Campus
Ontvangstweek

Deze mannen organiseerden de allereerste OWee

Iedere OWeebestuurder kent ze: Max van der Laan en Hans de Knegt. Nadat zij de eerste OWee op gang hielpen, zetten zij zich al meer dan 36 jaar in voor de ontvangstweek.

De ereleden van de OWee: Max van der Laan, Jacob Fokkema en Hans de Knegt. (Foto: Roos van Tongeren)

Samen met Jacob Fokkema, voormalig rector magnificus, zijn het de ereleden van de OWee. Max van der Laan en Hans de Knegt hielpen bij het organiseren van de eerste OWee en zijn daarmee doorgegaan tot ze de 70 passeerden. Op een borrel met oud OWee-besturen ter ere van het 45-jarig bestaan van de OWee zijn ze continu bezig met het schudden van handen, slaan op schouders en zoenen van wangen.

Hoe kwamen jullie op het idee om de OWee te organiseren?
Hans de Knegt: “Het plan kwam van de VSSD, die vond de manier van ontvangst op dat moment te mager. De ontvangstdagen bestonden uit twee dagen waarop de rector iedereen toesprak, je collegekaart en rooster kon ophalen en ’s avonds bij de verenigingen kon kijken. De Hogeschoolraad stemde ermee in dat het moest veranderen. De week moest georganiseerd worden voor en door studenten.”

Max van der Laan: “Wij werden aangewezen om het eerste bestuur op gang te helpen. Zelf waren we geen studenten, maar al in de dertig. Ik werkte als secretaris-beheerder bij Technische Natuurkunde en Hans bij de voorlichtingsdienst. Ik zou een maandje de voorzitter zijn en een student zou het daarna overnemen. Toen ik net weg was kreeg ik een delegatie studenten op bezoek met de vraag of ik het niet wilde afmaken. Ja, zeker! Ik ben 36 jaar voorzitter geweest.”     

Hoe was de eerste Owee?
Hans de Knegt: “In die tijd was er een groot verschil tussen niet-leden en leden van verenigingen. De leden wilden de verenigingen erbij betrekken, dat was een rechtse groep. De linkse groep, van de VSSD en de AAG, wilde niets van de verenigingen weten. In die tijd liepen mensen kwaad weg. Het waren lange vergaderingen waar veel met deuren werd gesmeten.”

Max van der Laan: “Bij de eerste OWee was er een ontvangst van de rector en burgemeester, een infomarkt, sportdag, een avondprogramma van de verenigingen en een bezoek aan de eigen faculteit, de eerstejaarsweekenden kwamen later. Eigenlijk deden alle gezelligheidsverenigingen toen al mee. In totaal waren er bijna duizend deelnemers.”

Is er veel veranderd qua regelgeving?
Max van der Laan: “Omtrent alcohol, jawel. De universiteit is voorzichtig met alcoholgerelateerde incidenten. Het is komkommertijd bij de kranten, de media smullen van dit soort voorvallen. We hebben een keer een fotograaf van de Telegraaf uit de bosjes geplukt die drinkende studenten wilde fotograferen. Op de Boterbrug organiseerde de DSB elke OWee een bierestafette, waar een van de leden in pak over de tafel liep en bijhield welke kant het snelste ging. Dat doen ze nu niet meer. De cantus heette vroeger biercantus, die naam hebben ze veranderd.” De Knegt: “Ik vind ook niet dat de TU dat soort evenementen moet stimuleren.” Van der Laan: “Ik vind het juist een van de leukste evenementen, de band doet het leuk en ik ga er graag naartoe.” 

Wat was een van de bijzonderste momenten?  
Hans de Knegt: “Toen prins Friso hier kwam studeren liep hij ook de OWee. Ik moest hem ontvangen en begeleiden naar de rector en de burgemeester, daar ben ik nog mee in de Privé gekomen. We hadden van tevoren veel contact met het Koninklijk Huis, dat was wel bijzonder. De rest van de week trok hij met zijn mentorgroepje op. Later zagen we hem nog een ijsje eten op de brug en ben ik hem bij Virgiel tegengekomen. Hij kwam over als een nette jongen.”

Hebben jullie ooit gedacht dat het niet zou lukken, de OWee?
Hans de Knegt: “In 1976 was de aula niet beschikbaar voor de OWee. In de communicatie was iets mis gegaan en er was de hele week een congres. Dat was organisatorisch lastig. De inschrijvingen deden we bij Civiele Techniek en de ontvangst in de Nieuwe Kerk. De aula is sindsdien altijd op tijd gereserveerd, haha!”

Max van der Laan: “Een ander jaar was er op maandag nog bijna niks gedaan. Toen hebben wij op het laatste moment van alles moeten regelen. En een keer lagen ineens alle maaltijdbonnen door elkaar. Nu is er een digitaal systeem, maar daarvoor kreeg iedereen papieren maaltijdbonnen. Honderden waren dat er. Ze waren van tafel gevallen, zo door elkaar. Moesten we weer helemaal opnieuw beginnen met sorteren.”

De huidige OWeevoorzitter spreekt van een ‘OWee-familie’ met voorgaande organisatoren. Voelen jullie dat ook zo?
Max van der Laan: “Ja, dat gevoel heb ik af en toe wel. Allerlei oude OWee-bestuurders komen langs in het organisatiehok en worden voor van alles ingeschakeld. Voor iedereen was het zo’n gave tijd. Er zijn amper ruzies.”

Hans de Knegt: “Althans, een keertje… Voor de OWee begint moeten de mentorgroepen van de eerstejaarsweekenden overgenomen worden door de organisatie. Daar was eens zo’n ruzie over, dat het bestuur bijna uit elkaar viel. Gelukkig hebben ze de OWee nog afgemaakt, maar daarna hebben ze elkaar volgens mij nooit meer gezien.”

Hans de Knegt:  “Op dit moment zijn er twee huwelijken uit OWee-besturen voortgekomen. De relatie tussen Michiel en Celine, daar zat ik zo’n beetje naast toen het groeide. Die zijn nu een jaar getrouwd.”

Zijn er grote veranderingen in vergelijking met vroeger?
Max van der Laan: “Tegenwoordig is er veel meer oog voor sponsoring. In het begin was dat niet zo. Het bedrijfsleven moest juist op afstand blijven, de inkomsten kwamen van de TU en studenten.”

Hans de Knegt: “Studenten van de Haagse Hogeschool en Inholland doen tegenwoordig ook mee met de OWee. Eerst leefde dat totaal niet, maar nu schrijven steeds meer hbo-studenten zich in. Toch worden ze meestal geen lid, want ze blijven vaak thuis wonen.”

Blijven jullie nog lang betrokken bij de Owee?
Max van der Laan: “Ja, waarschijnlijk de rest van ons leven wel. Maar niet zo intensief als vroeger. Op afstand en op afroep zijn we beschikbaar.”

Roos van Tongeren / Redacteur

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.