Wetenschap

We zijn niet meer welkom in De Bilt

Burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties laten meedenken over een nieuwe spoorlijn of bedrijventerrein, dat kan de overheid een hoop bezwaarschriften schelen.

Her en der experimenteren bestuurders met deze interactieve besluitvorming, niet altijd met succes.

De overheid denkt betere besluiten te kunnen nemen als ze via discussieavonden en werkateliers samen met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties oplossingen ontwikkelt voor ruimtelijke problemen, zoals bijvoorbeeld de plaats van een nieuwe woonwijk. Mensen die hun eigen woongebied goed kennen, komen met interessante en creatieve oplossingen die experts en ambtenaren vanachter hun bureau niet kunnen verzinnen, stellen drs. René Monnikhof en dr. Jurian Edelenbos.

,,Interactieve beleidsvorming is een moeilijk proces dat ook vaak mis gaat”, zegt Monnikhof. ,,Maar bij iets nieuws moet je altijd een paar keer vallen en opstaan”, vult Edelenbos aan.

Monnikhof en Edelenbos van de faculteit Techniek, Bestuur en Management bestudeerden afgelopen vier jaar een aantal experimenten waarin belanghebbenden mochten meedenken over plannen van de gemeente, onder andere in De Bilt en in Doetinchem. Ze behoren tot de eerste wetenschappers die echt bij het besluitvormingsproces aanwezig waren en dus empirisch naar lokale interactieve beleidsvorming keken.

Via deze cases verzamelden Monnikhof en Edelenbos tips voor procesbegeleiders, die discussies tussen belanghebbenden stimuleren en onderhandelingen begeleiden. Daarnaast analyseerden ze de zwakke punten van de gebruikte methodes voor beleidsanalisten die dergelijke processen ondersteunen. Aan het eind van hun promotieonderzoek namen Monnikhof en Edelenbos zelf de rol van procesbegeleider en beleidsanalist op zich bij de discussies over de hogesnelheidslijn in Ede.

Protest

De gemeente Doetinchem leverde het bewijs dat het laten meedenken van omwonenden en maatschappelijke organisaties over de inrichting van een nieuwe wijk succesvol kan zijn. Na de discussieavonden en de besluitvorming in de gemeenteraad kwamen vijf bezwaarschriften binnen. ,,De ambtenaren vonden dit heel weinig. Bovendien waren het hele lichte bezwaren”, aldus Monnikhof.

Door het gebied liep een hoogspanningsleiding. Omwonenden hamerden er tijdens de discussieavonden op dat die leiding onder de grond zou komen. De gemeente gaf daaraan toe. De omwonenden lieten hun problemen met een hoge bebouwingsdichtheid varen, iets waartegen bij een andere nieuwe wijk in Doetinchem veel protest was gekomen.

Bij die andere wijk had de gemeente de plannen in haar eentje uitgewerkt. Monnikhof: ,,Mensen vinden het niet prettig als er over hun hoofd beslissingen worden genomen. Bovendien had de gemeente beloofd dat de omwonenden zelf ook bijvoorbeeld schuurtjes mochten bijbouwen, wat ze later terugtrok. Hierdoor kon een klein punt als een hoge bebouwingsdichtheid ineens heel zwaar worden voor de omwonenden. In een interactief proces waren die problemen veel eerder boven tafel gekomen.”

Wassen neus

Samen met burgers beleid maken kan ook flink mislopen. ,,Alles wat mis kon gaan, ging mis met de interactieve beleidsvorming in De Bilt”, zegt Edelenbos. ,,Het was het perfecte voorbeeld van hoe het niet moet en voor ons dus een fantastische case om van te leren.”

In De Bilt zat het structuurplan over onder andere bedrijventerreinen, stationsomgeving en een onveilige spoorwegovergang in een impasse. In de gemeenteraad waren er evenveel voor- als tegenstanders. Edelenbos: ,,De burgemeester koos om opportunistische redenen voor interactieve beleidsvorming.”

Voor de discussieavonden was veel belangstelling. Bij de startconferentie van het project kwamen 450 mensen opdagen. Zo’n tweehonderd mensen deden mee in werkateliers waarin verschillende ideeën meer in detail werden uitgewerkt. Maar de deelnemers waren enorm teleurgesteld met het eindresultaat.

De burgemeester liet de burgers een vaag plan produceren om vervolgens zijn eigen ideeën daaruit weer naar vorente brengen, stellen de twee onderzoekers. ,,De burgemeester probeerde via de burgers zijn eigen plannen door de strot van de raad te duwen. Het was echt een wassen neus. Dat hebben we ze ook duidelijk verteld. We zijn niet meer welkom in De Bilt.”

Het gemeentebestuur was niet blij met hun negatieve rapport en wilde dat de TU’ers het rapport herschreven. ,,Dat wilden wij niet. Uiteindelijk heeft het bestuur zelf een samenvatting gemaakt. De raad heeft ons kritische rapport nooit gezien.”

Wat ging er zoal mis in De Bilt? Volgens het duo weigerden veel ambtenaren mee te werken aan de discussies: ze stelden steeds dat ze het er te druk voor hadden. ,,Verder deed de procesbegeleider zijn werk niet goed. Hij liet de verschillende partijen geen keuzes maken. Zo liet hij iedereen tot het eind van de hele discussie over een tunnelvariant praten waarbij wegen moesten worden omgeleid via een soort circuit met veel te scherpe bochten. Die optie had al heel snel overboord gegooid moeten worden om meer tijd te hebben om over meer kansrijke varianten te praten.”

De expert, die technisch advies moest geven, was ook niet zorgvuldig uitgekozen. Hij genoot wantrouwen bij de bevolking. Edelenbos: ,,Hij was persoonlijk adviseur van de burgemeester en hoorde eigenlijk tot het meubilair van de gemeente. Het was wel een integere man, maar hij had gewoon te veel petten op.”

Kunstenaar

In Doetinchem hielpen sneltekenaars en kunstenaars met maffe ideeën de discussie te stimuleren. ,,Om belangen te kunnen koppelen moet je eerst zoveel mogelijk ideeën generen”, stelt Monnikhof. Volgens hem is het veel lastiger om met veel mensen keuzes te maken en daarom is dat meestal een zwak punt in interactieve beleidsvorming. Al het gepraat moet een zo concreet mogelijk advies opleveren en niet alleen een dik telefoonboek met verschillende plannen waar bestuurders zelf uit kunnen kiezen, zoals in De Bilt gebeurde.

De rol van onafhankelijke experts kan actiever, menen de Delftse promovendi. Ze moeten niet alleen aangeven wat niet kan, maar ook aangrijpingspunten bieden om interessante ideeën haalbaar en uitvoerbaar te maken.

Edelenbos: ,,Veel keuzes worden niet door de meepratende belanghebbenden uitgevoerd, maar door externe experts op basis van hun eigen inzichten. Experts moeten zelf eigenlijk geen keuzes maken. Ze zouden alle varianten met plussen en minnen moeten beoordelen op criteria die door burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties zijn aangedragen.”

Een ander probleem dat Monnikhof en Edelenbos signaleren is dat maatschappelijke organisaties vaak niet meedoen aan discussieavonden of werkateliers omdat ze hun eigen overlegkanalen met de gemeente hebben. Edelenbos: ,,Als je hen echt in het proces wilt betrekken, dan moet je de normale banden doorknippen en zeggen dat ze alleen met de gemeente kunnen praten via de discussieavonden. Als wethouders actiever meedoen, kan je ook meer maatschappelijke groeperingen aantrekken, omdat het proces dan meer gewicht krijgt.”

Helmen

,,Interactieve beleidsvorming gaat misschien slechter dan je zou willen, maar het is niet zo moeilijk om de bestaande praktijk te verbeteren”, concludeert Monnikhof. ,,Als je van heel slecht naar minder slecht gaat, dan helpt dat al.”

Burgers vooraf laten meepraten kost tijd, maar de standaard besluitvorming in Nederland over bestemmingsplannen en infrastructurele projecten duurt vaak nog langer. ,,Langdurig bestuurlijk overleg beoogt veelal vooraf de grootste angels uit de voorstellen te halen om verzet te voorkomen, maar uiteindelijk zijn veel belanghebbenden nog steeds ontevreden”, aldus Monnikhof.

,,Hebben de bestuurders echter eenmaal een keuze gemaakt, dan gaan de helmen op en laten ze zich door niemand meer in de weg staan.” En dan volgen de beroepen en bezwaarschriften en lopen allerlei projecten enorme vertraging op, ,,want de overheid beschikt niet meer over de macht om slechte besluiten te nemen tegen de zin van een steeds beter opgeleide en mondigere bevolking.”

Sommige politicologen menen dat de representatieve democratie wordt uitgehold door interactieve beleidsvorming, weten de bestuurskundigen. Edelenbos is het daar niet mee eens. De raadsleden treden in beide cases actief op, stelt hij, en kunnen zo meer hun stempel drukken op hun beleidsvormende functie en niet enkel hun beleidscontrolerende functie. Terwijl bestuurders in beide processen afwachtend en van de zijlijn het interactieve proces gadeslaan.

Burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties laten meedenken over een nieuwe spoorlijn of bedrijventerrein, dat kan de overheid een hoop bezwaarschriften schelen. Her en der experimenteren bestuurders met deze interactieve besluitvorming, niet altijd met succes.

De overheid denkt betere besluiten te kunnen nemen als ze via discussieavonden en werkateliers samen met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties oplossingen ontwikkelt voor ruimtelijke problemen, zoals bijvoorbeeld de plaats van een nieuwe woonwijk. Mensen die hun eigen woongebied goed kennen, komen met interessante en creatieve oplossingen die experts en ambtenaren vanachter hun bureau niet kunnen verzinnen, stellen drs. René Monnikhof en dr. Jurian Edelenbos.

,,Interactieve beleidsvorming is een moeilijk proces dat ook vaak mis gaat”, zegt Monnikhof. ,,Maar bij iets nieuws moet je altijd een paar keer vallen en opstaan”, vult Edelenbos aan.

Monnikhof en Edelenbos van de faculteit Techniek, Bestuur en Management bestudeerden afgelopen vier jaar een aantal experimenten waarin belanghebbenden mochten meedenken over plannen van de gemeente, onder andere in De Bilt en in Doetinchem. Ze behoren tot de eerste wetenschappers die echt bij het besluitvormingsproces aanwezig waren en dus empirisch naar lokale interactieve beleidsvorming keken.

Via deze cases verzamelden Monnikhof en Edelenbos tips voor procesbegeleiders, die discussies tussen belanghebbenden stimuleren en onderhandelingen begeleiden. Daarnaast analyseerden ze de zwakke punten van de gebruikte methodes voor beleidsanalisten die dergelijke processen ondersteunen. Aan het eind van hun promotieonderzoek namen Monnikhof en Edelenbos zelf de rol van procesbegeleider en beleidsanalist op zich bij de discussies over de hogesnelheidslijn in Ede.

Protest

De gemeente Doetinchem leverde het bewijs dat het laten meedenken van omwonenden en maatschappelijke organisaties over de inrichting van een nieuwe wijk succesvol kan zijn. Na de discussieavonden en de besluitvorming in de gemeenteraad kwamen vijf bezwaarschriften binnen. ,,De ambtenaren vonden dit heel weinig. Bovendien waren het hele lichte bezwaren”, aldus Monnikhof.

Door het gebied liep een hoogspanningsleiding. Omwonenden hamerden er tijdens de discussieavonden op dat die leiding onder de grond zou komen. De gemeente gaf daaraan toe. De omwonenden lieten hun problemen met een hoge bebouwingsdichtheid varen, iets waartegen bij een andere nieuwe wijk in Doetinchem veel protest was gekomen.

Bij die andere wijk had de gemeente de plannen in haar eentje uitgewerkt. Monnikhof: ,,Mensen vinden het niet prettig als er over hun hoofd beslissingen worden genomen. Bovendien had de gemeente beloofd dat de omwonenden zelf ook bijvoorbeeld schuurtjes mochten bijbouwen, wat ze later terugtrok. Hierdoor kon een klein punt als een hoge bebouwingsdichtheid ineens heel zwaar worden voor de omwonenden. In een interactief proces waren die problemen veel eerder boven tafel gekomen.”

Wassen neus

Samen met burgers beleid maken kan ook flink mislopen. ,,Alles wat mis kon gaan, ging mis met de interactieve beleidsvorming in De Bilt”, zegt Edelenbos. ,,Het was het perfecte voorbeeld van hoe het niet moet en voor ons dus een fantastische case om van te leren.”

In De Bilt zat het structuurplan over onder andere bedrijventerreinen, stationsomgeving en een onveilige spoorwegovergang in een impasse. In de gemeenteraad waren er evenveel voor- als tegenstanders. Edelenbos: ,,De burgemeester koos om opportunistische redenen voor interactieve beleidsvorming.”

Voor de discussieavonden was veel belangstelling. Bij de startconferentie van het project kwamen 450 mensen opdagen. Zo’n tweehonderd mensen deden mee in werkateliers waarin verschillende ideeën meer in detail werden uitgewerkt. Maar de deelnemers waren enorm teleurgesteld met het eindresultaat.

De burgemeester liet de burgers een vaag plan produceren om vervolgens zijn eigen ideeën daaruit weer naar vorente brengen, stellen de twee onderzoekers. ,,De burgemeester probeerde via de burgers zijn eigen plannen door de strot van de raad te duwen. Het was echt een wassen neus. Dat hebben we ze ook duidelijk verteld. We zijn niet meer welkom in De Bilt.”

Het gemeentebestuur was niet blij met hun negatieve rapport en wilde dat de TU’ers het rapport herschreven. ,,Dat wilden wij niet. Uiteindelijk heeft het bestuur zelf een samenvatting gemaakt. De raad heeft ons kritische rapport nooit gezien.”

Wat ging er zoal mis in De Bilt? Volgens het duo weigerden veel ambtenaren mee te werken aan de discussies: ze stelden steeds dat ze het er te druk voor hadden. ,,Verder deed de procesbegeleider zijn werk niet goed. Hij liet de verschillende partijen geen keuzes maken. Zo liet hij iedereen tot het eind van de hele discussie over een tunnelvariant praten waarbij wegen moesten worden omgeleid via een soort circuit met veel te scherpe bochten. Die optie had al heel snel overboord gegooid moeten worden om meer tijd te hebben om over meer kansrijke varianten te praten.”

De expert, die technisch advies moest geven, was ook niet zorgvuldig uitgekozen. Hij genoot wantrouwen bij de bevolking. Edelenbos: ,,Hij was persoonlijk adviseur van de burgemeester en hoorde eigenlijk tot het meubilair van de gemeente. Het was wel een integere man, maar hij had gewoon te veel petten op.”

Kunstenaar

In Doetinchem hielpen sneltekenaars en kunstenaars met maffe ideeën de discussie te stimuleren. ,,Om belangen te kunnen koppelen moet je eerst zoveel mogelijk ideeën generen”, stelt Monnikhof. Volgens hem is het veel lastiger om met veel mensen keuzes te maken en daarom is dat meestal een zwak punt in interactieve beleidsvorming. Al het gepraat moet een zo concreet mogelijk advies opleveren en niet alleen een dik telefoonboek met verschillende plannen waar bestuurders zelf uit kunnen kiezen, zoals in De Bilt gebeurde.

De rol van onafhankelijke experts kan actiever, menen de Delftse promovendi. Ze moeten niet alleen aangeven wat niet kan, maar ook aangrijpingspunten bieden om interessante ideeën haalbaar en uitvoerbaar te maken.

Edelenbos: ,,Veel keuzes worden niet door de meepratende belanghebbenden uitgevoerd, maar door externe experts op basis van hun eigen inzichten. Experts moeten zelf eigenlijk geen keuzes maken. Ze zouden alle varianten met plussen en minnen moeten beoordelen op criteria die door burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties zijn aangedragen.”

Een ander probleem dat Monnikhof en Edelenbos signaleren is dat maatschappelijke organisaties vaak niet meedoen aan discussieavonden of werkateliers omdat ze hun eigen overlegkanalen met de gemeente hebben. Edelenbos: ,,Als je hen echt in het proces wilt betrekken, dan moet je de normale banden doorknippen en zeggen dat ze alleen met de gemeente kunnen praten via de discussieavonden. Als wethouders actiever meedoen, kan je ook meer maatschappelijke groeperingen aantrekken, omdat het proces dan meer gewicht krijgt.”

Helmen

,,Interactieve beleidsvorming gaat misschien slechter dan je zou willen, maar het is niet zo moeilijk om de bestaande praktijk te verbeteren”, concludeert Monnikhof. ,,Als je van heel slecht naar minder slecht gaat, dan helpt dat al.”

Burgers vooraf laten meepraten kost tijd, maar de standaard besluitvorming in Nederland over bestemmingsplannen en infrastructurele projecten duurt vaak nog langer. ,,Langdurig bestuurlijk overleg beoogt veelal vooraf de grootste angels uit de voorstellen te halen om verzet te voorkomen, maar uiteindelijk zijn veel belanghebbenden nog steeds ontevreden”, aldus Monnikhof.

,,Hebben de bestuurders echter eenmaal een keuze gemaakt, dan gaan de helmen op en laten ze zich door niemand meer in de weg staan.” En dan volgen de beroepen en bezwaarschriften en lopen allerlei projecten enorme vertraging op, ,,want de overheid beschikt niet meer over de macht om slechte besluiten te nemen tegen de zin van een steeds beter opgeleide en mondigere bevolking.”

Sommige politicologen menen dat de representatieve democratie wordt uitgehold door interactieve beleidsvorming, weten de bestuurskundigen. Edelenbos is het daar niet mee eens. De raadsleden treden in beide cases actief op, stelt hij, en kunnen zo meer hun stempel drukken op hun beleidsvormende functie en niet enkel hun beleidscontrolerende functie. Terwijl bestuurders in beide processen afwachtend en van de zijlijn het interactieve proces gadeslaan.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.