Campus

Werken in een glazen huis

De wc is nog een probleemgeval, maar verder zijn de bewoners van de zesde verdieping van Civiele Techniek content met hun gemoderniseerde werkomgeving.

/strong>

Maandagmiddag om vier uur is het uitermate rustig op verdieping zes. Van gangleven, dat volgens de architect na de renovatie op gang zou moeten komen, is geen sprake. Wel valt op dat alles er nog spic en span uitziet. Geen vlekken op de vloerbedekking, fraai en ongeschonden notehouten meubilair in de gangen. De vele lampen (géén tl) zorgen voor prettig licht op een sombere middag.

Vier maanden geleden werd de verdieping opgeleverd na een grondige en kostbare verbouwing. Civiel kreeg de TU-primeur van een nieuw werkplekconcept. Daarvoor tekenden architecte Timmy Thio (van bureau Ruyssenaars en Thio), de dienst Vastgoedbeheer en de groep Bouwmanagement en Vastgoedbeheer. Het idee: naar verhouding kleinere kamers, grotere gangen en meer gemeenschappelijke ruimtes. Ovale ruimtes voor groepsgesprekken, de zogenaamde ‘vergadereieren’. En licht, heel veel licht. De werkkamers hebben glazen wanden en deuren naar de gang. Ook de vergadereieren zijn van glas. Maar hoe bevalt het leven in een glazen huis?

,,Ik ben heel positief”, zegt ir. Bert Sluys (35), uhd en hoofd van de groep numerieke mechanica binnen de sectie constructie-mechanica. ,,Het is een grote verbetering. De oude ruimte was ook wel erg naargeestig. Het zijn niet eens de kamers zelf, maar de open ruimtes die het werken prettiger maken.”

En het onderlinge contact, is dat na de renovatie – zoals bedoeld – toegenomen? ,,Ik heb het idee dat het verbeterd is. Dat hoor ik ook om me heen. Het is nog te vroeg om van een andere sfeer, of een andere cultuur te spreken. Maar de werkomgeving helpt mij in ieder geval bij de integratie van twee groepen waarvoor ik verantwoordelijk ben: de groep numerieke mechanica en het micromechanische lab.”

Sluys houdt zijn deur consequent open en vindt de glazen wand ‘heel goed’, zegt hij. Anderen hebben daar volgens hem meer moeite mee. ,,Vooral de oudere medewerkers hebben problemen met het glas. Ze missen hun privacy.”Het enige nadeel vindt hij – soms – de lage drempel voor studenten. ,,Je kunt je minder gemakkelijk afschermen voor studenten. Ook buiten de vragenuurtjes stappen ze binnen, ook al heb je een afspraak of een tentamen.”

Spartelen

Tegenover Sluys huizen de technisch medewerkers Hans Janssen (37) en Gerard Timmers (55). Ze hebben een gezamenlijke kamer naast het micromechanische lab, waar hun proefopstellingen staan. De glazen wand hebben ze geblindeerd met luxaflex. ,,Er is een spanning tussen wat mooi en wat werkbaar is”, verklaart Janssen. ,,Dat is de strijd tussen de architect en de techneut.” Zo zijn ze net vandaag de trotse bezitters vaneen kast op hun kamer geworden – terwijl die oorspronkelijk niet gepland was. ,,We zijn best lang aan het zeiken geweest, we moesten gewoon een kast hebben. Je moet een beetje flexibel om kunnen gaan met de ideeën van de architect”, zegt Timmers.

Echt hinderlijk vinden ze op de vernieuwde verdieping alleen de toiletten. Timmers: ,,Je hebt er een veel te klein fonteintje, wel mooi maar niet functioneel. De deur is te hoog en de tegeltjes te glimmend, zodat je precies kunt zien wie er op zit. En het licht reageert op beweging. Als je te lang op de wc zit, wordt het donker. Je moet dan spartelen om het licht weer aan te krijgen.” Verder zijn er nog wat kleine kritiekpuntjes omtrent de klimaatregeling (’te lawaaierig’) en de design-stoeltjes die lastig op te pakken zijn. Die punten hebben ze ook gemeld in het laatste overleg met de bewoners van verdieping zes.

Aquarium

Maar over het geheel zijn de heren behoorlijk tevreden. Janssen: ,,Mijn lief is hier eens komen kijken en zei: ‘dat wil ik thuis ook’ ”. Timmers: ,,Ik kwam uit het Stevinlab beneden, waar ik in een grote ploeg met alleen maar technici zat. Hier is het werk kleinschaliger, schoner en netter. Alle leidingen zijn bijvoorbeeld weggewerkt. Ik wil best een leiding zien, daar heb ik geen moeite mee. Als je beneden een paar slangen en snoeren had lopen, legde je een plank eroverheen om ze af te dekken. Hier ben je iets minder flexibel, maar de netheid werkt wel aanstekelijk.” Janssen: ,,In mijn vorige lab was het een echt mannenhuishouden. Dingen schoonmaken deed je amper.”Timmers: ,,Als ik vroeger een proefopstelling gemaakt had, smeerde ik er hooguit een laag menie overheen. Nu is het standaard dat je alles verft – dat past in deze omgeving.”

Voelen ze zich op hun gemak in het glas? Janssen: ,,Vantevoren riepen mensen: ‘Ik wil niet in een aquarium werken’. Nu valt het erg mee. De plasticfolie die op de gangramen geplakt is werkt goed, en het blijft toch erg licht.”

Maar bevoorrecht voelen ze zich niet, ook al weten ze dat de halve TU jaloers is op hun werkomgeving. Janssen: ,,Nee, bevoorrecht zijn we niet. Als je eens wist wat hier aan allemaal aan vooraf gegaan is, hoeveel mensen en instanties zich er mee bemoeid hebben…Er is zelfs een speciaal rapport aan gewijd, Demands for change. Dat hele traject heeft járen geduurd. Dan valt me het uiteindelijke resultaat nog erg mee, moet ik zeggen.”

De wc is nog een probleemgeval, maar verder zijn de bewoners van de zesde verdieping van Civiele Techniek content met hun gemoderniseerde werkomgeving.

Maandagmiddag om vier uur is het uitermate rustig op verdieping zes. Van gangleven, dat volgens de architect na de renovatie op gang zou moeten komen, is geen sprake. Wel valt op dat alles er nog spic en span uitziet. Geen vlekken op de vloerbedekking, fraai en ongeschonden notehouten meubilair in de gangen. De vele lampen (géén tl) zorgen voor prettig licht op een sombere middag.

Vier maanden geleden werd de verdieping opgeleverd na een grondige en kostbare verbouwing. Civiel kreeg de TU-primeur van een nieuw werkplekconcept. Daarvoor tekenden architecte Timmy Thio (van bureau Ruyssenaars en Thio), de dienst Vastgoedbeheer en de groep Bouwmanagement en Vastgoedbeheer. Het idee: naar verhouding kleinere kamers, grotere gangen en meer gemeenschappelijke ruimtes. Ovale ruimtes voor groepsgesprekken, de zogenaamde ‘vergadereieren’. En licht, heel veel licht. De werkkamers hebben glazen wanden en deuren naar de gang. Ook de vergadereieren zijn van glas. Maar hoe bevalt het leven in een glazen huis?

,,Ik ben heel positief”, zegt ir. Bert Sluys (35), uhd en hoofd van de groep numerieke mechanica binnen de sectie constructie-mechanica. ,,Het is een grote verbetering. De oude ruimte was ook wel erg naargeestig. Het zijn niet eens de kamers zelf, maar de open ruimtes die het werken prettiger maken.”

En het onderlinge contact, is dat na de renovatie – zoals bedoeld – toegenomen? ,,Ik heb het idee dat het verbeterd is. Dat hoor ik ook om me heen. Het is nog te vroeg om van een andere sfeer, of een andere cultuur te spreken. Maar de werkomgeving helpt mij in ieder geval bij de integratie van twee groepen waarvoor ik verantwoordelijk ben: de groep numerieke mechanica en het micromechanische lab.”

Sluys houdt zijn deur consequent open en vindt de glazen wand ‘heel goed’, zegt hij. Anderen hebben daar volgens hem meer moeite mee. ,,Vooral de oudere medewerkers hebben problemen met het glas. Ze missen hun privacy.”Het enige nadeel vindt hij – soms – de lage drempel voor studenten. ,,Je kunt je minder gemakkelijk afschermen voor studenten. Ook buiten de vragenuurtjes stappen ze binnen, ook al heb je een afspraak of een tentamen.”

Spartelen

Tegenover Sluys huizen de technisch medewerkers Hans Janssen (37) en Gerard Timmers (55). Ze hebben een gezamenlijke kamer naast het micromechanische lab, waar hun proefopstellingen staan. De glazen wand hebben ze geblindeerd met luxaflex. ,,Er is een spanning tussen wat mooi en wat werkbaar is”, verklaart Janssen. ,,Dat is de strijd tussen de architect en de techneut.” Zo zijn ze net vandaag de trotse bezitters vaneen kast op hun kamer geworden – terwijl die oorspronkelijk niet gepland was. ,,We zijn best lang aan het zeiken geweest, we moesten gewoon een kast hebben. Je moet een beetje flexibel om kunnen gaan met de ideeën van de architect”, zegt Timmers.

Echt hinderlijk vinden ze op de vernieuwde verdieping alleen de toiletten. Timmers: ,,Je hebt er een veel te klein fonteintje, wel mooi maar niet functioneel. De deur is te hoog en de tegeltjes te glimmend, zodat je precies kunt zien wie er op zit. En het licht reageert op beweging. Als je te lang op de wc zit, wordt het donker. Je moet dan spartelen om het licht weer aan te krijgen.” Verder zijn er nog wat kleine kritiekpuntjes omtrent de klimaatregeling (’te lawaaierig’) en de design-stoeltjes die lastig op te pakken zijn. Die punten hebben ze ook gemeld in het laatste overleg met de bewoners van verdieping zes.

Aquarium

Maar over het geheel zijn de heren behoorlijk tevreden. Janssen: ,,Mijn lief is hier eens komen kijken en zei: ‘dat wil ik thuis ook’ ”. Timmers: ,,Ik kwam uit het Stevinlab beneden, waar ik in een grote ploeg met alleen maar technici zat. Hier is het werk kleinschaliger, schoner en netter. Alle leidingen zijn bijvoorbeeld weggewerkt. Ik wil best een leiding zien, daar heb ik geen moeite mee. Als je beneden een paar slangen en snoeren had lopen, legde je een plank eroverheen om ze af te dekken. Hier ben je iets minder flexibel, maar de netheid werkt wel aanstekelijk.” Janssen: ,,In mijn vorige lab was het een echt mannenhuishouden. Dingen schoonmaken deed je amper.”Timmers: ,,Als ik vroeger een proefopstelling gemaakt had, smeerde ik er hooguit een laag menie overheen. Nu is het standaard dat je alles verft – dat past in deze omgeving.”

Voelen ze zich op hun gemak in het glas? Janssen: ,,Vantevoren riepen mensen: ‘Ik wil niet in een aquarium werken’. Nu valt het erg mee. De plasticfolie die op de gangramen geplakt is werkt goed, en het blijft toch erg licht.”

Maar bevoorrecht voelen ze zich niet, ook al weten ze dat de halve TU jaloers is op hun werkomgeving. Janssen: ,,Nee, bevoorrecht zijn we niet. Als je eens wist wat hier aan allemaal aan vooraf gegaan is, hoeveel mensen en instanties zich er mee bemoeid hebben…Er is zelfs een speciaal rapport aan gewijd, Demands for change. Dat hele traject heeft járen geduurd. Dan valt me het uiteindelijke resultaat nog erg mee, moet ik zeggen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.