Campus

Worstelen om het zelf te rooien

Reuma, hartproblemen, schildklieraandoening: noem een ziekte en minstens één TU-student heeft er last van. Meestal is er niets opmerkelijks te zien aan een chronisch zieke student.

Reuma, hartproblemen, schildklieraandoening: noem een ziekte en minstens één TU-student heeft er last van. Meestal is er niets opmerkelijks te zien aan een chronisch zieke student. En dat maakt studeren met een handicap of ziekte nu net zo lastig. ,,Docenten doen erg hun best me te helpen, maar juist de kleine dingen, daar denken ze niet aan.”

,,Je moet wel mondig zijn”, vertelt Emmie Heeren. ,,Ik ben zwaar dyslectisch en zit met lezen op het niveau van een 10-jarige.” Ondanks deze beperking loopt Heeren toch nominaal met haar studie life science and technoloy. Via een studieadviseur en studentendecaan regelde ze dat ze haar tentamens mondeling mag doen. Met een grote dosis inzet kan ze de studiestof en schriftelijke opdrachten net aan. Maar omdat ze langzaam en gestructureerd moet lezen om de stof echt te snappen, kost studeren haar veel meer tijd dan haar studiegenoten. ,,Colleges zijn voor mij een uitkomst”, zegt Heeren. ,,Ik praat vaak met docenten als ik bijvoorbeeld een opdracht niet snap en ook mijn medestudenten helpen me.”

Het verhaal van Heeren staat niet op zich. Onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut wees in 2001 uit dat ruim negen procent van de studenten in het hoger onderwijs belemmeringen ondervindt vanwege één of meerdere beperkingen. Dat betekent dat aan de TU ruim 1200 studenten last hebben van een handicap of ziekte.

Volgens studentendecaan dr. Piet Jonkheer is dat aantal in Delft wel iets lager, maar komt dyslexie hier juist vaker voor dan gemiddeld. ,,Het aantal studenten met dyslexie ligt rond de paar honderd”, aldus Jonkheer. Precieze gegevens over studenten met een beperking heeft hij niet. ,,Studenten gaan meestal toch eerst naar hun studieadviseur. Pas in een latere fase komen ze bij mij terecht. Vaak gaat het dan over het financiële aspect.”

Jonkheer doelt hiermee op meerdere financiële regelingen waarop studenten aanspraak kunnen maken. Een student die door handicap of ziekte vertraging oploopt, kan bij de Informatie Beheer Groep (IBG) een jaar extra studiefinanciering aanvragen. Daarnaast is er binnen de TU de Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (Rfos). Jonkheer: ,,Hoeveel chronisch zieke studenten hier jaarlijks gebruik van maken weet ik niet, omdat de regeling op grond van allerlei soorten medische klachten gebruikt wordt. Maar het zijn er zeker vele tientallen per jaar.”

Hersenoperatie

Op basis van haar dyslexie ontving Heeren ongeveer een jaar extra studiefinanciering. Ook Philip*) kreeg een extra jaar. Hij onderging een hersenoperatie en was als gevolg daarvan drie maanden compleet uitgeschakeld. Sinds zijn operatie heeft Philip moeite met schrijven, kan slechter praten en hij heeft concentratieproblemen. De vertraging die hij hierdoor oploopt wordt financieel ook opgevangen door een extra beurs via de Rfos. ,,Het TU-onderwijs is gericht op drie of vier vakken per periode. Ik kan in een jaar hooguit twee vakken doen”, aldus Philip.

De TU biedt studenten met een beperking meer dan alleen financiële hulp. Het streven is om studiebelemmerende omstandigheden zo veel mogelijk weg te nemen. Zo kan een student die slecht hoort beschikking krijgen over Solo-apparatuur (hierbij draagt de docent een zender en hoort de student hem versterkt via een oorstukje), gebruiken slechtzienden soms een gesproken versie van studie- en vakliteratuur en kunnen tentamens bijvoorbeeld in lengte aangepast wordenvoor studenten met een beperkt uithoudingsvermogen. Studieroosters en examens zijn eveneens aan te passen.

Philip gebruikt vanwege zijn moeite met schrijven een laptop, ook om tijdens colleges aantekeningen mee te maken. ,,Iemand in mijn directe omgeving had toevallig een laptop die ik kon gebruiken. Via de TU kun je zo’n ding ook lenen, maar dan moet je de laptop wel weken van tevoren aanvragen. Of ik kon een vergoeding krijgen om er één te kopen. Dat was in mijn geval niet nodig.”

Op grotere schaal zijn er soms aanpassingen aan gebouwen nodig. Jonkheer: ,,De Gebouwendienst is tegenwoordig wel wat alerter, maar in de oudere gebouwen is gewoon niet met alles goed rekening gehouden. Zo nu en dan wordt er iets verbeterd, maar dat kost erg veel geld. En soms is een aanpassing simpelweg niet mogelijk. Bij Bouwkunde wilden we de paar treden tussen de hal en de kantine deels vervangen door een hellingbaan. Na onderzoek bleek dit onmogelijk. Er lopen op die plek veel te veel mensen heen en weer. Ook sommige faculteitsbibliotheken zijn slecht toegankelijk. En wat te denken van brandwerende deuren? Die zijn soms veel te zwaar voor mensen met weinig kracht.” Aan dat laatste is weinig te doen, denkt de studentendecaan. ,,Dergelijke aanpassingen gaan via de gemeente”, zegt Jonkheer. ,,Dat is een iets te groot ambtelijk circuit.”

Onbekend

Van het grote aantal studenten dat met een ziekte of handicap te maken heeft, weet maar een heel klein deel op welke voorzieningen, aanpassingen en regelingen hij recht heeft. Het expertisecentrum Handicap en Studie (H+S) probeert daar verandering in te brengen. Via folders, studiedagen en een website maakt het niet alleen studenten attent op hun mogelijkheden, maar biedt het ook ondersteuning en advies aan instellingen voor hoger onderwijs. ,,De knelpunten op het gebied van studeren met een handicap liggen vooral bij het onderwijs zelf”, vertelt Jeanet Nijeboer, woordvoerder van H+S. ,,Tentamens maken, bestuderen van lesmateriaal, het volgen van hoorcolleges – daar hebben veel studenten problemen mee.”

Decaan Jonkheer heeft de indruk dat bij Delftse studenten de mogelijkheden redelijk bekend zijn. ,,Toch blijft het moeilijk. Studenten met beperkingen proberen het vaak juist zelf te rooien. Ze werken ontzettend hard en lopen nominaal, maar als het ze uiteindelijk te veel wordt, kunnen we weinig voor ze doen. Financiële compensatie bijvoorbeeld, die gaat op basis van vertraging. Als je die niet hebt, krijg je dus geen geld.”

Daar komt nog eens bij dat chronisch zieke studenten vaak geen energie hebben voor een bijbaantje. In bepaalde gevallen kunnen ze aanspraak maken op de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten (Wajong) en een Wajong-uitkering ontvangen. Deze uitkering staat los van de studiefinanciering, maar voorwaarde voor toekenning is wel arbeidsongeschiktheid van minimaal 25 procent.

Verder kan een handicap of ziekte lastig zijn bij het lopen van stage. De TU biedt hierin weinig begeleiding. H+S besteedt wel aandacht aan gelijkwaardige stageplaatsen en de mogelijkheden om bijvoorbeeld uren te spreiden of langer stage te lopen.

Ook na de studie is het voor veel chronisch zieken moeilijk om gepast werk te vinden. Op dit moment doet de TU ook hier niet veel om hen te helpen. Jonkheer beaamt dat de TU meer zou kunnen doen om specifiek studenten met een beperking te helpen een plek te vinden op de arbeidsmarkt. ,,We zouden bijvoorbeeld kunnen bekijken hoe iemand zich het beste presenteert of de valkuilen van het sollicitatieproces kunnen doornemen. Ik weet dat de Universiteit van Amsterdam dat wel doet. De arbeidsmarkt is beduidend onvriendelijk voor mensen metfunctiebeperkingen.” Heeren ondervond overigens geen problemen bij haar stage. Het bedrijf waar ze terechtkwam lette voornamelijk op inzet en inhoud. ,,Mijn stagebegeleider was Chinees. Toen ik vertelde van mijn dyslexie zei hij: wat is dat?”

Worstelen

Niet alleen op het gebied van loopbaanbegeleiding kan het op de TU beter. Jonkheer vertelt dat studenten met een handicap vaak met zichzelf worstelen, omdat ze vooral niet ‘minder’ willen zijn. Terwijl ze onherroepelijk tegen dingen aanlopen waar de meeste studenten nooit over nadenken. ,,We zouden wat meer één op één moeten werken. Mensen als individu zien”, zegt de studentendecaan. ,,Maar met de huidige werkdruk van studieadviseurs is dat eigenlijk niet mogelijk.”

Sjoerd de Boer, vierdejaars bouwkunde, kan hierover meepraten. Hij heeft adhd, waardoor hij zich slecht kan concentreren en moeite heeft met plannen en structuur aanbrengen. ,,Ik ben een radio die niet op één zender kan afstemmen, maar alles door elkaar ontvangt”, zegt De Boer. ,,Het is heel druk, vooral in mijn hoofd. Omdat ik behoefte heb aan structuur, vroeg ik meerdere keren aan mijn studieadviseur om wekelijks contact. Door samen een weekplanning te maken, denk ik dat ik mijn studie beter aankan. Helaas kan mijn studieadviseur hier niet aan meewerken, het kost teveel tijd. Jammer, want ik zou er zeker baat bij hebben.”

Als derde punt van verbetering noemt Jonkheer het vastleggen van expertise. ,,Er zijn studenten met ernstige pijnklachten voor wie een goede stoel en tafel bij examens essentieel zijn. Die doen nu apart tentamen onder toeziend oog van een secretaresse. Over drie jaar is die oplossing weer vergeten.” Om dat te voorkomen is Jonkheer bezig met het opzetten van een draaiboek.

Morgen begint de jaarlijkse week van de chronisch zieken. Het thema ‘regie in eigen hand’ is goed toepasbaar op zieke studenten. Want al zijn er veel regelingen en voorzieningen beschikbaar, het initiatief ligt wel bij de student. Heeren is erg blij dat ze bij de studieadviseur aanklopte. ,,Ik vond mezelf altijd zo dom”, zegt ze. ,,Nu heb ik geen meer met mijn dyslexie. Als ik een moeilijke film kijk weet ik gewoon dat ik de ondertiteling niet kan lezen.”

*) De naam Philip is verzonnen

www.handicap-studie.nl

www.chronischziek.nl

Reuma, hartproblemen, schildklieraandoening: noem een ziekte en minstens één TU-student heeft er last van. Meestal is er niets opmerkelijks te zien aan een chronisch zieke student. En dat maakt studeren met een handicap of ziekte nu net zo lastig. ,,Docenten doen erg hun best me te helpen, maar juist de kleine dingen, daar denken ze niet aan.”

,,Je moet wel mondig zijn”, vertelt Emmie Heeren. ,,Ik ben zwaar dyslectisch en zit met lezen op het niveau van een 10-jarige.” Ondanks deze beperking loopt Heeren toch nominaal met haar studie life science and technoloy. Via een studieadviseur en studentendecaan regelde ze dat ze haar tentamens mondeling mag doen. Met een grote dosis inzet kan ze de studiestof en schriftelijke opdrachten net aan. Maar omdat ze langzaam en gestructureerd moet lezen om de stof echt te snappen, kost studeren haar veel meer tijd dan haar studiegenoten. ,,Colleges zijn voor mij een uitkomst”, zegt Heeren. ,,Ik praat vaak met docenten als ik bijvoorbeeld een opdracht niet snap en ook mijn medestudenten helpen me.”

Het verhaal van Heeren staat niet op zich. Onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut wees in 2001 uit dat ruim negen procent van de studenten in het hoger onderwijs belemmeringen ondervindt vanwege één of meerdere beperkingen. Dat betekent dat aan de TU ruim 1200 studenten last hebben van een handicap of ziekte.

Volgens studentendecaan dr. Piet Jonkheer is dat aantal in Delft wel iets lager, maar komt dyslexie hier juist vaker voor dan gemiddeld. ,,Het aantal studenten met dyslexie ligt rond de paar honderd”, aldus Jonkheer. Precieze gegevens over studenten met een beperking heeft hij niet. ,,Studenten gaan meestal toch eerst naar hun studieadviseur. Pas in een latere fase komen ze bij mij terecht. Vaak gaat het dan over het financiële aspect.”

Jonkheer doelt hiermee op meerdere financiële regelingen waarop studenten aanspraak kunnen maken. Een student die door handicap of ziekte vertraging oploopt, kan bij de Informatie Beheer Groep (IBG) een jaar extra studiefinanciering aanvragen. Daarnaast is er binnen de TU de Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (Rfos). Jonkheer: ,,Hoeveel chronisch zieke studenten hier jaarlijks gebruik van maken weet ik niet, omdat de regeling op grond van allerlei soorten medische klachten gebruikt wordt. Maar het zijn er zeker vele tientallen per jaar.”

Hersenoperatie

Op basis van haar dyslexie ontving Heeren ongeveer een jaar extra studiefinanciering. Ook Philip*) kreeg een extra jaar. Hij onderging een hersenoperatie en was als gevolg daarvan drie maanden compleet uitgeschakeld. Sinds zijn operatie heeft Philip moeite met schrijven, kan slechter praten en hij heeft concentratieproblemen. De vertraging die hij hierdoor oploopt wordt financieel ook opgevangen door een extra beurs via de Rfos. ,,Het TU-onderwijs is gericht op drie of vier vakken per periode. Ik kan in een jaar hooguit twee vakken doen”, aldus Philip.

De TU biedt studenten met een beperking meer dan alleen financiële hulp. Het streven is om studiebelemmerende omstandigheden zo veel mogelijk weg te nemen. Zo kan een student die slecht hoort beschikking krijgen over Solo-apparatuur (hierbij draagt de docent een zender en hoort de student hem versterkt via een oorstukje), gebruiken slechtzienden soms een gesproken versie van studie- en vakliteratuur en kunnen tentamens bijvoorbeeld in lengte aangepast wordenvoor studenten met een beperkt uithoudingsvermogen. Studieroosters en examens zijn eveneens aan te passen.

Philip gebruikt vanwege zijn moeite met schrijven een laptop, ook om tijdens colleges aantekeningen mee te maken. ,,Iemand in mijn directe omgeving had toevallig een laptop die ik kon gebruiken. Via de TU kun je zo’n ding ook lenen, maar dan moet je de laptop wel weken van tevoren aanvragen. Of ik kon een vergoeding krijgen om er één te kopen. Dat was in mijn geval niet nodig.”

Op grotere schaal zijn er soms aanpassingen aan gebouwen nodig. Jonkheer: ,,De Gebouwendienst is tegenwoordig wel wat alerter, maar in de oudere gebouwen is gewoon niet met alles goed rekening gehouden. Zo nu en dan wordt er iets verbeterd, maar dat kost erg veel geld. En soms is een aanpassing simpelweg niet mogelijk. Bij Bouwkunde wilden we de paar treden tussen de hal en de kantine deels vervangen door een hellingbaan. Na onderzoek bleek dit onmogelijk. Er lopen op die plek veel te veel mensen heen en weer. Ook sommige faculteitsbibliotheken zijn slecht toegankelijk. En wat te denken van brandwerende deuren? Die zijn soms veel te zwaar voor mensen met weinig kracht.” Aan dat laatste is weinig te doen, denkt de studentendecaan. ,,Dergelijke aanpassingen gaan via de gemeente”, zegt Jonkheer. ,,Dat is een iets te groot ambtelijk circuit.”

Onbekend

Van het grote aantal studenten dat met een ziekte of handicap te maken heeft, weet maar een heel klein deel op welke voorzieningen, aanpassingen en regelingen hij recht heeft. Het expertisecentrum Handicap en Studie (H+S) probeert daar verandering in te brengen. Via folders, studiedagen en een website maakt het niet alleen studenten attent op hun mogelijkheden, maar biedt het ook ondersteuning en advies aan instellingen voor hoger onderwijs. ,,De knelpunten op het gebied van studeren met een handicap liggen vooral bij het onderwijs zelf”, vertelt Jeanet Nijeboer, woordvoerder van H+S. ,,Tentamens maken, bestuderen van lesmateriaal, het volgen van hoorcolleges – daar hebben veel studenten problemen mee.”

Decaan Jonkheer heeft de indruk dat bij Delftse studenten de mogelijkheden redelijk bekend zijn. ,,Toch blijft het moeilijk. Studenten met beperkingen proberen het vaak juist zelf te rooien. Ze werken ontzettend hard en lopen nominaal, maar als het ze uiteindelijk te veel wordt, kunnen we weinig voor ze doen. Financiële compensatie bijvoorbeeld, die gaat op basis van vertraging. Als je die niet hebt, krijg je dus geen geld.”

Daar komt nog eens bij dat chronisch zieke studenten vaak geen energie hebben voor een bijbaantje. In bepaalde gevallen kunnen ze aanspraak maken op de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten (Wajong) en een Wajong-uitkering ontvangen. Deze uitkering staat los van de studiefinanciering, maar voorwaarde voor toekenning is wel arbeidsongeschiktheid van minimaal 25 procent.

Verder kan een handicap of ziekte lastig zijn bij het lopen van stage. De TU biedt hierin weinig begeleiding. H+S besteedt wel aandacht aan gelijkwaardige stageplaatsen en de mogelijkheden om bijvoorbeeld uren te spreiden of langer stage te lopen.

Ook na de studie is het voor veel chronisch zieken moeilijk om gepast werk te vinden. Op dit moment doet de TU ook hier niet veel om hen te helpen. Jonkheer beaamt dat de TU meer zou kunnen doen om specifiek studenten met een beperking te helpen een plek te vinden op de arbeidsmarkt. ,,We zouden bijvoorbeeld kunnen bekijken hoe iemand zich het beste presenteert of de valkuilen van het sollicitatieproces kunnen doornemen. Ik weet dat de Universiteit van Amsterdam dat wel doet. De arbeidsmarkt is beduidend onvriendelijk voor mensen metfunctiebeperkingen.” Heeren ondervond overigens geen problemen bij haar stage. Het bedrijf waar ze terechtkwam lette voornamelijk op inzet en inhoud. ,,Mijn stagebegeleider was Chinees. Toen ik vertelde van mijn dyslexie zei hij: wat is dat?”

Worstelen

Niet alleen op het gebied van loopbaanbegeleiding kan het op de TU beter. Jonkheer vertelt dat studenten met een handicap vaak met zichzelf worstelen, omdat ze vooral niet ‘minder’ willen zijn. Terwijl ze onherroepelijk tegen dingen aanlopen waar de meeste studenten nooit over nadenken. ,,We zouden wat meer één op één moeten werken. Mensen als individu zien”, zegt de studentendecaan. ,,Maar met de huidige werkdruk van studieadviseurs is dat eigenlijk niet mogelijk.”

Sjoerd de Boer, vierdejaars bouwkunde, kan hierover meepraten. Hij heeft adhd, waardoor hij zich slecht kan concentreren en moeite heeft met plannen en structuur aanbrengen. ,,Ik ben een radio die niet op één zender kan afstemmen, maar alles door elkaar ontvangt”, zegt De Boer. ,,Het is heel druk, vooral in mijn hoofd. Omdat ik behoefte heb aan structuur, vroeg ik meerdere keren aan mijn studieadviseur om wekelijks contact. Door samen een weekplanning te maken, denk ik dat ik mijn studie beter aankan. Helaas kan mijn studieadviseur hier niet aan meewerken, het kost teveel tijd. Jammer, want ik zou er zeker baat bij hebben.”

Als derde punt van verbetering noemt Jonkheer het vastleggen van expertise. ,,Er zijn studenten met ernstige pijnklachten voor wie een goede stoel en tafel bij examens essentieel zijn. Die doen nu apart tentamen onder toeziend oog van een secretaresse. Over drie jaar is die oplossing weer vergeten.” Om dat te voorkomen is Jonkheer bezig met het opzetten van een draaiboek.

Morgen begint de jaarlijkse week van de chronisch zieken. Het thema ‘regie in eigen hand’ is goed toepasbaar op zieke studenten. Want al zijn er veel regelingen en voorzieningen beschikbaar, het initiatief ligt wel bij de student. Heeren is erg blij dat ze bij de studieadviseur aanklopte. ,,Ik vond mezelf altijd zo dom”, zegt ze. ,,Nu heb ik geen meer met mijn dyslexie. Als ik een moeilijke film kijk weet ik gewoon dat ik de ondertiteling niet kan lezen.”

*) De naam Philip is verzonnen

www.handicap-studie.nl

www.chronischziek.nl

En dat maakt studeren met een handicap of ziekte nu net zo lastig. Docenten doen erg hun best me te helpen, maar juist de kleine dingen, daar denken ze niet aan.



Je moet wel mondig zijn”, vertelt Emma de Vries*). “Ik ben zwaar dyslectisch en zit met lezen op het niveau van een 10-jarige. Ondanks deze beperking loopt De Vries toch nominaal met haar studie life science and technoloy. Via een studieadviseur en studentendecaan regelde ze dat ze haar tentamens mondeling mag doen. Met een grote dosis inzet kan ze de studiestof en schriftelijke opdrachten net aan. Maar omdat ze langzaam en gestructureerd moet lezen om de stof echt te snappen, kost studeren haar veel meer tijd dan haar studiegenoten. Colleges zijn voor mij een uitkomst, zegt De Vries. Ik praat vaak met docenten als ik bijvoorbeeld een opdracht niet snap en ook mijn medestudenten helpen me.



Het verhaal van De Vries staat niet op zich. Onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut wees in 2001 uit dat ruim negen procent van de studenten in het hoger onderwijs belemmeringen ondervindt vanwege één of meerdere beperkingen. Dat betekent dat aan de TU ruim 1200 studenten last hebben van een handicap of ziekte.



Volgens studentendecaan dr. Piet Jonkheer is dat aantal in Delft wel iets lager, maar komt dyslexie hier juist vaker voor dan gemiddeld. Het aantal studenten met dyslexie ligt rond de paar honderd, aldus Jonkheer. Precieze gegevens over studenten met een beperking heeft hij niet. Studenten gaan meestal toch eerst naar hun studieadviseur. Pas in een latere fase komen ze bij mij terecht. Vaak gaat het dan over het financiële aspect.



Jonkheer doelt hiermee op meerdere financiële regelingen waarop studenten aanspraak kunnen maken. Een student die door handicap of ziekte vertraging oploopt, kan bij de Informatie Beheer Groep (IBG) een jaar extra studiefinanciering aanvragen. Daarnaast is er binnen de TU de Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (Rfos). Jonkheer: Hoeveel chronisch zieke studenten hier jaarlijks gebruik van maken weet ik niet, omdat de regeling op grond van allerlei soorten medische klachten gebruikt wordt. Maar het zijn er zeker vele tientallen per jaar.



Hersenoperatie



Op basis van haar dyslexie ontving De Vries ongeveer een jaar extra studiefinanciering. Ook Philip Groeneveld*) kreeg een extra jaar. Hij onderging een hersenoperatie en was als gevolg daarvan drie maanden compleet uitgeschakeld. Sinds zijn operatie heeft Groeneveld moeite met schrijven, kan slechter praten en hij heeft concentratieproblemen. De vertraging die hij hierdoor oploopt wordt financieel ook opgevangen door een extra beurs via de Rfos. Het TU-onderwijs is gericht op drie of vier vakken per periode. Ik kan in een jaar hooguit twee vakken doen, aldus Groeneveld.



De TU biedt studenten met een beperking meer dan alleen financiële hulp. Het streven is om studiebelemmerende omstandigheden zo veel mogelijk weg te nemen. Zo kan een student die slecht hoort beschikking krijgen over Solo-apparatuur (hierbij draagt de docent een zender en hoort de student hem versterkt via een oorstukje), gebruiken slechtzienden soms een gesproken versie van studie- en vakliteratuur en kunnen tentamens bijvoorbeeld in lengte aangepast wordenvoor studenten met een beperkt uithoudingsvermogen. Studieroosters en examens zijn eveneens aan te passen.



Groeneveld gebruikt vanwege zijn moeite met schrijven een laptop, ook om tijdens colleges aantekeningen mee te maken. Iemand in mijn directe omgeving had toevallig een laptop die ik kon gebruiken. Via de TU kun je zo’n ding ook lenen, maar dan moet je de laptop wel weken van tevoren aanvragen. Of ik kon een vergoeding krijgen om er één te kopen. Dat was in mijn geval niet nodig.



Op grotere schaal zijn er soms aanpassingen aan gebouwen nodig. Jonkheer: De Gebouwendienst is tegenwoordig wel wat alerter, maar in de oudere gebouwen is gewoon niet met alles goed rekening gehouden. Zo nu en dan wordt er iets verbeterd, maar dat kost erg veel geld. En soms is een aanpassing simpelweg niet mogelijk. Bij Bouwkunde wilden we de paar treden tussen de hal en de kantine deels vervangen door een hellingbaan. Na onderzoek bleek dit onmogelijk. Er lopen op die plek veel te veel mensen heen en weer. Ook sommige faculteitsbibliotheken zijn slecht toegankelijk. En wat te denken van brandwerende deuren? Die zijn soms veel te zwaar voor mensen met weinig kracht. Aan dat laatste is weinig te doen, denkt de studentendecaan. Dergelijke aanpassingen gaan via de gemeente”, zegt Jonkheer. ,,Dat is een iets te groot ambtelijk circuit.



Onbekend



Van het grote aantal studenten dat met een ziekte of handicap te maken heeft, weet maar een heel klein deel op welke voorzieningen, aanpassingen en regelingen hij recht heeft. Het expertisecentrum Handicap en Studie (H+S) probeert daar verandering in te brengen. Via folders, studiedagen en een website maakt het niet alleen studenten attent op hun mogelijkheden, maar biedt het ook ondersteuning en advies aan instellingen voor hoger onderwijs. De knelpunten op het gebied van studeren met een handicap liggen vooral bij het onderwijs zelf”, vertelt Jeanet Nijeboer, woordvoerder van H+S. Tentamens maken, bestuderen van lesmateriaal, het volgen van hoorcolleges – daar hebben veel studenten problemen mee.



Decaan Jonkheer heeft de indruk dat bij Delftse studenten de mogelijkheden redelijk bekend zijn. Toch blijft het moeilijk. Studenten met beperkingen proberen het vaak juist zelf te rooien. Ze werken ontzettend hard en lopen nominaal, maar als het ze uiteindelijk te veel wordt, kunnen we weinig voor ze doen. Financiële compensatie bijvoorbeeld, die gaat op basis van vertraging. Als je die niet hebt, krijg je dus geen geld.



Daar komt nog eens bij dat chronisch zieke studenten vaak geen energie hebben voor een bijbaantje. In bepaalde gevallen kunnen ze aanspraak maken op de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten (Wajong) en een Wajong-uitkering ontvangen. Deze uitkering staat los van de studiefinanciering, maar voorwaarde voor toekenning is wel arbeidsongeschiktheid van minimaal 25 procent.



Verder kan een handicap of ziekte lastig zijn bij het lopen van stage. De TU biedt hierin weinig begeleiding. H+S besteedt wel aandacht aan gelijkwaardige stageplaatsen en de mogelijkheden om bijvoorbeeld uren te spreiden of langer stage te lopen.



Ook na de studie is het voor veel chronisch zieken moeilijk om gepast werk te vinden. Op dit moment doet de TU ook hier niet veel om hen te helpen. Jonkheer beaamt dat de TU meer zou kunnen doen om specifiek studenten met een beperking te helpen een plek te vinden op de arbeidsmarkt. We zouden bijvoorbeeld kunnen bekijken hoe iemand zich het beste presenteert of de valkuilen van het sollicitatieproces kunnen doornemen. Ik weet dat de Universiteit van Amsterdam dat wel doet. De arbeidsmarkt is beduidend onvriendelijk voor mensen metfunctiebeperkingen. De Vries  ondervond overigens geen problemen bij haar stage. Het bedrijf waar ze terechtkwam lette voornamelijk op inzet en inhoud. Mijn stagebegeleider was Chinees. Toen ik vertelde van mijn dyslexie zei hij: wat is dat?



Worstelen



Niet alleen op het gebied van loopbaanbegeleiding kan het op de TU beter. Jonkheer vertelt dat studenten met een handicap vaak met zichzelf worstelen, omdat ze vooral niet ‘minder’ willen zijn. Terwijl ze onherroepelijk tegen dingen aanlopen waar de meeste studenten nooit over nadenken. We zouden wat meer één op één moeten werken. Mensen als individu zien”, zegt de studentendecaan. Maar met de huidige werkdruk van studieadviseurs is dat eigenlijk niet mogelijk.



Sjoerd de Boer, vierdejaars bouwkunde, kan hierover meepraten. Hij heeft adhd, waardoor hij zich slecht kan concentreren en moeite heeft met plannen en structuur aanbrengen. Ik ben een radio die niet op één zender kan afstemmen, maar alles door elkaar ontvangt”, zegt De Boer. Het is heel druk, vooral in mijn hoofd. Omdat ik behoefte heb aan structuur, vroeg ik meerdere keren aan mijn studieadviseur om wekelijks contact. Door samen een weekplanning te maken, denk ik dat ik mijn studie beter aankan. Helaas kan mijn studieadviseur hier niet aan meewerken, het kost teveel tijd. Jammer, want ik zou er zeker baat bij hebben.



Als derde punt van verbetering noemt Jonkheer het vastleggen van expertise. Er zijn studenten met ernstige pijnklachten voor wie een goede stoel en tafel bij examens essentieel zijn. Die doen nu apart tentamen onder toeziend oog van een secretaresse. Over drie jaar is die oplossing weer vergeten. Om dat te voorkomen is Jonkheer bezig met het opzetten van een draaiboek.



Morgen begint de jaarlijkse week van de chronisch zieken. Het thema ‘regie in eigen hand’ is goed toepasbaar op zieke studenten. Want al zijn er veel regelingen en voorzieningen beschikbaar, het initiatief ligt wel bij de student. De Vries is erg blij dat ze bij de studieadviseur aanklopte. Ik vond mezelf altijd zo dom, zegt ze. Nu heb ik geen meer met mijn dyslexie. Als ik een moeilijke film kijk weet ik gewoon dat ik de ondertiteling niet kan lezen.



*) De namen Emma de Vries en Philip Groeneveld zijn gefingeerd, hun echte namen zijn bij de redactie bekend.



www.handicap-studie.nl



www.chronischziek.nl


 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.