Campus

Zondagsrijders kunnen we niet gebruiken

Naast zijn baan als onderzoeker bij instituut OTB doet Erik Louw iets totaal anders: hij werkt als machinist op een historische stoomtram. ,,Staand op de locomotief kom ik meer los van mijn werk dan thuis.’

,,Een fascinatie voor treinen heb ik altijd al gehad, maar nooit voor stoomtreinen”, aldus Erik Louw (41), die vier dagen per week te vinden is op het onderzoeksinstituut OTB.

Elke donderdagochtend om halfacht opent de OTB’er de deuren van de locomotievenloods van de Museumstoomtram in Hoorn. Hij zet alles klaar, controleert de locomotief en maakt zich op voor een dagje op de stoomtram. ,,Ik ben als eerste aanwezig en ’s avonds laat draai ik als laatste het licht weer uit.”

Louw werkt al sinds 1978 als vrijwilliger op de historische tramlijn. Een leraar van zijn middelbare school nam hem mee en hij raakte geïnteresseerd. ,,Ik ben in de vakantie mee gaan draaien en zat al snel op de locomotief toen ze een tekort aan mensen hadden.” De eerste jaren werkte hij alleen als stoker, later werd hij machinist. ,,Al vind ik stoken nog steeds leuker om te doen.”

Bij OTB werkt Louw ‘nog maar’ tien jaar. Hij doet onderzoek naar grondbeleid en planning van bedrijventerreinen en is actief als voorzitter van de onderdeelcommissie van OTB. ,,Het werk op de stoomtram is goed inpasbaar met mijn werk voor OTB”, vindt Louw. ,,Andersom is het minder flexibel: als je je beschikbaar stelt voor de tram, dan moet je er ook zijn.”

Vuur

De afwisseling tussen de twee banen trekt hem. ,,Bij OTB werk je veel met je hoofd, moet je nadenken over onderzoeksvragen. Werken op de locomotief is fysiek zwaar omdat je de hele dag moet staan, maar heb je direct resultaat. Het is ook een ander slag mensen. Bij OTB zitten toch vooral academici, op de locomotief vind je mensen van alle schakeringen”, zegt hij.

De stoomlijn werd in de vorige eeuw aangelegd om het platteland te ontsluiten. Al lijkt tram misschien niet de juiste term, omdat deze stoomtram op echte treinrails rijdt. De tram vertrekt in de zomermaanden en in de kerstvakantie dagelijks uit het centrum van Hoorn en slingert door het West-Friese landschap naar Medemblik.

Omgaan met het publiek vormt een belangrijk deel van Louws werk. De tram en alles eromheen is immers een museum. ,,Vóór de rit kunnen de bezoekers de werkplaats, het seinhuis en het station bezichtigen. Tijdens de rit stoppen we bij twee gerestaureerde stations. Met kinderen omgaan vind ik het leukst, ik moet ze vaak uitleggen wat steenkool is omdat ze dat niet weten. Soms vinden ze het te eng om in de locomotief te kijken vanwege het grote vuur.”

Het werk als machinist bestaat vooral uit snelheid regelen. ,,Er zijn zeventien overwegen, dus je bent constant aan het afremmen en weer optrekken”, aldus Louw. De weersinvloeden hebben invloed ophet rijden op een locomotief. ,,Vooral zijwind is lastig.”

Ook hij constateert dat mensen steeds agressiever reageren in het verkeer, ook bij zo’n onschuldige toeristische attractie. ,,Soms rijden automobilisten uit ergernis te ver door op de overweg, waardoor ze de slagboom op hun motorkap krijgen”, lacht hij.

Zelfs bij een toeristische tram komen vertragingen voor. ,,Het is geen openbaar vervoer, dus de sfeer is wat gemoedelijker”, zegt Louw. ,,Toch proberen we ons aan de dienstregeling te houden. Soms moeten mensen een bus halen. En ook te vroeg arriveren is natuurlijk niet de bedoeling.”

Total loss

Gaat het werk na 22 jaar niet vervelen? ,,Nee, want geen rit is hetzelfde. Je maakt altijd nieuwe dingen mee”, zegt de OTB’er, die in zijn loopbaan bij de stoomtram maar één ongeluk meemaakte. ,,Dat was een botsing tussen een diesellocomotief en een bus. Die buschauffeur stond stil op de overweg. Ik had voorrang maar de chauffeur hoorde mij niet aankomen, ondanks dat hij de omgeving goed kent. Gelukkig reed ik niet zo hard – zo’n tien kilometer per uur – dus was er geen persoonlijk letsel.” Opmerkelijk is dat de bus inmiddels weer rijdt, terwijl de locomotief total loss is. ,,De diesellocomotief had geen historische waarde dus er is geen museumstuk verloren gegaan.”

In de winter helpen de in totaal ongeveer vierhonderd vrijwilligers bij het onderhoud van de locomotieven en rijtuigen. ,,Mensen die zich bij ons aanmelden, beseffen dat niet altijd. De helft van de vrijwilligers valt dan ook snel af. Er wordt veel inzet verwacht, je moet vaak beschikbaar zijn. We kunnen geen zondagsrijders gebruiken.”

Twee weken geleden heeft de machinist nog op de Bluebell Railway in het Verenigd Koninkrijk gereden in het kader van een uitwisseling van mens en materieel. Met een dieplader werden de historische locomotief plus rijtuigen getransporteerd van Hoorn naar Zuid-Engeland. Een hele operatie, zegt Louw. ,,Het rijden door heuvels en tunnels was interessant omdat het een heel andere rij- en stookstijl vergt dan wij hier gewend zijn.”

Behoefte om er zijn vaste baan van te maken heeft hij nooit gehad. ,,Ik heb eens meegedraaid van begin mei tot begin september. Goed voor je routine, maar ik merkte wel dat ik het werk niet fulltime wilde doen. Ik wil mijn hobby niet kwijt en vind het doen van onderzoek veel te leuk om te missen. Bovendien is de afwisseling tussen het TU-werk en het werk op de tram te mooi om waar te zijn.” Hij zou het werk voor geen goud willen missen. ,,Staand op de locomotief kom ik meer los van mijn werk dan thuis.”

Meer informatie over de stoomtram op www.stoomtram.demon.nl

Naast zijn baan als onderzoeker bij instituut OTB doet Erik Louw iets totaal anders: hij werkt als machinist op een historische stoomtram. ,,Staand op de locomotief kom ik meer los van mijn werk dan thuis.”

,,Een fascinatie voor treinen heb ik altijd al gehad, maar nooit voor stoomtreinen”, aldus Erik Louw (41), die vier dagen per week te vinden is op het onderzoeksinstituut OTB.

Elke donderdagochtend om halfacht opent de OTB’er de deuren van de locomotievenloods van de Museumstoomtram in Hoorn. Hij zet alles klaar, controleert de locomotief en maakt zich op voor een dagje op de stoomtram. ,,Ik ben als eerste aanwezig en ’s avonds laat draai ik als laatste het licht weer uit.”

Louw werkt al sinds 1978 als vrijwilliger op de historische tramlijn. Een leraar van zijn middelbare school nam hem mee en hij raakte geïnteresseerd. ,,Ik ben in de vakantie mee gaan draaien en zat al snel op de locomotief toen ze een tekort aan mensen hadden.” De eerste jaren werkte hij alleen als stoker, later werd hij machinist. ,,Al vind ik stoken nog steeds leuker om te doen.”

Bij OTB werkt Louw ‘nog maar’ tien jaar. Hij doet onderzoek naar grondbeleid en planning van bedrijventerreinen en is actief als voorzitter van de onderdeelcommissie van OTB. ,,Het werk op de stoomtram is goed inpasbaar met mijn werk voor OTB”, vindt Louw. ,,Andersom is het minder flexibel: als je je beschikbaar stelt voor de tram, dan moet je er ook zijn.”

Vuur

De afwisseling tussen de twee banen trekt hem. ,,Bij OTB werk je veel met je hoofd, moet je nadenken over onderzoeksvragen. Werken op de locomotief is fysiek zwaar omdat je de hele dag moet staan, maar heb je direct resultaat. Het is ook een ander slag mensen. Bij OTB zitten toch vooral academici, op de locomotief vind je mensen van alle schakeringen”, zegt hij.

De stoomlijn werd in de vorige eeuw aangelegd om het platteland te ontsluiten. Al lijkt tram misschien niet de juiste term, omdat deze stoomtram op echte treinrails rijdt. De tram vertrekt in de zomermaanden en in de kerstvakantie dagelijks uit het centrum van Hoorn en slingert door het West-Friese landschap naar Medemblik.

Omgaan met het publiek vormt een belangrijk deel van Louws werk. De tram en alles eromheen is immers een museum. ,,Vóór de rit kunnen de bezoekers de werkplaats, het seinhuis en het station bezichtigen. Tijdens de rit stoppen we bij twee gerestaureerde stations. Met kinderen omgaan vind ik het leukst, ik moet ze vaak uitleggen wat steenkool is omdat ze dat niet weten. Soms vinden ze het te eng om in de locomotief te kijken vanwege het grote vuur.”

Het werk als machinist bestaat vooral uit snelheid regelen. ,,Er zijn zeventien overwegen, dus je bent constant aan het afremmen en weer optrekken”, aldus Louw. De weersinvloeden hebben invloed ophet rijden op een locomotief. ,,Vooral zijwind is lastig.”

Ook hij constateert dat mensen steeds agressiever reageren in het verkeer, ook bij zo’n onschuldige toeristische attractie. ,,Soms rijden automobilisten uit ergernis te ver door op de overweg, waardoor ze de slagboom op hun motorkap krijgen”, lacht hij.

Zelfs bij een toeristische tram komen vertragingen voor. ,,Het is geen openbaar vervoer, dus de sfeer is wat gemoedelijker”, zegt Louw. ,,Toch proberen we ons aan de dienstregeling te houden. Soms moeten mensen een bus halen. En ook te vroeg arriveren is natuurlijk niet de bedoeling.”

Total loss

Gaat het werk na 22 jaar niet vervelen? ,,Nee, want geen rit is hetzelfde. Je maakt altijd nieuwe dingen mee”, zegt de OTB’er, die in zijn loopbaan bij de stoomtram maar één ongeluk meemaakte. ,,Dat was een botsing tussen een diesellocomotief en een bus. Die buschauffeur stond stil op de overweg. Ik had voorrang maar de chauffeur hoorde mij niet aankomen, ondanks dat hij de omgeving goed kent. Gelukkig reed ik niet zo hard – zo’n tien kilometer per uur – dus was er geen persoonlijk letsel.” Opmerkelijk is dat de bus inmiddels weer rijdt, terwijl de locomotief total loss is. ,,De diesellocomotief had geen historische waarde dus er is geen museumstuk verloren gegaan.”

In de winter helpen de in totaal ongeveer vierhonderd vrijwilligers bij het onderhoud van de locomotieven en rijtuigen. ,,Mensen die zich bij ons aanmelden, beseffen dat niet altijd. De helft van de vrijwilligers valt dan ook snel af. Er wordt veel inzet verwacht, je moet vaak beschikbaar zijn. We kunnen geen zondagsrijders gebruiken.”

Twee weken geleden heeft de machinist nog op de Bluebell Railway in het Verenigd Koninkrijk gereden in het kader van een uitwisseling van mens en materieel. Met een dieplader werden de historische locomotief plus rijtuigen getransporteerd van Hoorn naar Zuid-Engeland. Een hele operatie, zegt Louw. ,,Het rijden door heuvels en tunnels was interessant omdat het een heel andere rij- en stookstijl vergt dan wij hier gewend zijn.”

Behoefte om er zijn vaste baan van te maken heeft hij nooit gehad. ,,Ik heb eens meegedraaid van begin mei tot begin september. Goed voor je routine, maar ik merkte wel dat ik het werk niet fulltime wilde doen. Ik wil mijn hobby niet kwijt en vind het doen van onderzoek veel te leuk om te missen. Bovendien is de afwisseling tussen het TU-werk en het werk op de tram te mooi om waar te zijn.” Hij zou het werk voor geen goud willen missen. ,,Staand op de locomotief kom ik meer los van mijn werk dan thuis.”

Meer informatie over de stoomtram op www.stoomtram.demon.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.