Campus

Zelfs de Titanic blijft drijven

Een jaar lang is er aan de kano’s gebouwd. Zaterdag werden de boten varend uitgeprobeerd op de Grote Plas in de Delftse Hout. Bijna dertig kano’s van beton, van negen verschillende studententeams streden om de prijzen.

Laten zien wat er met beton mogelijk is. Dat was de achterliggende gedachte toen het Betondispuut, studievereniging van civiele techniek, in 1972 de betonkanoraces in Nederland introduceerde. Voor het eerst sinds 2001 is de organisatie weer in Delftse handen. In races over 200 en 400 meter proberen de mannelijke, vrouwelijke en gemengde koppels de mogelijkheden van de vaartuigen uit.

Het is koud, bewolkt en druilerig rond de Grote Plas. Op de wal staan plukjes mensen, van onder de paraplu, naar de verrichtingen op het water te kijken of elkaars boten te bewonderen. De buitentap trekt in de voormiddag vooralsnog weinig belangstelling. Een warme beker koffie gaat er bij de meesten beter in. Op de tafel van de wedstrijdleiding staan twaalf zilveren bekers te glimmen.

De aangemeerde boten hebben de wonderlijkste namen. De makers van Als Een Baksteen hebben kennelijk weinig fiducie in hun ontwerp. De SV Cocktail is uitgerust met vier aan de reling gemonteerde biermeters, om handig je bierflesje in te kunnen parkeren. Sommige boten hebben een akelig dun betonnen wandje.

De Delftse ploeg is tevreden over de eigen bouwsels. “Vorig jaar hadden we veel te zware boten”, vertelt wedstrijdcommissaris Adil Malih. “Dit jaar zijn ze een stuk lichter, doordat we een sterk verbeterd mengsel hebben gebruikt. De boten zijn ook beter gestroomlijnd.”

Een goede mal is belangrijk, vertelt medecommissielid en ex-deelnemer Ton Boeters. “Wij hebben een zwaard onder de boot. Als enige, want zoiets is lastig te maken. Het liefst wil je toch dat de boot in zijn geheel uit één mal komt. Maar wij vinden een zwaard belangrijk, omdat je dan beter recht vooruit kunt varen en niet zo snel rondjes gaat draaien. We hebben het zwaard bevestigd met stalen hoekprofieltjes, met een boutje erdoor.”

Het gaat er niet alleen om hoe hard je roeit, het is ook een kwestie van behendigheid, zo blijkt tijdens de races. Hoe lichter de boot, hoe instabieler en hoe moeilijker om in rechte lijn te blijven varen. Kort na een van de starts liggen drie boten elkaar dusdanig in de weg, dat zij als één klont afdrijven, tot grote hilariteit van het publiek. De vierde boot gaat er moeiteloos met de winst vandoor. De Titanic, vanwege zijn lompe en zware voorkomen bij omstanders beter bekend als ‘De doodskist’, haalt in een volgende race de eindstreep zonder te zinken.

Langs de kant praat men intussen over zelfverdichtende mengsels, mortel, ribben en kippengaas. Dat laatste wordt gebruikt als wapening. De mogelijkheden om steeds weer verbeterde technieken toe te passen zijn nog lang niet uitgeput, vertelt docent civiele techniek en jurylid Arnold van der Marel. “De betontechnologie is de laatste tien, vijftien jaar in opmars. De samenstellingen van cement zijn zodanig veranderd, dat je met bepaalde mixen van cementsoorten en hulpstoffen steeds steviger hogesterktebeton kan maken. Dat resulteert in heel dunne wanddikte. Vooral de Franse ploeg heeft daar gebruik van gemaakt.”

De afvaardiging van de universiteit van Bourges wint er zowel de constructie- als de innovatieprijs mee. De schoonheidsprijs is voor een boot van Universiteit Twente en de prijs voor de lichtste kano is voor een veertien kilo wegende boot van de TU Eindhoven. Dezelfde ploeg sleept ook de prijs van de Grootste Pechvogel in de wacht. Voor de kano Innovatieve, die na een botsing onder water verdwijnt. Ook dat is de charme van een betonkanorace.

Laten zien wat er met beton mogelijk is. Dat was de achterliggende gedachte toen het Betondispuut, studievereniging van civiele techniek, in 1972 de betonkanoraces in Nederland introduceerde. Voor het eerst sinds 2001 is de organisatie weer in Delftse handen. In races over 200 en 400 meter proberen de mannelijke, vrouwelijke en gemengde koppels de mogelijkheden van de vaartuigen uit.

Het is koud, bewolkt en druilerig rond de Grote Plas. Op de wal staan plukjes mensen, van onder de paraplu, naar de verrichtingen op het water te kijken of elkaars boten te bewonderen. De buitentap trekt in de voormiddag vooralsnog weinig belangstelling. Een warme beker koffie gaat er bij de meesten beter in. Op de tafel van de wedstrijdleiding staan twaalf zilveren bekers te glimmen.

De aangemeerde boten hebben de wonderlijkste namen. De makers van Als Een Baksteen hebben kennelijk weinig fiducie in hun ontwerp. De SV Cocktail is uitgerust met vier aan de reling gemonteerde biermeters, om handig je bierflesje in te kunnen parkeren. Sommige boten hebben een akelig dun betonnen wandje.

De Delftse ploeg is tevreden over de eigen bouwsels. “Vorig jaar hadden we veel te zware boten”, vertelt wedstrijdcommissaris Adil Malih. “Dit jaar zijn ze een stuk lichter, doordat we een sterk verbeterd mengsel hebben gebruikt. De boten zijn ook beter gestroomlijnd.”

Een goede mal is belangrijk, vertelt medecommissielid en ex-deelnemer Ton Boeters. “Wij hebben een zwaard onder de boot. Als enige, want zoiets is lastig te maken. Het liefst wil je toch dat de boot in zijn geheel uit één mal komt. Maar wij vinden een zwaard belangrijk, omdat je dan beter recht vooruit kunt varen en niet zo snel rondjes gaat draaien. We hebben het zwaard bevestigd met stalen hoekprofieltjes, met een boutje erdoor.”

Het gaat er niet alleen om hoe hard je roeit, het is ook een kwestie van behendigheid, zo blijkt tijdens de races. Hoe lichter de boot, hoe instabieler en hoe moeilijker om in rechte lijn te blijven varen. Kort na een van de starts liggen drie boten elkaar dusdanig in de weg, dat zij als één klont afdrijven, tot grote hilariteit van het publiek. De vierde boot gaat er moeiteloos met de winst vandoor. De Titanic, vanwege zijn lompe en zware voorkomen bij omstanders beter bekend als ‘De doodskist’, haalt in een volgende race de eindstreep zonder te zinken.

Langs de kant praat men intussen over zelfverdichtende mengsels, mortel, ribben en kippengaas. Dat laatste wordt gebruikt als wapening. De mogelijkheden om steeds weer verbeterde technieken toe te passen zijn nog lang niet uitgeput, vertelt docent civiele techniek en jurylid Arnold van der Marel. “De betontechnologie is de laatste tien, vijftien jaar in opmars. De samenstellingen van cement zijn zodanig veranderd, dat je met bepaalde mixen van cementsoorten en hulpstoffen steeds steviger hogesterktebeton kan maken. Dat resulteert in heel dunne wanddikte. Vooral de Franse ploeg heeft daar gebruik van gemaakt.”

De afvaardiging van de universiteit van Bourges wint er zowel de constructie- als de innovatieprijs mee. De schoonheidsprijs is voor een boot van Universiteit Twente en de prijs voor de lichtste kano is voor een veertien kilo wegende boot van de TU Eindhoven. Dezelfde ploeg sleept ook de prijs van de Grootste Pechvogel in de wacht. Voor de kano Innovatieve, die na een botsing onder water verdwijnt. Ook dat is de charme van een betonkanorace.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.