Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

Opinie

Verdeelmodel discrimineert derde-geldstroomonderzoek

De reacties en commentaren in Delta op de door het college van bestuur voorgeschreven herziene verdienfactoren voor research-output gaan vreemd genoeg vrijwel geheel voorbij aan wat volgens mij het meest evidente effect van die nieuwe normering is: de devaluatie van de derde-geldstroomoutput.

br />
Een illustratie. Stel uw vakgroep haalt een contract binnen: twee jaar toegepast onderzoek aan een stukje technologie dat voor een bepaald bedrijf van voldoende belang is om een behoorlijke financiële bijdrage te rechtvaardigen. U spreekt af: halfjaarlijks voortgangsrapportages, na een jaar een interimrapport en na twee jaar het eindrapport. Alle rapportages worden gescreend door een gezamenlijke projectstuurgroep. U bedingt recht op publicatie op internationale congressen en in de vakliteratuur: twee conference papers en een tijdschriftartikel.

Onder de oude normen had die output een waarde van: 2 voortgangsrapporten = 2 x 2 punten; 1 interimrapport = 4 punten; 1 eindrapport = 4 punten; 2 conference papers = 2 x 4 punten en 1 artikel = 4 punten. Totale waarde volgens de oude normen: 24 punten.

Onder de nieuwste normen levert diezelfde output: 4 rapporten = 4 x 1,5 punten; 2 conference papers, respectievelijk van 3 en 3,5 pagina’s lengte en dus te waarderen als abstracts = 2 x 0.03 punten en 1 artikel = 4 punten. Totale waarde volgens de nieuwste normen: 10,6 punten. De norm-output van een standaard derde-geldstroomproject devalueert dus met meer dan zestig procent: een modelmatige output-sturing die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat.

Ons college van bestuur is dus tegen derde-geldstroomonderzoek: het zou research-samenwerking met industriepartners of overheden liefst verbieden, maar meent die vrijheid niet te hebben en geeft daarom, in plaats van een verbod, met het herziene allocatiemodel een helder signaal af: wie zich met derde-geldstroomonderzoek bezig houdt, raakt zestig procent van z’n output-financiering kwijt. Wie niet horen wil zal voelen. En om die boodschap goed in te scherpen: de nieuwe outputnormering wordt met terugwerkende kracht ingevoerd, te beginnen met de output van 1996. Duidelijk toch? Tsja, alleen, het college van bestuur heeft tot nog toe altijd geroepen dat het een groot voorstander is van derde-geldstroomonderzoek en van research-cont(r)acten met industriepartners en overheden. Het college heeft zelfs gezegd dat voor de TU Delft de omvang van de derde geldstroom eigenlijk zou moeten verdubbelen. Om de onderzoeksgroepen daarbij te assisteren wordt zelfs een geheel nieuw Bedrijven Service Centrum worden opgericht. Zou het college zelf eigenlijk wel weten wat het wil?

De reacties en commentaren in Delta op de door het college van bestuur voorgeschreven herziene verdienfactoren voor research-output gaan vreemd genoeg vrijwel geheel voorbij aan wat volgens mij het meest evidente effect van die nieuwe normering is: de devaluatie van de derde-geldstroomoutput.

Een illustratie. Stel uw vakgroep haalt een contract binnen: twee jaar toegepast onderzoek aan een stukje technologie dat voor een bepaald bedrijf van voldoende belang is om een behoorlijke financiële bijdrage te rechtvaardigen. U spreekt af: halfjaarlijks voortgangsrapportages, na een jaar een interimrapport en na twee jaar het eindrapport. Alle rapportages worden gescreend door een gezamenlijke projectstuurgroep. U bedingt recht op publicatie op internationale congressen en in de vakliteratuur: twee conference papers en een tijdschriftartikel.

Onder de oude normen had die output een waarde van: 2 voortgangsrapporten = 2 x 2 punten; 1 interimrapport = 4 punten; 1 eindrapport = 4 punten; 2 conference papers = 2 x 4 punten en 1 artikel = 4 punten. Totale waarde volgens de oude normen: 24 punten.

Onder de nieuwste normen levert diezelfde output: 4 rapporten = 4 x 1,5 punten; 2 conference papers, respectievelijk van 3 en 3,5 pagina’s lengte en dus te waarderen als abstracts = 2 x 0.03 punten en 1 artikel = 4 punten. Totale waarde volgens de nieuwste normen: 10,6 punten. De norm-output van een standaard derde-geldstroomproject devalueert dus met meer dan zestig procent: een modelmatige output-sturing die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat.

Ons college van bestuur is dus tegen derde-geldstroomonderzoek: het zou research-samenwerking met industriepartners of overheden liefst verbieden, maar meent die vrijheid niet te hebben en geeft daarom, in plaats van een verbod, met het herziene allocatiemodel een helder signaal af: wie zich met derde-geldstroomonderzoek bezig houdt, raakt zestig procent van z’n output-financiering kwijt. Wie niet horen wil zal voelen. En om die boodschap goed in te scherpen: de nieuwe outputnormering wordt met terugwerkende kracht ingevoerd, te beginnen met de output van 1996. Duidelijk toch? Tsja, alleen, het college van bestuur heeft tot nog toe altijd geroepen dat het een groot voorstander is van derde-geldstroomonderzoek en van research-cont(r)acten met industriepartners en overheden. Het college heeft zelfs gezegd dat voor de TU Delft de omvang van de derde geldstroom eigenlijk zou moeten verdubbelen. Om de onderzoeksgroepen daarbij te assisteren wordt zelfs een geheel nieuw Bedrijven Service Centrum worden opgericht. Zou het college zelf eigenlijk wel weten wat het wil?

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.