Hij zag zichzelf niet als teamleider, maar toch vroeg het Nuon Solar Team hem voor die rol. Nu brengt TBM-student Jelle van der Lugt een handboek uit voor jonge leiders.
Jelle van der Lugt (27) leidde het Nuon Solar Team op weg naar en tijdens de Sasol Solar Challenge in Zuid-Afrika in 2018. Het was een spannende race die het Delftse team net wist te winnen. ‘Vooral de laatste twee dagen waren slopend voor de studenten’, schreef Delta. ‘Het elektrisch systeem had kuren gehad en het Japanse team had de Nunaploeg beschuldigd van spionage. Zo moest de Nuna9S tot twee keer toe het Japanse team Tokai van grote achterstand zien in te halen. Toch wisten de Nederlanders op de laatste dag nipt de eerste plek te bemachtigen.’
Vier jaar later werkt de student technische bestuurskunde aan de afronding van zijn masterscriptie, en plant hij een promotietour voor zijn boek ‘Het boek voor jonge teamleiders’. Het Nuon Solar Team heet sinds begin 2019 Vattenfall Solar Team.
Je schrijft dat je al vroeg gefascineerd was door leiderschap. Hoe uitte zich dat?
“Ik denk dat ik vijftien jaar was. Mijn moeder werkte als coach bij traineeships, ze leert mensen sociale vaardigheden. Als ik in de krant las dat het niet goed ging met een bedrijf dan vroeg ik haar: hoe kan het dat een directeur zo veel macht krijgt in een bedrijf en dat het heel lang duurt voordat er wordt ingegrepen? Daar hadden we het dan over tijdens lange autoreizen naar Zuid-Frankrijk.”
Had jij ook idolen qua leiderschap?
“Niet per se. Maar Ik had wel een beeld van hoe een leider moest zijn. Dat beschrijf ik ook aan het begin van het boek. Vroeger heb ik veel op zee gezeild en keek ik op naar de schippers van die grote boten. Ik vond en vind dat echt ongelofelijk gaaf. Wat voor mensen zijn het die zo’n schip leiden? Met een strakke blik een groot schip met een groot team aansturen. Ik denk dat ik daar dat beeld van die stoere masculiene, knappe leider heb opgedaan. En ik zie in mijn omgeving dat zulke mensen vaak best succesvol zijn. Ik dacht: blijkbaar moet je zo zijn als je teamleider wilt worden. Denk aan Bouwe Bekking, schipper bij de Volvo Ocean Race.”
Je had dat beeld van de autoritaire leider, zelf ben je meer van het conflictmijdende model, schrijf je. Hoe bracht je dat op één lijn?
“Toen ik werd gevraagd als teamleider heb ik verteld hoe ik het leiderschap voor me zag. Uit gesprekken met mijn moeder en anderen wist ik wel dat die masculiene stijl mij niet paste. De stijlkwestie was bij mij een conflict tussen hart en hoofd. Als ik naar mijn gevoel luisterde, dan wist ik: daar hoort geen autoritaire stijl bij.”
Je legde veel nadruk op plezier en ontplooiing van teamleden. Maar je wist ook dat er af een toe een strakkere leiding nodig is. Wanneer liep je daar tegenaan?
“Toen de race dichterbij kwam moesten we ons meer gaan gedragen als een raceteam. Dat begon met het testtraject. Toen we echt de testbaan opgingen bij de RDW in Lelystad of bij DAF, moesten we anders met elkaar gaan werken. Testtijd is duur en er is niet of nauwelijks tijd voor overleg. Die auto moest af.”
Dus je moest knopen doorhakken?
“Ja, we moesten met het team in een flow komen waarbij niet iedereen blij was met de gekozen oplossing. Mensen in het team werden uitgesprokener. Eén teamlid vond het erg vervelend dat er de hele tijd compromissen gesloten moesten worden. Hij zei: “Jelle, kap nou met mij de hele tijd over te halen.” Want eigenlijk was ik dat aan het doen in de discussies.”
Hoe kwam je daar toen uit?
“Ik heb toen een coachingsessie belegd met Mark Tigchelaar. Hij maakt onderscheid tussen agreement en alignment. Wij waren altijd gericht geweest op overeenstemming (agreement), maar om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen (alignment) hoeft niet iedereen het met de beslissing eens te zijn, zo lang ze zich maar volledig blijven inzetten voor het team. Achteraf mogen ze dan altijd zeggen dat het volgens hen anders had gemoeten.”
Dit boek voor jonge leiders ligt er nu. Stel, je had het kunnen lezen voordat je aan het avontuur met Nuna9s begon. Had je dan iets anders gedaan?
“Ik denk dat ik eerder door zou hebben gehad dat ik conflictmijdend ben. Ik had eerder doorgehad dat ik op mijn eigen rol had moeten reflecteren. Als je er niet in slaagt om jezelf te veranderen, moet je een één-op-ééngesprek aangaan met een coach. Als ik dit boek had gelezen had ik eerder in de reflectie gekund, waar ik in hoofdstuk 6 over schrijf. Coaching volgt vaak op reflectie omdat je daarbij je blinde vlekken ontdekt.”
Kan iedereen een leider worden of moet je er aangeboren talent voor hebben?
“Ik denk niet dat er een vaste set van eigenschappen voor bestaat. Voor elke situatie die je tegenkomt waarin je niet effectief bent kun je bijleren. Er zijn zoveel verschillende teams, situaties en doelen dat veel verschillende mensen teamleider kunnen worden. Tegelijkertijd is leiderschap wel een vak. Snapt iedereen de wiskunde achter een brugconstructie? Misschien net zomin dat als iedereen de psychologie achter effectief leiderschap begrijpt. Leiderschap laat zich leren als een vak. En daar kun je meer of minder aanleg voor hebben.”
- Jelle van der Lugt, Het boek voor jonge teamleiders, 6 zekerheden voor een goede start als leidinggevende, Uitgeverij business contact 2020, 176 blz, €22
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.