Opinie

Wel wijn, geen bier; wel muziek, geen film

Peter Verheij wentelt zich in kennis van nogal elitaire en ouderwetse onderwerpen, vindt onderzoeker Andy van den Dobbelsteen: ,,Het is hoogst bedenkelijk dat iemand die zich in wetenschappelijke kring beweegt zich zo subjectief uitlaat, zonder enige onderbouwing.’

Gefeliciteerd! Zelden heb ik zo geamuseerd een stuk gelezen uit uw doorgaans van droge wetenschappelijke nieuwsfeiten doorspekte blad. Daarnaast wil ik u feliciteren met de wonderbaarlijke herontdekking van antieke ideeën over de juiste waarden en normen, etiquette en goede smaak. Aanvankelijk dacht ik nog dat het om een goede grap ging, maar toen in het Parool deze week een kort interview verscheen, bleek het hem toch wel ernst.

Waar heeft Peter Verheij het zoal over? Over hoe je als ingenieur geaccepteerd wordt in de voorname buitenwereld. Daarnaast toont hij zichzelf een excellente quizkandidaat-in-de-dop door ons te vermaken met zijn uitgebreide kennis van allerlei zaken.

Helaas vliegt hij voor mij uit de bocht door deze twee onderwerpen met elkaar te verbinden en in zijn open brief voor te stellen zijn persoonlijke kennisfeitjes verplicht te stellen aan ons, onwetende ingenieurs, opdat wij een volwaardig mens worden.

Voor degenen die het genot van dit bijzondere opiniestuk gemist hebben, haal ik er wat ideeën uit. Om op maatschappelijk hoog of topniveau te worden geaccepteerd, stelt men onder andere eisen op het gebied van uitspraak, kleding, smaak, woninginrichting (kijk, dat heeft die Des Bouvrie mooi bereikt), mythologie, bridge- en golfetiquette en wijnkennis. In zijn tachtig procent-Deltapagina omvattend betoog geeft Verheij voor hem uitermate nuttige voorbeelden van zaken die wij zouden moeten begrijpen. Zo zijn daar de juridische termen ‘gelaedeerde’ en ‘ne bis ad idem‘, de medische vakgebieden ‘palliatieve geneeskunde’ en ‘allopathie’, de culinaire neus van de wijn, het verschil tussen ‘largo‘ en ‘rubeto‘ in een muziekstuk, ‘coproliet’ uit de paleontologie, de ‘riposte‘ van een sportschermer, het meervoud van ‘casus‘, het ‘flux de bouche‘ van een Fransman, de deelnemers van ‘Jalta’, de betekenis van ‘SPQR’ etc. etc. etc.

Daarnaast geeft Verheij kennis van zijn goede smaak: de Beaume de Venise is een goede dessertwijn; in een stropdas hoort een plasgoot (ik dacht dat dat weer uit was); een binnenhuisinrichting van Jan des Bouvrie is not done (oh, van wie dan wel?); de juiste tuinhaag is een Taxus Baccata Fastigiata.

Potjandorie, ik dacht dat ik wel wat algemene kennis in huis had, maar wat weet die man veel!

Specialistisch

Maar wacht even. Zijn parate encyclopedie bestuderende valt me op dat het wel heel specialistische zaken zijn waarover Verheij spreekt. Wel wijn, geen bier, wel sportschermen, geen rugby, wel muziek, geen film, wel binnenhuisinrichting, geen architectuur. Te zien is dat de heer Verheij zich vooral wentelt in kennis van nogal elitaire onderwerpen die op mij behoorlijk ouderwets overkomen.

Er wordt geen enkel contemporain onderwerp van werkelijk maatschappelijk belang genoemd (armoede onder jongeren, de milieuproblematiek, immigranten, het Midden-Oosten, internet en e-business etc.), alsof je als topmanager alleen over het goede leven babbelt. Wat een fraaie wereld… Ernstiger is dat Verheij meent dat zijn persoonlijke smaak een algemeen oordeel is (Des Bouvrie is fout, bruine brogues onder een blauwe broek niet)

Los van het feit dat deze opmerkingen natuurlijk kant nog wal raken – er bestaat geen ‘beste’ haag, kijk eerst naar de bodemomstandigheden – is het hoogst bedenkelijk dat iemand die zich in wetenschappelijke kring beweegt zich zo subjectief uitlaat, zonder enige onderbouwing.

Bij de benodigd veronderstelde kennis van andere wetenschapsgebieden bekruipt mij het gevoel dat Verheij techniek een onvolwaardig wetenschapsgebied vindt. Volgens mij snapt een jurist, medicus of paleontoloog doorgaans ook geen bal van techniek; moeten wij daarom details uit hun vakgebied leren? Kijk, dat brede algemene kennis van zaken van pas komt in de omgang met niet-technische mensen in de buitenwereld, dat onderschrijf ik ook, maar moet je iemands subjectieve beeld van de werkelijkheid dan aanleren in het onderwijs? Dat doet het leven in de maatschappij toch vanzelf?

Bot

Mijn indruk is dat wij Delfterikken (niet te verwarren met Delftenaren) weliswaar algemeen worden gezien als bot, maar dat dit tevens als teken van directheid en eerlijkheid wordt gewaardeerd. Niks aan doen. Daarnaast blijken juist ingenieurs in de maatschappij breed inzetbaar (zie hoeveel managers van Delftse komaf zijn), dus wat mij betreft leer je studenten vooral goede inhoudelijke kennis van het eigen vakgebied. Als studenten daarnaast in hun studie meer gelegenheid krijgen voor algemene ontwikkeling en ontplooiing (hobby’s, reizen, stages in het bedrijfsleven en vooral werken in een supermarkt kan ik persoonlijk aanbevelen) dat zit het wel snor. Ook op hoog maatschappelijk niveau.

Maar mocht Verheij zijn onderwijsmodule gaan starten, dan kan ik hem nog wel wat begrippen bijbrengen uit de roeiwereld. Ze zullen wel niet ‘bon ton’ zijn, maar goed voor de algemene ontwikkeling. Een roeiriem heet in Delft gewoon een ‘paal’ en een grote kolk die je daarmee in het water trekt een ‘olifantenkut’.

Delta, bedankt voor een bijzonder prettige treinreis Delft-Amsterdam!

Andy van den Dobbelsteen

toegevoegd onderzoeker bij Civiele Techniek en Geowetenschappen

Peter Verheij wentelt zich in kennis van nogal elitaire en ouderwetse onderwerpen, vindt onderzoeker Andy van den Dobbelsteen: ,,Het is hoogst bedenkelijk dat iemand die zich in wetenschappelijke kring beweegt zich zo subjectief uitlaat, zonder enige onderbouwing.”

Gefeliciteerd! Zelden heb ik zo geamuseerd een stuk gelezen uit uw doorgaans van droge wetenschappelijke nieuwsfeiten doorspekte blad. Daarnaast wil ik u feliciteren met de wonderbaarlijke herontdekking van antieke ideeën over de juiste waarden en normen, etiquette en goede smaak. Aanvankelijk dacht ik nog dat het om een goede grap ging, maar toen in het Parool deze week een kort interview verscheen, bleek het hem toch wel ernst.

Waar heeft Peter Verheij het zoal over? Over hoe je als ingenieur geaccepteerd wordt in de voorname buitenwereld. Daarnaast toont hij zichzelf een excellente quizkandidaat-in-de-dop door ons te vermaken met zijn uitgebreide kennis van allerlei zaken.

Helaas vliegt hij voor mij uit de bocht door deze twee onderwerpen met elkaar te verbinden en in zijn open brief voor te stellen zijn persoonlijke kennisfeitjes verplicht te stellen aan ons, onwetende ingenieurs, opdat wij een volwaardig mens worden.

Voor degenen die het genot van dit bijzondere opiniestuk gemist hebben, haal ik er wat ideeën uit. Om op maatschappelijk hoog of topniveau te worden geaccepteerd, stelt men onder andere eisen op het gebied van uitspraak, kleding, smaak, woninginrichting (kijk, dat heeft die Des Bouvrie mooi bereikt), mythologie, bridge- en golfetiquette en wijnkennis. In zijn tachtig procent-Deltapagina omvattend betoog geeft Verheij voor hem uitermate nuttige voorbeelden van zaken die wij zouden moeten begrijpen. Zo zijn daar de juridische termen ‘gelaedeerde’ en ‘ne bis ad idem‘, de medische vakgebieden ‘palliatieve geneeskunde’ en ‘allopathie’, de culinaire neus van de wijn, het verschil tussen ‘largo‘ en ‘rubeto‘ in een muziekstuk, ‘coproliet’ uit de paleontologie, de ‘riposte‘ van een sportschermer, het meervoud van ‘casus‘, het ‘flux de bouche‘ van een Fransman, de deelnemers van ‘Jalta’, de betekenis van ‘SPQR’ etc. etc. etc.

Daarnaast geeft Verheij kennis van zijn goede smaak: de Beaume de Venise is een goede dessertwijn; in een stropdas hoort een plasgoot (ik dacht dat dat weer uit was); een binnenhuisinrichting van Jan des Bouvrie is not done (oh, van wie dan wel?); de juiste tuinhaag is een Taxus Baccata Fastigiata.

Potjandorie, ik dacht dat ik wel wat algemene kennis in huis had, maar wat weet die man veel!

Specialistisch

Maar wacht even. Zijn parate encyclopedie bestuderende valt me op dat het wel heel specialistische zaken zijn waarover Verheij spreekt. Wel wijn, geen bier, wel sportschermen, geen rugby, wel muziek, geen film, wel binnenhuisinrichting, geen architectuur. Te zien is dat de heer Verheij zich vooral wentelt in kennis van nogal elitaire onderwerpen die op mij behoorlijk ouderwets overkomen.

Er wordt geen enkel contemporain onderwerp van werkelijk maatschappelijk belang genoemd (armoede onder jongeren, de milieuproblematiek, immigranten, het Midden-Oosten, internet en e-business etc.), alsof je als topmanager alleen over het goede leven babbelt. Wat een fraaie wereld… Ernstiger is dat Verheij meent dat zijn persoonlijke smaak een algemeen oordeel is (Des Bouvrie is fout, bruine brogues onder een blauwe broek niet)

Los van het feit dat deze opmerkingen natuurlijk kant nog wal raken – er bestaat geen ‘beste’ haag, kijk eerst naar de bodemomstandigheden – is het hoogst bedenkelijk dat iemand die zich in wetenschappelijke kring beweegt zich zo subjectief uitlaat, zonder enige onderbouwing.

Bij de benodigd veronderstelde kennis van andere wetenschapsgebieden bekruipt mij het gevoel dat Verheij techniek een onvolwaardig wetenschapsgebied vindt. Volgens mij snapt een jurist, medicus of paleontoloog doorgaans ook geen bal van techniek; moeten wij daarom details uit hun vakgebied leren? Kijk, dat brede algemene kennis van zaken van pas komt in de omgang met niet-technische mensen in de buitenwereld, dat onderschrijf ik ook, maar moet je iemands subjectieve beeld van de werkelijkheid dan aanleren in het onderwijs? Dat doet het leven in de maatschappij toch vanzelf?

Bot

Mijn indruk is dat wij Delfterikken (niet te verwarren met Delftenaren) weliswaar algemeen worden gezien als bot, maar dat dit tevens als teken van directheid en eerlijkheid wordt gewaardeerd. Niks aan doen. Daarnaast blijken juist ingenieurs in de maatschappij breed inzetbaar (zie hoeveel managers van Delftse komaf zijn), dus wat mij betreft leer je studenten vooral goede inhoudelijke kennis van het eigen vakgebied. Als studenten daarnaast in hun studie meer gelegenheid krijgen voor algemene ontwikkeling en ontplooiing (hobby’s, reizen, stages in het bedrijfsleven en vooral werken in een supermarkt kan ik persoonlijk aanbevelen) dat zit het wel snor. Ook op hoog maatschappelijk niveau.

Maar mocht Verheij zijn onderwijsmodule gaan starten, dan kan ik hem nog wel wat begrippen bijbrengen uit de roeiwereld. Ze zullen wel niet ‘bon ton’ zijn, maar goed voor de algemene ontwikkeling. Een roeiriem heet in Delft gewoon een ‘paal’ en een grote kolk die je daarmee in het water trekt een ‘olifantenkut’.

Delta, bedankt voor een bijzonder prettige treinreis Delft-Amsterdam!

Andy van den Dobbelsteen

toegevoegd onderzoeker bij Civiele Techniek en Geowetenschappen

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.