Campus

Jeroen van der Veer: ‘Logisch dat TU zich concentreert op energietransitie’

Na acht jaar stopt Jeroen van der Veer als voorzitter van de raad van toezicht van de TU Delft. Hoe kijkt hij terug?

Jeroen van der Veer: “In Nederland is er veel studievertraging, maar misschien is die cultuur niet normaal.” (Foto: Philips)

Veel lezers zullen niet weten wat de raad van toezicht doet. Kunt u dat uitleggen?
“We doen drie dingen. We houden toezicht, we brengen onze eigen ervaring mee en we selecteren leden van het college van bestuur (cvb, red.). Het cvb kan allerlei dingen zelf beslissen, maar worden plannen heel duur, dan moeten ze de raad van toezicht uitleggen waarom ze zo’n groot bedrag nodig hebben.”

We hebben u de afgelopen acht jaar vrijwel nooit als voorzitter in het openbaar gehoord. Waarom?
“Dat zit in het systeem. Het college van bestuur is het gezicht naar buiten, naar studenten, medewerkers en politiek Den Haag. De raad van toezicht moet zorgen dat in het college de juiste mensen zitten en optreden bij eventuele conflicten in de top.”

Hoe is uw opvolger, Tijo Collot d’Escury, gekozen?
“Dat begint met een profiel. Daarin staat dat het prettig is als diegene in Delft heeft gestudeerd, voor het imago naar buiten. Daarnaast zoeken we ervaring met toezicht, inzicht en mensen selecteren. Het is ook nodig dat iemand zich actief heeft betoond in het Delftse veld. Bij het Universiteitsfonds, in dit geval. Dan zijn er situationele factoren. We wilden nu een persoonlijkheid hebben die de convergentie tussen Delft, Rotterdam en Leiden ziet zitten. We hebben lijstjes met namen gemaakt en die afgezet tegen al deze factoren. Toen we iemand hadden, hebben we diegene voorgedragen aan de minister, en die heeft hem benoemd.”

‘De tijd van denigrerend doen over rankings is voorbij’

Wetenschappers die de academie willen hervormen, vinden dat de raad van toezicht kan worden afgeschaft. Ze vinden dat onderzoekers zelf de grootste invloed horen te hebben. Zij vormen een senaat, stellen decanen en rectoren aan en die leggen verantwoording af aan de senaat. Wat vindt u van dat idee?
“Als je abstract denkt, dan heb je altijd checks en balances nodig (controle en tegenmacht, red.). Dat kun je op verschillende manieren regelen. Punt is om dat efficiënt te doen. Ik weet dat het heerlijk is voor wetenschappers om nieuwe manieren te verzinnen. Dat is prima. Mij maakt mij niet uit, als er maar checks en balances zijn.”

Het huidige college van bestuur is onder uw leiding aangesteld. Wat is hun belangrijkste taak?
“Ten eerste: ik heb groot respect voor hen. Een bedrijf van de omvang van de TU Delft zou een groter executive team hebben, maar universiteiten mogen niet meer dan drie bestuurders hebben. Die drie mensen dragen dus een grote verantwoordelijkheid: ze runnen de boel en passen deze tegelijk aan voor de toekomst. Dat eerste is al behoorlijk lastig door de enorme groei van studentenaantallen – zo’n vijftig procent in mijn tijd. Dat heeft grote repercussies voor geldstromen, personeelsbeleid, gebouwen. Je moet almaar nadenken over hoe je meegroeit. Nu komt daar het denken over de periode na corona bij. Hoe willen we dat de universiteit eruit gaat zien? De modekreet is hybride, maar wat wordt het beleid? Wordt het laisser-faire, komen er grondregels? Ik had dat graag meegemaakt.”

Wat ziet u als uw grootste verdienste voor de TU?
“Ik ben de TU enorm dankbaar voor alles wat ik er heb geleerd. Daarom heb ik dit gedaan. Wat mijn verdienste is, bepalen andere mensen maar. Ik ben liever bescheiden, doe gewoon mijn best en probeer op alles te letten. Wat we als raad van toezicht doen, is teamwerk. Maar had je mij acht jaar geleden ontwikkelingen geschetst als de exploderende studentenaantallen bij relatief teruglopende Rijksbijdrages en de convergentie met Leiden en Rotterdam, en mij gevraagd of we nu hoog in de rankings zouden staan, dan was mijn antwoord geweest dat dat niet zo logisch zou zijn. Maar de TU staat er dus wel heel goed voor in de rankings en dat doet mij goed.”

Hoe belangrijk vindt u rankings?
“Ik heb ze altijd belangrijk gevonden. In mijn begintijd werd daar een beetje denigrerend over gedaan, maar die tijd is voorbij. Het hele idee van benchmarken en ranken is veel meer verspreid. Het is een goede indicatie van je reputatie. Scoor je goed, dan krijg je een selffulfilling prophecy en gaat het steeds beter.”

‘Mensen staan altijd klaar met hun vooroordelen’

De wetenschap smeekt de minister bijna om meer geld om niet ten onder te gaan aan werkdruk. U was aangesteld door diezelfde minister. Heeft u zich hardgemaakt hiervoor?
“Je moet ook de andere kant begrijpen. Het is belastinggeld en daar moet je heel netjes mee zijn. Ik weet wel dat de meeste economen het erover eens zijn dat investeren in onderwijs en wetenschap gunstig uitpakt voor de samenleving. Een universiteit kan daarbij best eisen stellen aan het studietempo. Los van bijzondere omstandigheden: traag studeren is duur. Je wilt dat mensen óf nominaal óf dichtbij nominaal studeren. Vanuit mijn buitenlandse ervaring weet ik dat studenten in Engeland gemiddeld een stuk jonger klaar zijn, terwijl ze zeker niet slechter zijn en ook een leuke tijd hebben gehad. Je moeten mensen van jongs af aan leren om snel en goed te studeren terwijl ze daarnaast lol hebben.”

Is het verstandig om de druk op te voeren terwijl veel studenten het psychisch en financieel moeilijk hebben?
“In Nederland is er veel studievertraging, maar misschien is die cultuur niet zo normaal. Natuurlijk moet de begeleiding goed zijn en de studiedruk niet onredelijk worden, maar vergeet niet: als je later bij een bedrijf gaat werken of je eigen bedrijf begint, dan is er ook werkdruk.”

Op de TU Delft is tijdens uw periode een activistisch pamflet geschreven geheten Climate Action. Samenwerking met Shell, waar u jarenlang topman bent geweest, staat steeds meer ter discussie. Nieuwe samenwerking met Shell moet duurzaam zijn. Hoe kijkt u daarnaar?
“Ten eerste: Shell is groter in gas dan in olie, heeft een behoorlijke renewable poot en is groot in de chemie. In de chemie zijn het veelal duurzame materialen. Daarnaast komen specifieke bedrijven en de samenwerking daarmee niet vaak op de tafel van de raad van toezicht. Ik ben er altijd van weggebleven, omdat je mensen ziet denken: “Nu zit je te praten als een oude Shell-man”. Dat doe ik soms wel, maar dan geef ik duidelijk mijn rol aan. Ik heb voor het World Economic Forum bijna zes jaar lang de Future of Energy Council voorgezeten en heb nogal wat kennis buiten het olie- en gasveld. Maar mensen staan altijd klaar met hun vooroordelen. Laat maar, denk ik dan. Hoe dan ook, hoe de TU met de energietransitie omgaat, is niet primair aan de raad van toezicht.”

‘Werken in het buitenland voegt veel toe aan je leven’

U heeft er vast een mening over.
“Het is logisch dat de TU zich concentreert op nieuwe grote maatschappelijke ontwikkelingen. Klimaatverandering en in zijn kielzog de energietransitie horen daarbij. Een raad van toezicht houdt zich niet echt inhoudelijk met de onderzoeksprogramma’s bezig. We spreken wel over maatschappelijke ontwikkelingen en in abstracto over de gevolgen voor de universiteit. In het algemeen is het zo: het cvb stelt voor, de raad van toezicht keurt goed.”

Keurde u ook wel eens af?
“Het is niet ja of nee, maar ons gesprek leidde soms tot aanpassingen. Nee, een sappig voorbeeld ga ik niet geven.”

U heeft werktuigbouwkunde gestudeerd in Delft, met daarop volgend een lange carrière. Als u nu zou gaan studeren, wat zou u anders doen?
“Ik vind geologie interessant. Misschien had ik daarvoor gekozen, maar op mijn 17e had ik daar nog nauwelijks van gehoord. Ik twijfelde ook over bouwkunde, maar mijn moeder zei: “Jij kunt niet eens een lijkende kop tekenen, dus hoe kan ik nou in een huis van jou wonen?” Toen ben ik maar werktuigbouw gaan doen. Ik vind het erg fijn dat ik zo’n brede techniekopleiding heb gevolgd. Op mijn 23ste was ik klaar om naar het buitenland te gaan.”

Zou dat uw tip heeft u voor de studenten van nu, naar het buitenland gaan?
“Het was in mijn tijd misschien gemakkelijker dan nu, met zo ontzettend veel concurrentie uit Azië en meer tweeverdieners, maar inderdaad: het voegt veel toe aan je leven.”

Hoofdredacteur Saskia Bonger

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

s.m.bonger@tudelft.nl

Comments are closed.