Campus

Wie is er bang voor het glazen plafond?

Bezienswaardig of vanzelfsprekend? Het aandeel vrouwen bij de TU-opleidingen wisselt sterk, maar heel langzaam brokkelt het mannenbolwerk TU af.,,Jij studeert zeker bouwkunde of industrieel ontwerpen”, kreeg de 18-jarige studente Véronique Everaert vaak te horen tijdens de introductieweek.

,,Toen ik vertelde Lucht en Ruimtevaarttechniek te studeren waren ze wel een beetje verbaasd”, vertelt ze met een triomfantelijke glimlach. Maar weinig vrouwen aan de TU studeren ‘mannelijke richtingen’ als natuurkunde of Luchtvaart en Ruimtevaarttechniek. Everaert koos doelbewust voor laatstgenoemde studie om een baan bij autofabrikant Porsche (waar zij aan motorverbetering wil werken) te combineren met een bijbaantje als piloot, liefst van haar eigen vliegtuigje. Op de faculteit waar zij aan haar dromen werkt, is ze ondertussen bijna een bezienswaardigheid geeft ze toe: ,,Iedereen weet wie ik ben en hoe ik heet”.

Eenvoudiger

Het aantal vrouwelijke eerstejaars aan de TU heeft dit jaar een nieuw record bereikt: zo’n 23 procent van de ingeschrevenen behoort volgens een eerste telling tot het vrouwelijke geslacht. Wie het gebouw van natuurkunde of scheikunde binnenloopt zal daar weinig van merken. Vrouwen zijn hier bijna niet te vinden, de stijging is toe te schrijven aan opleidingen als industrieel ontwerpen en technische bestuurskunde. Ook bij bouwkunde zijn vrouwen nu heel gewoon. Traditioneel mannelijke richtingen trekken dus nog altijd weinig vrouwen. Bij werktuigbouwkunde zijn zelfs maar zes van de 149 eerstejaars vrouw.

Ondanks de stijging van het aandeel vrouwen zijn mannelijke TU-studenten veruit in de meerderheid. ,,Meisjes hoeven natuurlijk niet tegen hun zin een technische studie te kiezen”, zegt onderwijsbeleidsmedewerker Gabriëlle Muris. ,,Maar het is wel jammer dat het bij heel veel meisjes met ‘wiskundeknobbel’ niet eens opkomt naar een Technische Universiteit te gaan.” Want, benadrukt Muris, ook vrouwen maken gebruik van de producten die ingenieurs maken. ,,Een apparaat als een mobiele telefoon kan veel eenvoudiger, mannen houden meer van allerlei technische snufjes.” Bovendien zijn meer vrouwelijke en allochtone ingenieurs ook goed voor de academische kwaliteit: ,,Dat levert weer nieuwe perspectieven en invalshoeken op. Daar is het bedrijfsleven zich ook bewust van.”

Bètastudies waarbij de mens onderzoeksobject is, blijken wel veel vrouwen aan te trekken. Medicijnenstudentes zijn zelfs in de meerderheid. Ook de nieuwe studierichting Life Science and Technology is populair onder de vrouwen. Aan het ontbreken van voor technische studies vereiste inzichten ligt het dus in ieder geval niet, is Muris’ conclusie.

Afleiden

Volgens de beleidsmedewerkster heeft het nog altijd lage percentage vrouwelijke studenten vooreen gedeelte te maken met de beeldvorming rond technische studies: ,,Het plaatje is dat van een jongen die afgesloten van de buitenwereld aan een proef werkt. Dat beeld sluit niet aan bij de werkelijkheid. Bovendien is in de technische sector heel veel aanbod aan managementfuncties, waarin de inbreng van ‘vrouwelijke’ kwaliteiten steeds meer wordt gewaardeerd.”

Véronique Everaert heeft nooit geaarzeld over haar studiekeuze. ,,Ik had wel meer meisjes verwacht”, zegt de Belgische nu. ,,Maar erg vind ik het niet.” Het heeft zelfs voordelen om in de minderheid te zijn, vindt ze: ,, Ik had geen enkel problemen bij het vinden van een kamer, alle huizen wilden wel een meisje.”

Op haar middelbare school in Antwerpen zaten praktisch geen jongens, vertelt ze. Nu is dat andersom. ,,Toen wilden we ook geen jongens er bij want dat zou te veel afleiden. Nu is dat anders. Nu zijn we als volwassenen onder elkaar.” Toch zoekt Everaert voor serieuze gesprekken het liefst een vriendin op. ,,Dan kan je vrijuit over bepaalde zaken praten”. Het verschil tussen haar en haar mannelijke medestudenten blijkt ook tijdens college: ,, De jongens hier hebben allemaal een grote mond.” Laatstejaars studente werktuigbouwkunde Cindy Turner uit Ohio kan dat bevestigen: ,,Jongens praten veel meer.” Everaert: ,,En ze moeten constant tegenover elkaar opscheppen. Als ze een keer ongelijk hebben geven ze dat nooit en te nimmer toe.” De Amerikaanse knikt instemmend. ,,Jongens zijn veel meer competitive.” Everaert laat zich er in ieder geval niet door meeslepen: ,,Ik zeg dan dat ze moeten ophouden, hoewel ze achter mijn rug wel doorgaan.”

,,Het aantal meisjes op de TU groeit, maar in sommige opleidingen zijn ze nog wel eenlingen”, zegt Muris. ,,Op de werkvloer is dat in traditionele mannelijke sectoren zelfs erger.” Want ook de doorstroom van vrouwelijke ingenieurs naar een hogere wetenschappelijke of andere functie is beperkt. Nederland is zelfs hekkensluiter als het gaat om vrouwelijke hoogleraren. ,,Voor een deel heeft dat ook te maken met het feit dat de deelname van vrouwen aan het arbeidsproces hier wat later op gang is gekomen”, vermoedt ze.

Vrouwen lopen ook vaak tegen een glazen plafond aan: Muris: ,,Heel veel factoren spelen daarbij een rol. Soms heeft het met de keuzes van vrouwen zelf te maken, vaak is het moeilijk om zorg voor kinderen en werk te combineren. Bovendien zitten zij veel minder in allerlei netwerken waar borrels in de late middag en avond een belangrijke rol spelen. En last but not least: vrouwen moeten net als allochtonen zich driedubbel bewijzen.”

Sterke koffie

Ondanks die problemen is het zeker niet onmogelijk om als vrouw carrière te maken, ook in de techniek. Om de doorstroom van vrouwen naar technische en wetenschappelijke functies te bevorderen zet Muris zich in Europees verband in voor het ‘Mellowproject’ (mentoring of women in Science and Technology). Daarbij worden studentes gekoppeld aan een mentrix die al een verantwoordelijke functie in het bedrijfsleven of aan de universiteit bekleedt. ,,De mentor fungeert als praatpaal levert eem netwerk en is een uitstekend rolmodel voor de studentes”, zegt Muris.

Als het aan haar ligt krijgt het vorig jaar gestarte pilotproject een vaste plaats binnen de universiteit. ,,Het probleem lost zich zeker niet vanzelf op”, stelt de beleidsmedewerkster. ,,Er moet op alle niveaus aan worden gewerkt.”

De benaderde mentoren zijn in ieder geval heel enthousiast weet ze: ,,Ze willen niet graag dat de studentes in dezelfde valkuilen lopen als zij.” Want vrouwen lopen nog altijd tegen vooroordelen aan, waarbij ze worden aangezien voor de koffiejuffrouw of secretaresse: ,,Eenvrouwelijke ingenieur vertelde mij dat ze op haar nieuwe werk meteen werd opgedragen koffie te zetten. Dat heeft ze dan ook gedaan. En wel zo sterk dat niemand haar ooit meer heeft gevraagd koffie te zetten.”

Voor de toename van eerstejaars vrouwen heeft Muris geen eenduidige verklaring: ,,Het maatschappelijk tij zit mee, maar ook in het voorlichtings -en wervingsbeleid van de TU Delft wordt steeds meer aandacht besteed aan potentiële vrouwelijke studenten, bijvoorbeeld door de maatschappelijke kant van de techniek beter te laten zien en meer voorlichting te geven over het beroepsperspectief. De effecten van voorlichtingsbeleid blijven moeilijk meetbaar. Studiekeuze is een complex proces waarbij vele factoren een rol spelen.” Of ook werktuigbouwkundestudenten in de toekomst vaker vrouw zullen zijn? ,,Dat durf ik niet te zeggen, ik weet niet of die interesses aangeboren of aangepraat zijn. Ín ieder geval wordt nu heel veel talent onbenut gelaten en daar wordt niemand beter van.”

Véronique Everaert ziet wel verschillen tussen de seksen: ,,Meisjes hebben over het algemeen meer feeling voor talen, maar het heeft misschien ook met opvoeding te maken%.% Cindy Turner denkt dat vooral dat laatste doorslaggevend is bij het kiezen van een studierichting: ,,Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen specialisatie, maar meisjes geven techniek gewoon geen kans.”

Bezienswaardig of vanzelfsprekend? Het aandeel vrouwen bij de TU-opleidingen wisselt sterk, maar heel langzaam brokkelt het mannenbolwerk TU af.

,,Jij studeert zeker bouwkunde of industrieel ontwerpen”, kreeg de 18-jarige studente Véronique Everaert vaak te horen tijdens de introductieweek. ,,Toen ik vertelde Lucht en Ruimtevaarttechniek te studeren waren ze wel een beetje verbaasd”, vertelt ze met een triomfantelijke glimlach. Maar weinig vrouwen aan de TU studeren ‘mannelijke richtingen’ als natuurkunde of Luchtvaart en Ruimtevaarttechniek. Everaert koos doelbewust voor laatstgenoemde studie om een baan bij autofabrikant Porsche (waar zij aan motorverbetering wil werken) te combineren met een bijbaantje als piloot, liefst van haar eigen vliegtuigje. Op de faculteit waar zij aan haar dromen werkt, is ze ondertussen bijna een bezienswaardigheid geeft ze toe: ,,Iedereen weet wie ik ben en hoe ik heet”.

Eenvoudiger

Het aantal vrouwelijke eerstejaars aan de TU heeft dit jaar een nieuw record bereikt: zo’n 23 procent van de ingeschrevenen behoort volgens een eerste telling tot het vrouwelijke geslacht. Wie het gebouw van natuurkunde of scheikunde binnenloopt zal daar weinig van merken. Vrouwen zijn hier bijna niet te vinden, de stijging is toe te schrijven aan opleidingen als industrieel ontwerpen en technische bestuurskunde. Ook bij bouwkunde zijn vrouwen nu heel gewoon. Traditioneel mannelijke richtingen trekken dus nog altijd weinig vrouwen. Bij werktuigbouwkunde zijn zelfs maar zes van de 149 eerstejaars vrouw.

Ondanks de stijging van het aandeel vrouwen zijn mannelijke TU-studenten veruit in de meerderheid. ,,Meisjes hoeven natuurlijk niet tegen hun zin een technische studie te kiezen”, zegt onderwijsbeleidsmedewerker Gabriëlle Muris. ,,Maar het is wel jammer dat het bij heel veel meisjes met ‘wiskundeknobbel’ niet eens opkomt naar een Technische Universiteit te gaan.” Want, benadrukt Muris, ook vrouwen maken gebruik van de producten die ingenieurs maken. ,,Een apparaat als een mobiele telefoon kan veel eenvoudiger, mannen houden meer van allerlei technische snufjes.” Bovendien zijn meer vrouwelijke en allochtone ingenieurs ook goed voor de academische kwaliteit: ,,Dat levert weer nieuwe perspectieven en invalshoeken op. Daar is het bedrijfsleven zich ook bewust van.”

Bètastudies waarbij de mens onderzoeksobject is, blijken wel veel vrouwen aan te trekken. Medicijnenstudentes zijn zelfs in de meerderheid. Ook de nieuwe studierichting Life Science and Technology is populair onder de vrouwen. Aan het ontbreken van voor technische studies vereiste inzichten ligt het dus in ieder geval niet, is Muris’ conclusie.

Afleiden

Volgens de beleidsmedewerkster heeft het nog altijd lage percentage vrouwelijke studenten vooreen gedeelte te maken met de beeldvorming rond technische studies: ,,Het plaatje is dat van een jongen die afgesloten van de buitenwereld aan een proef werkt. Dat beeld sluit niet aan bij de werkelijkheid. Bovendien is in de technische sector heel veel aanbod aan managementfuncties, waarin de inbreng van ‘vrouwelijke’ kwaliteiten steeds meer wordt gewaardeerd.”

Véronique Everaert heeft nooit geaarzeld over haar studiekeuze. ,,Ik had wel meer meisjes verwacht”, zegt de Belgische nu. ,,Maar erg vind ik het niet.” Het heeft zelfs voordelen om in de minderheid te zijn, vindt ze: ,, Ik had geen enkel problemen bij het vinden van een kamer, alle huizen wilden wel een meisje.”

Op haar middelbare school in Antwerpen zaten praktisch geen jongens, vertelt ze. Nu is dat andersom. ,,Toen wilden we ook geen jongens er bij want dat zou te veel afleiden. Nu is dat anders. Nu zijn we als volwassenen onder elkaar.” Toch zoekt Everaert voor serieuze gesprekken het liefst een vriendin op. ,,Dan kan je vrijuit over bepaalde zaken praten”. Het verschil tussen haar en haar mannelijke medestudenten blijkt ook tijdens college: ,, De jongens hier hebben allemaal een grote mond.” Laatstejaars studente werktuigbouwkunde Cindy Turner uit Ohio kan dat bevestigen: ,,Jongens praten veel meer.” Everaert: ,,En ze moeten constant tegenover elkaar opscheppen. Als ze een keer ongelijk hebben geven ze dat nooit en te nimmer toe.” De Amerikaanse knikt instemmend. ,,Jongens zijn veel meer competitive.” Everaert laat zich er in ieder geval niet door meeslepen: ,,Ik zeg dan dat ze moeten ophouden, hoewel ze achter mijn rug wel doorgaan.”

,,Het aantal meisjes op de TU groeit, maar in sommige opleidingen zijn ze nog wel eenlingen”, zegt Muris. ,,Op de werkvloer is dat in traditionele mannelijke sectoren zelfs erger.” Want ook de doorstroom van vrouwelijke ingenieurs naar een hogere wetenschappelijke of andere functie is beperkt. Nederland is zelfs hekkensluiter als het gaat om vrouwelijke hoogleraren. ,,Voor een deel heeft dat ook te maken met het feit dat de deelname van vrouwen aan het arbeidsproces hier wat later op gang is gekomen”, vermoedt ze.

Vrouwen lopen ook vaak tegen een glazen plafond aan: Muris: ,,Heel veel factoren spelen daarbij een rol. Soms heeft het met de keuzes van vrouwen zelf te maken, vaak is het moeilijk om zorg voor kinderen en werk te combineren. Bovendien zitten zij veel minder in allerlei netwerken waar borrels in de late middag en avond een belangrijke rol spelen. En last but not least: vrouwen moeten net als allochtonen zich driedubbel bewijzen.”

Sterke koffie

Ondanks die problemen is het zeker niet onmogelijk om als vrouw carrière te maken, ook in de techniek. Om de doorstroom van vrouwen naar technische en wetenschappelijke functies te bevorderen zet Muris zich in Europees verband in voor het ‘Mellowproject’ (mentoring of women in Science and Technology). Daarbij worden studentes gekoppeld aan een mentrix die al een verantwoordelijke functie in het bedrijfsleven of aan de universiteit bekleedt. ,,De mentor fungeert als praatpaal levert eem netwerk en is een uitstekend rolmodel voor de studentes”, zegt Muris.

Als het aan haar ligt krijgt het vorig jaar gestarte pilotproject een vaste plaats binnen de universiteit. ,,Het probleem lost zich zeker niet vanzelf op”, stelt de beleidsmedewerkster. ,,Er moet op alle niveaus aan worden gewerkt.”

De benaderde mentoren zijn in ieder geval heel enthousiast weet ze: ,,Ze willen niet graag dat de studentes in dezelfde valkuilen lopen als zij.” Want vrouwen lopen nog altijd tegen vooroordelen aan, waarbij ze worden aangezien voor de koffiejuffrouw of secretaresse: ,,Eenvrouwelijke ingenieur vertelde mij dat ze op haar nieuwe werk meteen werd opgedragen koffie te zetten. Dat heeft ze dan ook gedaan. En wel zo sterk dat niemand haar ooit meer heeft gevraagd koffie te zetten.”

Voor de toename van eerstejaars vrouwen heeft Muris geen eenduidige verklaring: ,,Het maatschappelijk tij zit mee, maar ook in het voorlichtings -en wervingsbeleid van de TU Delft wordt steeds meer aandacht besteed aan potentiële vrouwelijke studenten, bijvoorbeeld door de maatschappelijke kant van de techniek beter te laten zien en meer voorlichting te geven over het beroepsperspectief. De effecten van voorlichtingsbeleid blijven moeilijk meetbaar. Studiekeuze is een complex proces waarbij vele factoren een rol spelen.” Of ook werktuigbouwkundestudenten in de toekomst vaker vrouw zullen zijn? ,,Dat durf ik niet te zeggen, ik weet niet of die interesses aangeboren of aangepraat zijn. Ín ieder geval wordt nu heel veel talent onbenut gelaten en daar wordt niemand beter van.”

Véronique Everaert ziet wel verschillen tussen de seksen: ,,Meisjes hebben over het algemeen meer feeling voor talen, maar het heeft misschien ook met opvoeding te maken%.% Cindy Turner denkt dat vooral dat laatste doorslaggevend is bij het kiezen van een studierichting: ,,Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen specialisatie, maar meisjes geven techniek gewoon geen kans.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.