Wetenschap

Wij willen water

Terwijl je loom wegzakt in je warme bad, kopje thee binnen handbereik, is het nauwelijks voor te stellen dat zo’n 900 miljoen mensen ter wereld geen schoon drinkwater hebben. Hoe mooi is het dat je daar als TU-student gewoon een oplossing voor kunt bedenken?


Lotte Engelen

Onderzoek: ‘The WindWell’

Eindcijfer: 8,7


The WindWell bijvoorbeeld, zoals Lotte Engelen die met haar groepje ontwierp voor haar bachelor-eindproject bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek – en er de prijs voor het beste eindproject van afgelopen zomer mee won.

Je bent jong, je ontwerpt wat, dus waarom maar niet meteen een oplossing voor de drinkwaterproblematiek in ontwikkelingslanden? Niet dat de negenkoppige eindprojectgroep van Lotte Engelen (21) zelf nou zo idealistisch in het leven staat. “We hebben die opdracht wel zelf uitgekozen, maar hij was al voorgeschetst. ‘Ontwerp een molen om met windenergie water uit de grond te halen én te zuiveren voor ontwikkelingslanden’, luidde hij.”

Ga er maar aan staan. Gelukkig maken vele handen licht werk. “We hebben onze design synthesis exercise – zoals die officieel heet bij L&R – dus meteen opgedeeld en verdeeld over groepjes”, vertelt Engelen. Zij nam met een paar studenten de constructie van de windmolen voor haar rekening, de overige studenten bogen zich over de rotor, de generator, de waterpomp en het zuiveringssysteem. Als je zo’n team al geolied kunt houden, zou een windmolen bedenken toch een peulenschilletje moeten zijn.

En dat leek het eigenlijk ook. Engelen: “Er bestaat namelijk al zo’n windmolen: de achttien meter hoge Winddrinker, in een onafhankelijk deel van Somalië. Het enige wat wij moesten doen, was ervoor zorgen dat onze molen op zestig procent van de kosten zou zitten, maar dezelfde baten zou produceren.” Alleen, van die Winddrinker is pas net een prototype verschenen, dus cijfers waren nog nauwelijks beschikbaar voor de studenten. Bovendien bleek de waterzuivering nog niet zo simpel. “Daarvoor moesten we per dag 60 duizend liter water zien te produceren.”

De toegevoegde waarde van The WindWell, zoals de molen van de studenten gedoopt werd, is dat de studenten de lokale bevolking bij het onderhoud van de molen wilden betrekken. “Als zij weten hoe je de molen moet onderhouden, repareren en er onderdelen voor kunt produceren, creëer je werkgelegenheid.” Maar ook daar kwamen wat extra struikelblokken om de hoek kijken, want in de Derde Wereld zijn nu eenmaal beperkte middelen beschikbaar, waarmee de studenten nu moesten zien te ontwerpen. “Daar hadden we van tevoren helemaal niet bij stilgestaan.” Net als met het feit dat de windsnelheden in Afrika doorgaans niet zo hoog zijn. “Dus hebben we na een paar concepten gekozen voor een rotor met meer dan de gebruikelijke drie bladen, en daar een elektrische generator op gezet. Dat bleek niet helemaal samen te gaan, waardoor we toch weer moesten teruggrijpen naar een exemplaar met drie bladen. Die moest vervolgens weer continu in en uit de wind gedraaid worden om optimaal te werken. De afstemming van afzonderlijke onderdelen is gewoon zo ontzettend belangrijk; dat is misschien wel de grootste les die we hieruit geleerd hebben. Het één werkt niet zonder het ander.”

Dat het idéé voor The WindWell weleens ideaal zou kunnen zijn voor ontwikkelingslanden, daar waren begeleider en studenten het over eens. Of hij er daadwerkelijk komt, is nog maar de vraag. Engelen: “We hebben ons hele onderzoek gebaseerd op aannames. De diepte van het grondwater, de concentraties ervan, de windsterkte… Dus raden we eerst een prototype aan, dat getest moet worden op locatie. Daarná heb je een superproduct. Hoe geweldig zou het dan zijn om later, als ik 35 ben, te zeggen: ik werk bij The WindWell, die ik zelf heb ontworpen?”



 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.