Simpele internetcafés verbeteren het dagelijks leven van de armen in Lima. Internet is ongekend populair in sloppenwijken zonder voorzieningen als een postkantoor, jeugdhonk of bibliotheek.
Tijd voor elektronische gezondheidszorg.
Lima kende recessie na recessie. De middenklasse is grotendeels opgelost in het niets. De meeste inwoners van de megastad wonen in stadsdelen waar de overheid alleen voor scholen en hoofdwegen zorgt. Tijdens de crisis in 1998 beëindigden 150 duizend mensen hun telefoonabonnement. Te duur.
Geen omstandigheden waarin je verwacht dat het internetgebruik opbloeit. Niets is echter minder waar. De cabinas públicas de Internet, een soort eenvoudige internetcafeetjes met betaalbare, snelle en betrouwbare internetverbindingen, schoten afgelopen jaren in arme buurten als paddestoelen uit de grond. De prijzen liggen zeventig procent lager dan die van internet via een aansluiting in je eigen huis.
Van ruim veertig procent van de gezinnen in Lima, begeeft inmiddels minstens één gezinslid zich op het world wide web. Ook bellen naar het buitenland via internet is populair. De internetgebruikers besteden per week gemiddeld vijf procent van hun weekinkomen – zo’n veertig dollar – om cyberspace te betreden, ontdekte TU-stedenbouwkundige Ana María Fernández-Maldonado, geboren in Lima. Ze interviewde voor haar promotieonderzoek 25 managers van internetcafés in de megastad en verzamelde via via allerlei informatie.
,,Vooral de jeugd maakt intensief gebruik van internet in de cabinas públicas”, vertelt de Bouwkundepromovendus van het project The Network City van het ministerie van Vrom. ,,Internet is een handig hulpmiddel als je een werkstuk moet maken en er geen encyclopedie in de kast staat of geen bibliotheek in de buurt is.”
Jongeren hopen dat hun computervaardigheden hun positie op de arbeidsmarkt verbeteren. ,,Het enthousiasme is zo groot omdat het een mix is van entertainment en werken aan je toekomst. En ze participeren virtueel in een moderner deel van de wereld, dat hun meer te bieden heeft dan het leven in een arme stad.”
Politici
Een vrouw van zestig komt binnen met een klein papiertje. Ze vraagt de eigenaar om hulp om haar brief te versturen en haar e-mail op te halen. Het gebeurt regelmatig in de cabinas públicas de Internet, waarvan kleine, onafhankelijke ondernemers er inmiddels duizenden van hebben geopend. Toch zijn de meeste gebruikers jong. Zestig procent is niet ouder dan 24. Zeven procent van de gebruikers is tussen de veertig en zestig jaar oud.
Internet laat de jeugd in de sloppenwijken dromen van een betere toekomst, stelt Fernández-Maldonado in een recent artikel in het Journal of Urban Technology. Die dromen zijn echter nog niet zo realistisch, omdat internet vooral voor sociale communicatie als e-mailen en chatten wordt gebruikt en nog weinig voor zakelijke activiteiten.
De creativiteit van de armen is enorm. Zo verzorgen ondernemers in de informele sector zelfs betaalbaar openbaar vervoer in de gebieden waar de overheid verstek laat gaan. Een echte stap voorwaarts is echter vaak te groot voor mensen die van dag tot dag leven. Met hun enthousiasme voor internet hebben ze een eerste stap gemaakt, en nu is het aan de Peruaanse politici om met beleid te komen om internet te gebruiken voor economische vooruitgang, stelt de stedenbouwkundige.
Gratis
,,De overheid denkt: de cabines zijn er al, dus we hoeven zelf niets meer te doen.” Er kan echter meer met internet. De armen zijn in Lima erg goed georganiseerd, weet Fernández-Maldonado. Als buurtorganisaties de sprong in cyberspace wagen, kunnen ze beter voor hun belangen opkomen door beter te communiceren met overheden. Zo kunnen ze hun leden beter informeren. ,,Internet wordt nu nog erg individualistisch gebruikt, maar ik hoop dat bijvoorbeeld ook vrouwenorganisaties of jeugdclubs de mogelijkheden van internet ontdekken.”
Lokale overheden kunnen dit stimuleren door voor belangenverenigingen een stukje server beschikbaar te stellen. ,,Geef mensen wat ruimte op internet, dan gaan ze wel nadenken over wat ze er mee kunnen doen”, stelt Fernández-Maldonado. ,,Als ouderen ideeën hebben, vinden ze altijd wel jongeren die een website kunnen maken. Als lokale politici het echt belangrijk vinden, kunnen ze er hier via fondsen wel geld voor vinden.”
Fernández-Maldonado kijkt hoopvol naar de toekomst. ,,Kinderen zijn de experts van de toekomst. Ik kwam zelfs een cabine-eigenaar tegen die kleine kinderen zaterdagochtend gratis laat internetten.”
Fernández-Maldonado ziet veel mogelijkheden om de sociaal-economische situatie van haar landgenoten te verbeteren, van elektronisch leren tot bankieren en elektronische gezondheidszorg. De gezondheidszorg is bijvoorbeeld te verbeteren door de lokale gezondheidsposten met elkaar in verbinding te stellen via internet. Via een chat group zouden wijkverpleegkundigen vragen aan elkaar kunnen stellen of aan een specialist. De initiatieven moeten wel vanuit de mensen zelf komen om het echt succesvol te maken, denkt Fernández-Maldonado. ,,En dan hoeft het helemaal niet veel geld te kosten.”
Simpele internetcafés verbeteren het dagelijks leven van de armen in Lima. Internet is ongekend populair in sloppenwijken zonder voorzieningen als een postkantoor, jeugdhonk of bibliotheek. Tijd voor elektronische gezondheidszorg.
Lima kende recessie na recessie. De middenklasse is grotendeels opgelost in het niets. De meeste inwoners van de megastad wonen in stadsdelen waar de overheid alleen voor scholen en hoofdwegen zorgt. Tijdens de crisis in 1998 beëindigden 150 duizend mensen hun telefoonabonnement. Te duur.
Geen omstandigheden waarin je verwacht dat het internetgebruik opbloeit. Niets is echter minder waar. De cabinas públicas de Internet, een soort eenvoudige internetcafeetjes met betaalbare, snelle en betrouwbare internetverbindingen, schoten afgelopen jaren in arme buurten als paddestoelen uit de grond. De prijzen liggen zeventig procent lager dan die van internet via een aansluiting in je eigen huis.
Van ruim veertig procent van de gezinnen in Lima, begeeft inmiddels minstens één gezinslid zich op het world wide web. Ook bellen naar het buitenland via internet is populair. De internetgebruikers besteden per week gemiddeld vijf procent van hun weekinkomen – zo’n veertig dollar – om cyberspace te betreden, ontdekte TU-stedenbouwkundige Ana María Fernández-Maldonado, geboren in Lima. Ze interviewde voor haar promotieonderzoek 25 managers van internetcafés in de megastad en verzamelde via via allerlei informatie.
,,Vooral de jeugd maakt intensief gebruik van internet in de cabinas públicas”, vertelt de Bouwkundepromovendus van het project The Network City van het ministerie van Vrom. ,,Internet is een handig hulpmiddel als je een werkstuk moet maken en er geen encyclopedie in de kast staat of geen bibliotheek in de buurt is.”
Jongeren hopen dat hun computervaardigheden hun positie op de arbeidsmarkt verbeteren. ,,Het enthousiasme is zo groot omdat het een mix is van entertainment en werken aan je toekomst. En ze participeren virtueel in een moderner deel van de wereld, dat hun meer te bieden heeft dan het leven in een arme stad.”
Politici
Een vrouw van zestig komt binnen met een klein papiertje. Ze vraagt de eigenaar om hulp om haar brief te versturen en haar e-mail op te halen. Het gebeurt regelmatig in de cabinas públicas de Internet, waarvan kleine, onafhankelijke ondernemers er inmiddels duizenden van hebben geopend. Toch zijn de meeste gebruikers jong. Zestig procent is niet ouder dan 24. Zeven procent van de gebruikers is tussen de veertig en zestig jaar oud.
Internet laat de jeugd in de sloppenwijken dromen van een betere toekomst, stelt Fernández-Maldonado in een recent artikel in het Journal of Urban Technology. Die dromen zijn echter nog niet zo realistisch, omdat internet vooral voor sociale communicatie als e-mailen en chatten wordt gebruikt en nog weinig voor zakelijke activiteiten.
De creativiteit van de armen is enorm. Zo verzorgen ondernemers in de informele sector zelfs betaalbaar openbaar vervoer in de gebieden waar de overheid verstek laat gaan. Een echte stap voorwaarts is echter vaak te groot voor mensen die van dag tot dag leven. Met hun enthousiasme voor internet hebben ze een eerste stap gemaakt, en nu is het aan de Peruaanse politici om met beleid te komen om internet te gebruiken voor economische vooruitgang, stelt de stedenbouwkundige.
Gratis
,,De overheid denkt: de cabines zijn er al, dus we hoeven zelf niets meer te doen.” Er kan echter meer met internet. De armen zijn in Lima erg goed georganiseerd, weet Fernández-Maldonado. Als buurtorganisaties de sprong in cyberspace wagen, kunnen ze beter voor hun belangen opkomen door beter te communiceren met overheden. Zo kunnen ze hun leden beter informeren. ,,Internet wordt nu nog erg individualistisch gebruikt, maar ik hoop dat bijvoorbeeld ook vrouwenorganisaties of jeugdclubs de mogelijkheden van internet ontdekken.”
Lokale overheden kunnen dit stimuleren door voor belangenverenigingen een stukje server beschikbaar te stellen. ,,Geef mensen wat ruimte op internet, dan gaan ze wel nadenken over wat ze er mee kunnen doen”, stelt Fernández-Maldonado. ,,Als ouderen ideeën hebben, vinden ze altijd wel jongeren die een website kunnen maken. Als lokale politici het echt belangrijk vinden, kunnen ze er hier via fondsen wel geld voor vinden.”
Fernández-Maldonado kijkt hoopvol naar de toekomst. ,,Kinderen zijn de experts van de toekomst. Ik kwam zelfs een cabine-eigenaar tegen die kleine kinderen zaterdagochtend gratis laat internetten.”
Fernández-Maldonado ziet veel mogelijkheden om de sociaal-economische situatie van haar landgenoten te verbeteren, van elektronisch leren tot bankieren en elektronische gezondheidszorg. De gezondheidszorg is bijvoorbeeld te verbeteren door de lokale gezondheidsposten met elkaar in verbinding te stellen via internet. Via een chat group zouden wijkverpleegkundigen vragen aan elkaar kunnen stellen of aan een specialist. De initiatieven moeten wel vanuit de mensen zelf komen om het echt succesvol te maken, denkt Fernández-Maldonado. ,,En dan hoeft het helemaal niet veel geld te kosten.”
Comments are closed.