Column: Jenna Pfeifer

Feiten vinden in gevoelens

Geen enkele dataset kan ooit de complexiteit weergeven van wat mensen meemaken. En misschien maakt dat mysterie dat we vragen blijven stellen, kijken en luisteren, stelt Jenna Pfeifer.

Jenna Pfeifer zit met opgetrokken benen buiten op een bankje, Ze poseert voor de foto

(Foto: Sam Rentmeester)

We leven in een wereld die objectiviteit hoog in het vaandel heeft. Gegevens, statistieken, gecontroleerde proeven: dat zijn de valuta van de waarheid. Toch begint alle wetenschap vanuit het subjectieve: de menselijke ervaring. We kunnen de wereld alleen bestuderen vanuit onze eigen geest, en die geest is nauwelijks een neutrale waarnemer.

Zoals natuuronderzoeker John Muir het verwoordde: “Als we iets proberen te bekijken, merken we dat het verbonden is met al het andere in het universum.” Geen enkel fenomeen, psychologisch of fysiek, bestaat op zichzelf. Ik werd hieraan herinnerd tijdens mijn reis van Amsterdam naar Delft. In een drukke trein, verdiept in mijn eigen gedachten, bracht een klein kind me terug naar de realiteit door haar pakje sap in mijn handen te drukken. Even was er geen scheiding tussen ons. De filosoof Chuang Tzu vatte dit soort contiguïteit als volgt samen: “De baby gaat zonder te weten waar hij heen gaat… hij versmelt met de omgeving en beweegt mee met die omgeving.” Kinderen handelen eerst vanuit gevoel en dan pas vanuit begrip, wat ons herinnert aan de belichaamde oorsprong van het denken.

Die rauwheid van de ervaring is krachtig, maar kan ook verwarrend zijn, zowel voor degenen die het meemaken als voor degenen die het proberen te verklaren. Het mysterie van het Havana-syndroom is een voorbeeld van hoe subjectieve ervaringen het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek werden.

Sinds ongeveer 2016 beschreven Amerikaanse diplomaten en hun families die in Havana en elders gestationeerd waren, verontrustende symptomen, zoals zoemgeluiden, hoofdpijn, misselijkheid en verwarring. Het waren individuele ervaringen, maar het bleef niet beperkt tot anekdotes. Instellingen zoals het NIH (National Institute of Health) en inlichtingendiensten verzamelden getuigenissen, voerden hersenscans en cognitieve beoordelingen uit en traceerden biomarkers.

We moeten niet vergeten dat ervaringen altijd verder gaan dan wat meetbaar is

In maart 2024 publiceerde het NIH neuroimaging-bevindingen waarin ongeveer tachtig personen die melding maakten van ‘abnormale gezondheidsincidenten’, werden vergeleken met zorgvuldig geselecteerde controlegroepen. De resultaten toonden geen MRI-detecteerbaar hersenletsel en geen aantoonbare verschillen in de meeste klinische metingen. De symptomen waren echter onmiskenbaar reëel.  Een kritisch literatuuronderzoek, Havana Syndrome: A Post Mortem van Bartholomew & Baloh (2023), stelt dat de gevallen beter passen onder collectieve  hysterie, of stressreacties die worden versterkt door sociale en politieke contexten.

In mijn optiek hebben we wetenschappelijke nauwkeurigheid nodig om ervaringen te bestuderen, maar we moeten niet vergeten dat ervaringen altijd verder gaan dan wat meetbaar is. De werkelijkheid moet als leidraad dienen voor de kaarten die we maken, ook al geven die kaarten onvermijdelijk een nieuwe vorm aan ons begrip.

Het Havana-syndroom maakt dit duidelijk: de geest (in interactie met andere geesten) veroorzaakte lichamelijke symptomen die levens veranderden, terwijl de wetenschappelijke studie van diezelfde verhalen de ervaringen zichtbaarheid en gewicht gaf in de wereld. De paradox tussen subjectiviteit en objectiviteit is niet iets om op te lossen, maar iets om nieuwsgierig naar te blijven. Ik merk dit vooral in mijn eigen werk over eenzaamheid, waar geen enkele dataset ooit de complexiteit van wat mensen meemaken, kan weergeven. En misschien is dat juist het punt: het mysterie is waarom we vragen blijven stellen, kijken en luisteren.

Jenna Pfeifer is promovendus in de biomechanica en cognitieve robotica aan de faculteit Werktuigbouwkunde. Haar onderzoek richt zich op de effecten van technologie op eenzaamheid onder jongeren. Jenna schrijft om de wereld beter te begrijpen door te proberen twee perspectieven samen te voegen: het wetenschappelijke en het poëtische.

Columnist Jenna Pfeifer

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

J.Pfeifer@tudelft.nl

Comments are closed.