Opinie

21 Minuten

Nederland maakt zich geen enkele zorgen over de klimaatcrisis. Dit is de belangrijkste uitkomst van de 21 minuten-enquête die vorige week werd gepubliceerd.

Dat stemt mij bijzonder vrolijk. Stress is nergens goed voor, ook niet voor het milieu.
Zo keek ik deze week naar de documentaire ‘Home’ van Bertrand, waarin het ontstaan van de aarde en de perfecte complexiteit van ons eco-systeem wordt uitgelegd, begeleidt door prachtige beelden. Halverwege de film komt de mens als soort in beeld en wat deze de afgelopen honderd jaar heeft aangericht met zijn olieverslaving. Geloof me, niks om je zorgen over te maken. De boodschap: ‘It’s too late to be a pessimist’. Maar dat wist de Nederlandse burger gelukkig allang, bewijst 21 minuten. “Nederlanders hebben meer vertrouwen in zichzelf dan in de wereldleiders als het gaat om het tegengaan van klimaatverandering.”
Een beter milieu begint bij jezelf, wie is er niet mee opgegroeid? Als brave Nederlandse burgers hebben we dat allen ter harte genomen. “De burger vindt dat hij genoeg doet voor het milieu: Hij is van plan spaarlampen te kopen.” Ik bedoel maar. Er is beperkt draagvlak voor maatregelen die de burger in de portemonnee raken.
Ja, kijk. We moeten wel allemaal over de brug komen. Wij burgers doen ons uiterste best. Helemaal naar de winkel, bewust kiezen, met je hand beduidend verder reiken dan normaal en dan die spaarlamp aanschaffen. Het moet wel redelijk blijven.
Jammer vond ik dan ook de conclusie die de onderzoekers van 21 minuten trekken: ‘Het lijkt erop dat Nederlanders zich het meeste zorgen maken over onderwerpen die hen van dichtbij en op korte termijn raken.
Zo negatief! Uit de enquête blijkt bijvoorbeeld ook waar de Nederlandse burger zich wel grote zorgen over maakt: integratie van allochtonen en het functioneren van de overheid. En daar blijkt dan juist weer die enorme visionaire mentaliteit uit. We voelen namelijk op onze klompen aan dat zodra die zeespiegel stijgt, wij zwemmend richting het Rifgebergte zullen moeten, want voor wat hoort wat, onder leiding van Gekke Gerrie, om daar als klimaatvluchtelingen asiel aan te vragen. Tja, en dan ga je je toch zorgen maken over die integratie en het functioneren van een overheid op zo’n moment.  

Stefano Barbieri, computer engineering (EWI), Sardinië, Italië

Nederlanders hebben zo’n beetje dezelfde cultuur als Italianen, stelt Stefano Barbieri vast. “Alleen de werktijden verschillen. In Italië houden de lessen op om half zeven, half acht. Er zijn hier wel veel meer activiteiten mogelijk op cultuur- en sportgebied dan op Italiaanse universiteiten. Dat is hier veel beter georganiseerd. Bijna alles in Nederland werkt eigenlijk beter dan in Italië.”
Oké, het eten in Italië is iets lekkerder, geeft hij na al die loftuitingen toe. “In de kantine van de TU is het niet zo best. Maar jullie hebben wel kroketten, die zijn lekker. Ik werk bij een Delfts bedrijf waar ze kroketten verkopen bij de lunch. In Nederland vind je trouwens makkelijker een baantje. Ze zijn hier flexibeler. Je mag hier werken tijdens je studie en ze houden rekening met je tentamens.”
Of wij nog weird habits hebben? “Jullie drinken veel bier, Italianen meer sterke drank. Na het eten nemen we een digestief. Als je in Italië uitgaat in clubs drink je geen bier maar cocktails. Alcohol is duur. Als een biertje zeven euro kost en een cocktail tien euro, kies je voor de cocktail.” Meisjes zijn hier iets afstandelijker, cooler, valt hem op. “In Italië spelen ze hard to get, maar zijn ze easily to get. In Nederland spelen ze ook hard to get, maar zijn ze dat ook!”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.