Campus

Wilgenkatjes

Van november tot maart trekt Gerrit van Dijk er met een ladder en zaag op uit. Twee maal per maand besteedt hij zijn vrije zaterdagmorgen aan het knotten van wilgen in de omgeving van Delft.

br />
,,Een knotwilg is niets anders dan een afgezaagde wilg, waarvan de stam langzaam wegrot onder invloed van regen en wind”, vertelt de assistent-onderzoeker bij de vakgroep akoestiek van Technische Natuurkunde. ,,Er blijft alleen een schilletje over, waar in de zomer weer takken op gaan groeien. In de holle stammen speelde ik als kind verstoppertje. Die stammen moeten wel op tijd worden bijgewerkt, anders vallen ze simpel weg om.”

Van Dijk is een kleine man met felle donkere ogen. Op zijn polo-shirt staat Golvers. Hij vervolgt: ,,Het hout van de wilgen werd vroeger door boeren gebruikt om te koken en de boerderijen te verwarmen. De knotwilgen bepalen van oudsher het poldergezicht van de omgeving waar ik nu woon: aan de rand van de Tanthof.”

Een jaar of zes geleden bleek de gemeente niet over genoeg geld te beschikken om de wilgen te onderhouden. In overleg hebben toen buurtbewoners de zorg op zich genomen, waaronder Van Dijk. ,,Ik kom van het platteland en geniet van het uitzicht. Tja, ik kan me in het weekeinde in het zweet werken op een sportvereniging, maar dat ook hier in de bomen doen. Toch ren ik niet achter elke paddestoel aan, hoor. Mijn tweede hobby is golven, een sport die niet zo geliefd is onder natuurliefhebbers.”

Het knotten gebeurt met een wisselende groep mensen. De harde kern bestaat maar uit zo’n vijf mensen. ,,Sommigen vinden het leuk, anderen hebben het na de eerste keer al wel weer gezien. Het enige dat ze krijgen is wat hout voor de open haard, koek en zopie of een gezellige tak met wilgenkatjes.”

Om ook thuis van knotwilgen te kunnen genieten, stak van Dijk een aantal wilgentenen in de grond. ,,Het is net onkruid, dat doet het overal.” Naast de sloot voor zijn huis groeien nu mooie wilgen. Die worden geknot door de buurman. ,,Waarom? Hij is gepensioneerd en vaker thuis dan ik.”

Aan het vrijwilligerswerk heeft van Dijk een aantal kennissen overgehouden en contact met de boeren in de omgeving. ,,Als er gemaaid moet worden wandel ik naar de dichtsbijzijnde boerderij en vraag aan de boerin of ik de schapen even mag lenen. En op een dag stond ik uit het keukenraam te turen en dacht dat de boer mijn hulp wel kon gebruiken: ik ben er heen gegaan en heb een koe helpen kalveren.”

Van november tot maart trekt Gerrit van Dijk er met een ladder en zaag op uit. Twee maal per maand besteedt hij zijn vrije zaterdagmorgen aan het knotten van wilgen in de omgeving van Delft.

,,Een knotwilg is niets anders dan een afgezaagde wilg, waarvan de stam langzaam wegrot onder invloed van regen en wind”, vertelt de assistent-onderzoeker bij de vakgroep akoestiek van Technische Natuurkunde. ,,Er blijft alleen een schilletje over, waar in de zomer weer takken op gaan groeien. In de holle stammen speelde ik als kind verstoppertje. Die stammen moeten wel op tijd worden bijgewerkt, anders vallen ze simpel weg om.”

Van Dijk is een kleine man met felle donkere ogen. Op zijn polo-shirt staat Golvers. Hij vervolgt: ,,Het hout van de wilgen werd vroeger door boeren gebruikt om te koken en de boerderijen te verwarmen. De knotwilgen bepalen van oudsher het poldergezicht van de omgeving waar ik nu woon: aan de rand van de Tanthof.”

Een jaar of zes geleden bleek de gemeente niet over genoeg geld te beschikken om de wilgen te onderhouden. In overleg hebben toen buurtbewoners de zorg op zich genomen, waaronder Van Dijk. ,,Ik kom van het platteland en geniet van het uitzicht. Tja, ik kan me in het weekeinde in het zweet werken op een sportvereniging, maar dat ook hier in de bomen doen. Toch ren ik niet achter elke paddestoel aan, hoor. Mijn tweede hobby is golven, een sport die niet zo geliefd is onder natuurliefhebbers.”

Het knotten gebeurt met een wisselende groep mensen. De harde kern bestaat maar uit zo’n vijf mensen. ,,Sommigen vinden het leuk, anderen hebben het na de eerste keer al wel weer gezien. Het enige dat ze krijgen is wat hout voor de open haard, koek en zopie of een gezellige tak met wilgenkatjes.”

Om ook thuis van knotwilgen te kunnen genieten, stak van Dijk een aantal wilgentenen in de grond. ,,Het is net onkruid, dat doet het overal.” Naast de sloot voor zijn huis groeien nu mooie wilgen. Die worden geknot door de buurman. ,,Waarom? Hij is gepensioneerd en vaker thuis dan ik.”

Aan het vrijwilligerswerk heeft van Dijk een aantal kennissen overgehouden en contact met de boeren in de omgeving. ,,Als er gemaaid moet worden wandel ik naar de dichtsbijzijnde boerderij en vraag aan de boerin of ik de schapen even mag lenen. En op een dag stond ik uit het keukenraam te turen en dacht dat de boer mijn hulp wel kon gebruiken: ik ben er heen gegaan en heb een koe helpen kalveren.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.