Roeifietsen in het water. Een nieuwe sport? Wie weet. Eerstejaars studenten werktuigbouwkunde lieten hun ‘amfibiefietsen’ voor het integraal ontwerpproject afgelopen vrijdag te water in de faculteitsvijver.
br />
Zeventien groepen studenten zetten de eerste ideeën voor hun voertuig in februari op papier. De schetsen werden driedimensionale tekeningen op de computer en die resulteerden op hun beurt in de fietsen waarmee deze vrijdag geraced wordt.
De roeifietsen zijn uitgerust met drijvers en een aandrijving, zodat ze ook in het water vooruit komen.
De wedstrijd is al de hele ochtend bezig, maar een kijkje op het scorebord laat zien dat de meeste ontwerpen niet echt zeewaardig zijn: ‘gezonken’ is het meest voorkomende commentaar, samen met ‘straftijd voor duwen’.
De groepen die nog moeten racen hebben er echter het volste vertrouwen in. Deelnemer David Roodenburg legt uit dat zijn amfibiefiets wordt aangedreven door een jet stream. Een pomp vult zich eerst met water en wordt vervolgens leeggeperst, waardoor de fiets vooruit gaat. ,,Bij de test ontplofte de pomp, de druk was te hoog”, aldus Roodenburg. Er zit nu wat extra plakband om de pomp en de student hoopt nu in elk geval één meter ver te komen.
Zodra de fiets te water komt, blijkt de berijder te licht: de inlaat van de pomp hangt enkele decimeters boven het water. Als de dappere berijder zijn gewicht naar voren verplaatst om de pomp naar beneden te krijgen, komt aan de achterkant van de fiets de aandrijving boven het water uit. Schommelend probeert hij zijn amfibische fiets recht te krijgen, en schommelend gaat hij uiteindelijk te water. Ook dit team besluit tot duwen over te gaan – eveneens goed voor strafpunten.
Inmiddels maakt de volgende groep zich klaar voor de start. Sarah Bahramali sleutelt nog wat aan haar fiets. ,,De test was succesvol in het water, maar de stabiliteit op land is wel een probleem omdat de drijvers zo hoog zitten.” Haar groep heeft er zin in. Bij de waterkant aangekomen klappen de drijvers naar beneden en gaat de fiets te water. Hij wordt aangedreven door een schroef en gaat redelijk succesvol vooruit, maar dan zien de toeschouwers iets achter fiets drijven: de schroef is losgeraakt.
Docent en wedstrijdleider Jos Knoester begeleidt de groepen tijdens het ontwerpproject. Ieder jaar wordt een ander ontwerpidee gekozen. Vorig jaar bouwden de studenten ‘kabelfietsen’, waarmee ze langs een kabel verticaal omhoog reden. Die waren succesvoller dan de fietsen van vandaag.
Voor de eerstejaars is het project de eerste keer dat een eigen ontwerp ook echt getest wordt. Dat vinden ze een leuke ervaring, denkt de docent. Zo denkt het publiek er ook over. Immers: geen vermaak zo goed als leedvermaak.
Roeifietsen in het water. Een nieuwe sport? Wie weet. Eerstejaars studenten werktuigbouwkunde lieten hun ‘amfibiefietsen’ voor het integraal ontwerpproject afgelopen vrijdag te water in de faculteitsvijver.
Zeventien groepen studenten zetten de eerste ideeën voor hun voertuig in februari op papier. De schetsen werden driedimensionale tekeningen op de computer en die resulteerden op hun beurt in de fietsen waarmee deze vrijdag geraced wordt.
De roeifietsen zijn uitgerust met drijvers en een aandrijving, zodat ze ook in het water vooruit komen.
De wedstrijd is al de hele ochtend bezig, maar een kijkje op het scorebord laat zien dat de meeste ontwerpen niet echt zeewaardig zijn: ‘gezonken’ is het meest voorkomende commentaar, samen met ‘straftijd voor duwen’.
De groepen die nog moeten racen hebben er echter het volste vertrouwen in. Deelnemer David Roodenburg legt uit dat zijn amfibiefiets wordt aangedreven door een jet stream. Een pomp vult zich eerst met water en wordt vervolgens leeggeperst, waardoor de fiets vooruit gaat. ,,Bij de test ontplofte de pomp, de druk was te hoog”, aldus Roodenburg. Er zit nu wat extra plakband om de pomp en de student hoopt nu in elk geval één meter ver te komen.
Zodra de fiets te water komt, blijkt de berijder te licht: de inlaat van de pomp hangt enkele decimeters boven het water. Als de dappere berijder zijn gewicht naar voren verplaatst om de pomp naar beneden te krijgen, komt aan de achterkant van de fiets de aandrijving boven het water uit. Schommelend probeert hij zijn amfibische fiets recht te krijgen, en schommelend gaat hij uiteindelijk te water. Ook dit team besluit tot duwen over te gaan – eveneens goed voor strafpunten.
Inmiddels maakt de volgende groep zich klaar voor de start. Sarah Bahramali sleutelt nog wat aan haar fiets. ,,De test was succesvol in het water, maar de stabiliteit op land is wel een probleem omdat de drijvers zo hoog zitten.” Haar groep heeft er zin in. Bij de waterkant aangekomen klappen de drijvers naar beneden en gaat de fiets te water. Hij wordt aangedreven door een schroef en gaat redelijk succesvol vooruit, maar dan zien de toeschouwers iets achter fiets drijven: de schroef is losgeraakt.
Docent en wedstrijdleider Jos Knoester begeleidt de groepen tijdens het ontwerpproject. Ieder jaar wordt een ander ontwerpidee gekozen. Vorig jaar bouwden de studenten ‘kabelfietsen’, waarmee ze langs een kabel verticaal omhoog reden. Die waren succesvoller dan de fietsen van vandaag.
Voor de eerstejaars is het project de eerste keer dat een eigen ontwerp ook echt getest wordt. Dat vinden ze een leuke ervaring, denkt de docent. Zo denkt het publiek er ook over. Immers: geen vermaak zo goed als leedvermaak.
Comments are closed.