven andere componisten. Bach brengt ieder instrument apart naar de luisteraar. Hij gebruikt kleine bezettingen. Waarom zou je meer instrumenten gebruiken dan nodig? Neem bijvoorbeeld een solo cellosuite van Bach. De cello vervult alle partijen. Je kunt het helemaal spelen zoals je zelf wilt, je hoort immers alles, dus ook een vals nootje. Bach laat in deze suite bijna alles aan je eigen interpretatie over.

Ik zou graag nog eens op een instrument uit die tijd willen spelen. Bijvoorbeeld op een barokcello. Zo’n instrument heeft een heel lichte fijne klank. Dat lijkt me fantastisch. De stukken van Bach die me speciaal aanspreken zijn de gambasonates. Een gamba is echt een barokinstrument. Je kunt er precies aan zien wat ze toen wilden. Ik heb ooit een deel uit zo’n gambasonate gespeeld op de begrafenis van mijn grootvader. Dat was een heel bijzondere ervaring. Wat ik ooit nog eens zou willen, is les hebben van Anner Bijlsma. Hij is echt dé specialist oude muziek.”

.chap Hessel Winsemius (22), vierdejaars student civiele techniek

,,De warmte van de celloklank stijgt uit boven die van andere instrumenten. De cello is zo’n veelzijdig instrument. Je kunt iedere noot vormen, boetseren zoals je zelf wilt.

In de eerste klas van de lagere school ging ik naar een open dag van de muziekschool Amsterdam. Je moet dan een instrument uitkiezen, je moet ergens op vallen. Voor mij was dat de cello, en daar heb ik nooit spijt van gehad. Ik heb daar zo’n tien jaar les gehad. Daarna ben ik overgestapt op mijn huidige docent. Hij leert me hoe ik mijn eigen ideeën over de muziek kan ontwikkelen en hoe ik ze op de cello tot uiting kan brengen. Er is heel wat in mijn muzikale leven veranderd toen ik in Delft kwam studeren. Ik werd lid van Krashna Musika, en vroeg me af of ik dat wel kon: spelen in een echt symfonieorkest. Het niveau van het orkest is veel hoger dan van het Jeugdorkest Amsterdam. Maar nu ben ik zelfs aanvoerder van de cellogroep. Bij Krashna Musika heb ik mijn hoogtepunt bereikt: spelen in het Concertgebouw. Ook speel ik nu in een trio. Alles bij elkaar kost het spelen me gemiddeld twee uur per dag.

Johann Sebastian Bach bewonder ik het meest. Hoe zijn stukken in elkaar zitten, dat is uniek, het is een mirakel. De muziek is prachtig. Die sprankeling en doorschijnendheid. Dat vooral doet Bach uitstijgen boven andere componisten. Bach brengt ieder instrument apart naar de luisteraar. Hij gebruikt kleine bezettingen. Waarom zou je meer instrumenten gebruiken dan nodig? Neem bijvoorbeeld een solo cellosuite van Bach. De cello vervult alle partijen. Je kunt het helemaal spelen zoals je zelf wilt, je hoort immers alles, dus ook een vals nootje. Bach laat in deze suite bijna alles aan je eigen interpretatie over.

Ik zou graag nog eens op een instrument uit die tijd willen spelen. Bijvoorbeeld op een barokcello. Zo’n instrument heeft een heel lichte fijne klank. Dat lijkt me fantastisch. De stukken van Bach die me speciaal aanspreken zijn de gambasonates. Een gamba is echt een barokinstrument. Je kunt er precies aan zien wat ze toen wilden. Ik heb ooit een deel uit zo’n gambasonate gespeeld op de begrafenis van mijn grootvader. Dat was een heel bijzondere ervaring. Wat ik ooit nog eens zou willen, is les hebben van Anner Bijlsma. Hij is echt dé specialist oude muziek.”