Studentenleven

Max van der Laan (86) was 36 jaar voorzitter van de OWee: ‘Het is iets van mezelf geworden’

In vijftig jaar OWee is er veel veranderd én veel hetzelfde gebleven, weet oud-voorzitter Max van der Laan. Zelfs nu hij 86 is, laat de ontvangstweek hem maar niet los.

Oud-voorzitter van de OWee Max van der Laan op zijn balkon in Delft. (foto: Thijs van Reeuwijk)

Dit interview dateert van vijf maanden voor het overlijden van Max van der Laan op 27 januari 2024. Hij is 86 jaar geworden. Het nieuwsbericht dat Delta destijds publiceerde, lees je hier.

U was voorzitter tijdens de allereerste OWee in 1974. Hoe is dat destijds begonnen?

“In 1973 besloot de hogeschoolraad (de TU heette toen de Technische Hogeschool) dat de introductie van aankomende studenten moest worden uitgebreid. Tot dat moment bestond die uit twee dagen met een toespraak van de rector magnificus en het ophalen van collegekaart en rooster. De nieuwe introductie moest vóór en dóór studenten zijn. Er werden acht studenten aangesteld om het te organiseren en mij, ik was toen 36 en secretaris bij Technische Natuurkunde, vroegen ze om hen voor te zitten.

Ik zou maar een maandje voorzitter zijn. Maar na afloop kwam er een delegatie op bezoek. Het was onder mijn voorzitterschap best leuk gelopen, vonden ze, of ik het jaar wilde afmaken? Zeker in die tijd was dat een groot compliment. Het jaar erop stond er ze weer voor de deur met hetzelfde verzoek. Zo ben ik uiteindelijk 36 jaar lang voorzitter geweest. Ook Hans de Knegt, die in het begin werd aangesteld als secretaris, is al die tijd gebleven.

Het voorzitterschap kostte me gemiddeld een halve dag per week. Ik droeg de verantwoordelijk naar het college van bestuur. Het was wel handig als je mensen daar persoonlijk kende, dan kreeg je nog eens wat gedaan. Ook was er altijd een vice- of later student-voorzitter. Ik had niet zo veel behoefte om bij allerlei gedoe in de studentenwereld te zijn, dat kon een student beter doen.”

‘We wilden dat studenten zich thuis gingen voelen in Delft’

Anno 2023 trekt de OWee circa drieduizend deelnemers en staat Delft een week lang op z’n kop. Hoe zag de OWee eruit in 1974?

“Net als toen duurde de OWee vier dagen en eigenlijk zijn de hoofdpunten nog steeds hetzelfde. We wilden dat de studenten de universiteit en de verenigingen leerden kennen en zich thuis gingen voelen in Delft. In de oude situatie moest je daar allemaal zelf maar gaandeweg achter komen. Er deden in 1974 zo’n achthonderd eerstejaars mee.

Net als nu begon de OWee met een openingsbijeenkomst. Ook de avondmaaltijden bij verenigingen waren er vanaf het eerste begin. Net als de mentorgroepen, met groepsleden en een mentor van dezelfde studie. Dat hadden we bedacht met de filosofie dat diegene alles kon vertellen over de studie, de hogeschool en het studentenleven. En als je dan in collegebanken kwam, was er in ieder geval een groepje mensen dat je kende.

In die tijd waren de linksgeoriënteerde studenten fel tegen studentenverenigingen. De verenigingen wilden elke avond in de OWee wel studenten binnen krijgen, maar daar was de linkse oppositie het niet mee eens. Dus organiseerden we als OWee-commissie op de laatste avond zelf een groot feest in de aula. Dat vonden de verenigingen natuurlijk weer niks.’’

Nadat u in 2009, ruim na uw pensioen, stopte als voorzitter, bleef u nog steeds actief als adviseur. Zelfs nu u 86 bent, belt u regelmatig met de commissie. Waar komt die toewijding vandaan?

“De OWee is iets van mezelf geworden. Dat kan ook niet anders na 36 jaar voorzitterschap. Het is een heel aparte rol in mijn leven gaan spelen. Op een gegeven moment moet ik het natuurlijk wel loslaten, dan breng ik het fysiek niet meer op.

Mensen vragen me vaak: is het niet saai als je het voor de zoveelste keer doet? Maar het is elk jaar weer een andere club studenten, de sfeer is steeds anders. Ik heb het altijd heel leuk gevonden om met jonge mensen om te gaan. Dat heeft me jong gehouden.’’

Wetenschapsredacteur Kim Bakker

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

k.bakker@tudelft.nl

Comments are closed.