Zelfgeschilde aardappels

r.ir. Mick Eekhout (Bouwkunde)

Tussenstand: Veltkamp wil in december 2006 promoveren

“Het onderwerp van mijn promotieonderzoek komt voort uit de praktijk. Daarom werk ik vier dagen per week als promovendus en de vijfde dag bij Octatube, het bedrijf van mijn promotor.

Op de universiteit zijn we heel goed in oplossingen op papier, maar zodra het gemaakt gaat worden, komen de problemen. Octatube doet de praktijk.

Blobs zijn geometrische ingewikkelde gebouwvormen, met een onregelmatige en een constructief meestal inefficiënte vorm. Een voorbeeld is het Floriade-paviljoen van architect Kas Oosterhuis, dat naar de TU-wijk zal komen.

Juist bij het ontwerpen van Blobs is het probleem: hoe maak je die dingen? Ik maak een overzicht van zo veel mogelijk benaderingen om deze Blobs te realiseren, met de nadruk op de constructie. Ik bekijk welke geometrische systemen je op de constructie kunt loslaten. Je zou een geometrie kunnen toepassen die gemaakt wordt met matten, spanten, ribben of staven, die al dan niet bepaalde krommingen volgen of meedraaien met de huid van het gebouw. De constructieve oplossingen die ik ga bieden, vergroten het aantal mogelijkheden voor de ontwerper in de beroepspraktijk en maken consequenties van ontwerpkeuzes duidelijk.

Ik ben er altijd mee bezig. Ik houd in mijn boek bij wanneer de beste ideeën opkomen, dat is meestal rond een uur of twee ’s nachts. Verder eet ik veel zelfgeschilde aardappels – Blobs bij uitstek.

Over promoveren hoor je vaak dat het saai zou zijn, dat zaken traag lopen en dat je eenzaam in je hokje zit. Ik denk dan altijd: dat zal allemaal wel. Veel ligt aan jezelf, er zijn mogelijkheden zat. Als promovendus moet je een beetje assertief zijn.

Toen ik begon als promovendus was mij een hechte werkkring beloofd. Maar hoewel er een hoop gebeurt op Blob-gebied, weten mensen niet van elkaar wat ze precies doen. Omdat er geen structuur is, gaat veel waardevolle informatie verloren. Dat probleem speelt trouwens overal: ik heb civiele techniek gestudeerd en op die opleiding is het niet anders. Samen met collega’s heb ik nu zelf een symposium georganiseerd om bekendheid te geven aan alle Blob-onderzoeksprojecten. Dat bleken er wel 45 te zijn.

Wat ik na mijn promoveren wil doen weet ik nog niet, maar de mix van onderzoek en praktijk blijft aantrekkelijk. De praktijk vind ik te pragmatisch en onderzoek vind ik te theoretisch. Het zou iets daartussenin moeten zijn.” (OvdB)

(Foto: Hans Stakelbeek)

Naam: Martijn Veltkamp (27)

Nationaliteit: Nederlandse

Onderwerp: Product development of structural systems in Blob-designs

Promotor: prof.dr.ir. Mick Eekhout (Bouwkunde)

Tussenstand: Veltkamp wil in december 2006 promoveren

“Het onderwerp van mijn promotieonderzoek komt voort uit de praktijk. Daarom werk ik vier dagen per week als promovendus en de vijfde dag bij Octatube, het bedrijf van mijn promotor.

Op de universiteit zijn we heel goed in oplossingen op papier, maar zodra het gemaakt gaat worden, komen de problemen. Octatube doet de praktijk.

Blobs zijn geometrische ingewikkelde gebouwvormen, met een onregelmatige en een constructief meestal inefficiënte vorm. Een voorbeeld is het Floriade-paviljoen van architect Kas Oosterhuis, dat naar de TU-wijk zal komen.

Juist bij het ontwerpen van Blobs is het probleem: hoe maak je die dingen? Ik maak een overzicht van zo veel mogelijk benaderingen om deze Blobs te realiseren, met de nadruk op de constructie. Ik bekijk welke geometrische systemen je op de constructie kunt loslaten. Je zou een geometrie kunnen toepassen die gemaakt wordt met matten, spanten, ribben of staven, die al dan niet bepaalde krommingen volgen of meedraaien met de huid van het gebouw. De constructieve oplossingen die ik ga bieden, vergroten het aantal mogelijkheden voor de ontwerper in de beroepspraktijk en maken consequenties van ontwerpkeuzes duidelijk.

Ik ben er altijd mee bezig. Ik houd in mijn boek bij wanneer de beste ideeën opkomen, dat is meestal rond een uur of twee ’s nachts. Verder eet ik veel zelfgeschilde aardappels – Blobs bij uitstek.

Over promoveren hoor je vaak dat het saai zou zijn, dat zaken traag lopen en dat je eenzaam in je hokje zit. Ik denk dan altijd: dat zal allemaal wel. Veel ligt aan jezelf, er zijn mogelijkheden zat. Als promovendus moet je een beetje assertief zijn.

Toen ik begon als promovendus was mij een hechte werkkring beloofd. Maar hoewel er een hoop gebeurt op Blob-gebied, weten mensen niet van elkaar wat ze precies doen. Omdat er geen structuur is, gaat veel waardevolle informatie verloren. Dat probleem speelt trouwens overal: ik heb civiele techniek gestudeerd en op die opleiding is het niet anders. Samen met collega’s heb ik nu zelf een symposium georganiseerd om bekendheid te geven aan alle Blob-onderzoeksprojecten. Dat bleken er wel 45 te zijn.

Wat ik na mijn promoveren wil doen weet ik nog niet, maar de mix van onderzoek en praktijk blijft aantrekkelijk. De praktijk vind ik te pragmatisch en onderzoek vind ik te theoretisch. Het zou iets daartussenin moeten zijn.” (OvdB)

(Foto: Hans Stakelbeek)