Vrijdag herdenkt de TU de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog op de toenmalige Technische Hogeschool. Betty Biegel (1886-1943) is de enige vrouw op de herdenkingsplaquette. Het verhaal van een wetenschapper die vocht voor haar gezag, totdat de jodenvervolging haar dat afnam.
Betty laat haar nieuwe testapparaat voor chauffeurs zien aan haar gasten. (Bron: Foto origineel gepubliceerd in De Telegraaf op 30 juli 1936, geraadpleegd via krantenarchief Delpher)
In Betty’s tas zat altijd een buisje gif. Gekregen van een familielid dat het goedje vervaardigde. Al tijdens de wiskundeles op school had ze aan één blik in haar tasje genoeg om te weten: mij maken ze niks.
Die capsule cyaankali werd haar dood en haar redding. Ze was nog maar enkele dagen in Westerbork toen Betty in mei 1943 hoorde dat ze de volgende ochtend op de trein zou worden gezet naar een volgende bestemming.
Betty nam daarop het heft in eigen hand, zoals ze haar hele leven had gedaan. Het buisje bood uitkomst; bij zonsopgang was ze dood.
Herdenkingsbijeenkomst op de TU Delft
Vrijdagmiddag 2 mei 2025 om 16.00 uur worden de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog op de toenmalige Technische Hogeschool herdacht. Het college van bestuur en afgevaardigden namens studie- en studentenverenigingen leggen een krans bij de gedenkplaat in de Aula. Ook anderen mogen hier bloemen of een krans bij leggen. Dat kan nog tot en met 6 mei.
Dat is tevens de laatste dag waarop je de minitentoonstelling ‘Tachtig jaar herdenken’ kunt bezoeken, die voor de gedenkplaat staat opgesteld. Deze door de erfgoedsectie opgebouwde tentoonstelling blikt terug op de herdenkingsdienst van 19 september 1945 in de Nieuwe Kerk. In die dienst herdenkt het Delftsche Studentenverzet de studenten die omkwamen in de oorlog, toen nog maar kort daarvoor afgelopen.
Was het misschien het buisje gif in haar tas dat haar het vertrouwen, of het lef, gaf om haar ambities waar te maken? Rebekka Aleida Biegel, zoals haar volledige naam luidde, was in ieder geval een vrouw die zich nergens door liet tegenhouden.
Gedreven wetenschapper
In een tijd waarin vrouwen hun ambities dienden in te dammen, studeert Betty juist af als natuurkundige, laat zich op haar 39ste omscholen tot psycholoog en leidt vervolgens veertien jaar lang haar eigen lab bij de PTT (Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie). Daar bedenkt en doet ze testen om de geschiktheid van onder andere aspirant-telefonistes en chauffeurs te toetsen.
Ze is een gedreven wetenschapper en reist door heel Europa voor bijeenkomsten, congressen en lezingen. Onvermoeibaar schrijft ze artikelen voor verschillende tijdschriften, waarin ze vooral haar ideeën voor een psychotechnische keuring voor chauffeurs uit de doeken doet.
Betty is een rijzige vrouw met donker haar, donkere ogen en altijd gekleed in eveneens donkere, lange jurken. Voor haar naasten is ze Betty, maar ze staat erop om door ieder ander doctor Betty genoemd te worden. Ze weet maar al te goed dat elk stukje autoriteit haar als vrouw in een mannenwereld goed van pas komt.
Van levensbelang
Zo ook op de TU Delft, indertijd de Technische Hogeschool (TH). Betty werkt sinds 1929 bij de PTT en acht het van levensbelang dat studenten kennis nemen van haar vakgebied. Hoogst ongebruikelijk stelt ze daarom zelf een docentschap aan de TH voor aan de minister:
“Hoewel de Psychotechniek nog slechts een jonge wetenschap is, is zij onmisbaar gebleken voor de juiste waardering van den menschelijke factor in het arbeidsproces. Voor toekomstige leiders van bedrijven en ingenieurs is het daarom zeer gewenscht dat zij zich op de hoogte kunnen stellen van de Psychotechniek.”
Eerst wordt haar haar verzoek afgewezen, maar na een geslaagde voordracht bij Gezelschap Leeghwater (studievereniging werktuigbouwkunde) mag ze in 1934 toch aantreden als privaatdocent.

Op de TH is Betty een buitenbeentje. Ze heeft geen eigen werkkamer of lab op de Technische Hogeschool. Maar de kleine groep studenten die speciaal voor haar practica afreist naar het PTT-laboratorium is wel enthousiast.
Menschfactor in het arbeidsproces
Haar openbare les, vergelijkbaar met de intreerede anno 2025, geeft een indruk van haar vak. Ze spreekt van de ‘menschfactor in het arbeidsproces’. Het is makkelijk om die te vergeten nu machines een steeds grotere rol spelen, waarschuwt ze. Terwijl hij zo belangrijk is:
“De factor mensch bestaat uit levende wezens, met gaven en tekortkomingen, met wenschen en zorgen, onderhevig aan stemmingen en gevoelig voor alle invloeden van buiten. Slechts hij, die dit inziet, kan waarlijk een leider worden.”
De psychotechniek, of specifieker nog, het psychotechnische lab bij de PTT, is haar levenswerk geworden, schrijft Betty zelf in 1937. Maar daar komt niet veel later een einde aan, als in 1941 alle Joden in overheidsdienst worden ontslagen.
Het jaar erna krijgt Betty het bevel om een ander psychotechnisch laboratorium te leiden. Het enige waar ze haar vak nog mag uitoefenen, dat bij de Joodse Raad in Amsterdam. Die organisatie is in het leven geroepen door de Duitsers en moet de Joodse gemeenschap in Amsterdam besturen en controleren.
Nooit ondergedoken
Ondanks haar rol kwam Betty’s naam staat niet op de lijsten van ‘onmisbaren’ die de Joodse Raad opstelde om, tevergeefs, te voorkomen dat deze groep gedeporteerd werd. Evenmin komt de naam Biegel voor op een van de lijsten met Joden die verdienstelijk zijn geweest op het gebied van cultuur of wetenschap – waarvoor ook gold dat de mensen erop alsnog gedeporteerd werden. Ook lijkt het erop dat Betty nooit geprobeerd heeft onder te duiken.
Betty en haar zus Annie zijn waarschijnlijk opgepakt bij een grootschalige razzia op 25 mei 1943. Wat zeker is, is dat ze de dag erna arriveren in Westerbork. In de nacht van 31 mei op 1 juni horen de zusters dat ze zich moeten klaarmaken voor vertrek.
Zover laten de twee het niet komen. Het buisje cyaankali dat al zoveel jaren is meegegaan, bewijst zijn dienst en nog voor zonsopgang overlijdt Betty op 54-jarige leeftijd. Haar zus volgt enkele uren later.
Nauwelijks een spoor
Ruim tachtig jaar na haar dood is de gedenkplaat in de Aula het enige op de TU dat nog herinnert aan Betty. Maar haar inspanningen in de psychotechniek werken door. De door haar ontwikkelde test voor de chauffeurskeuring werd 34.565 keer ingezet en pas in 1971 vervangen door een nieuwe variant.

Dankzij Betty komt er aandacht voor de rol van psychologie in werksituaties, iets waar de PTT nog jarenlang een unieke positie in hield. Ook buiten het postkantoor krijgen haar ideeën voet aan de grond en werden psychologische testen in een sollicitatieproces steeds normaler.
Welke rol haar privaatlessen daar precies hebben gehad, valt niet te zeggen. Maar zonder Betty Biegel had de psychologie in de Nederlandse werkomgeving er wel eens heel anders uit kunnen zien.
Betty Biegel en Albert Einstein
Betty kreeg begin dit jaar enige bekendheid dankzij nieuw AI-onderzoek van Amsterdamse informatici. Zij identificeerden haar op een groepsfoto uit 1913 met Albert Einstein in het Zwitserse Zürich. Betty was toen 27 jaar oud.
Waarschijnlijk was ze daar als ‘Rechenpferde’ (rekenpaard) om Einstein te helpen bij zijn berekening. De man was weliswaar briljant, maar geen rekenwonder. Daarvoor kreeg hij hulp van anderen, waaronder dus Betty.
De ontdekking doet ertoe, aldus onderzoeker en Betty’s verre familielid Chris Verhoef in NRC. “Dit gaat om vrouwengeschiedenis, en de geschiedenis van gemarginaliseerde groepen, maar voor mij persoonlijk geldt ook: Betty heeft nu een gezicht.”
- Bron: Rebekka Aleida Biegel (1886-1943), Een vrouw in de psychologie, A.C. Rümke (1996)
Met dank aan Abel Streefland (universiteitshistoricus TU Delft)

Comments are closed.