Onderwijs

‘We willen een verandering in Geisteshaltung’

Hij kan het in minstens vijf talen uitleggen: de Europese ruimtevaart moet commerciëler leren denken. Prof.Dipl.-Ing H. Stoewer, M.Sc., is verantwoordelijk voor de postdoctorale opleiding SpaceTech, die afgelopen week het tweede jaar inging.

br />

Delftse ruimtevaartstudenten kennen hem van zijn vrijdagmiddagcolleges, een soort mini-SpaceTech vol met onderwerpen als systematisch ontwerpen en ruimtevaartmanagement. Stoewer komt er speciaal voor over uit Duitsland; vroeger gereden door een chauffeur, tegenwoordig zelf achter het stuur van zijn Porsche. Het college loopt normaal gesproken uit tot na etenstijd omdat de twee uur tussen half vier en half zes te kort zijn voor veertig jaar ruimtevaartgeschiedenis, en zeker te kort voor veertig jaar ruimtevaartanekdotes. Stoewer houdt genoeg van zijn vak om erom te kunnen lachen. Wie als student een cartoon meeneemt is oké.

Sinds vorig jaar is Stoewer als programme director verantwoordelijk voor de inhoud van de Delftse SpaceTech opleiding, een postdoctoraal programma van een jaar, bedoeld als carrière-move voor high potentials in de ruimtevaartwereld. De eerste achttien cursisten kregen afgelopen dinsdag van minister Ritzen hun diploma, en mogen zich nu Master of Space Systems Engineering noemen.

,,Het was een groot succes”, vindt Stoewer. ,,Boven verwachting. We hadden een zeer fanatieke groep, met hoog gekwalificeerde mensen, goed opgeleid en met gemiddeld acht jaar ervaring. Dit jaar hebben we een vergelijkbare groep, weer met achttien mensen van zeven nationaliteiten. De helft is gepromoveerd, velen hebben double degrees.”

Het ‘elite-programma’, zoals Stoewer zegt, bestaat uit zes blokken van twee weken, verspreid over een periode van tien maanden. Voor de opleiding moet zo’n dertigduziend Ecu worden neergeteld, maar dan heb je ook wat: de totale tijdsbesteding kan oplopen tot negenhonderd uur.
Waanzinnig

,,Er was een duidelijke behoefte aan deze opleiding”, zegt Stoewer. ,,De ruimtevaart gaat steeds meer de commerciële kant op. Terwijl de overheid zich terugtrekt groeit de commerciële ruimtevaart met tien, twintig, en in sommige sectoren zelfs zeventig procent per jaar. Daar moet je inspringen. De Amerikanen doen dat al, Europa loopt iets achter. Europa is technisch gelijkwaardig aan de Verenigde Staten. Maar aan de andere kant van de oceaan zijn ze wel beter in het inbouwen van die technologie in marketable producten. In Amerika heerst momenteel een boom in de ruimtevaart. Vooral op het gebied van telecommunicatie: een aantal grote consortia werkt aan een wereldomspannend netwerk van satellieten in lage banen, voor globale communicatie. Er worden honderden miljoenen in gepompt, dat groeit waanzinnig. Daarnaast begint er nu ook een aardige boom te komen in een tweede richting, de aardobservatie. De Amerikanen denken groot over dit soort dingen.”

Stoewer kan het weten. Na als twintiger te zijn begonnen bij een voorloper van Daimler Benz Aerospace (,,ik was de nummer vijf die met ruimtevaart begon”) belandde hij eind jaren zestig in Amerika, in het midden van het Apollo-programma. Later kwam hij terug naar Europa, waar hij onder meer werkte voor de ruimtevaartorganisatie ESA.

,,In Europa denken we nog steeds op kleinere schaal”,vindt Stoewer. ,,En minder breed. Dat tekort proberen we met SpaceTech een beetje weg te werken. Nee, ik denk niet dat het voor ons te laat is – de voorsprong van de Amerikanen is teoverbruggen. Het gaat erom een niche te ontdekken, een nieuwe toepassing dus, of een intelligente goedkopere oplossing voor een bestaande toepassing.”

Telecommunicatie en aardobservatie zijn belangrijke aandachtsgebieden van Stoewer. Met name op het laatste gebied, dat nog weinig commercieel is, ziet hij mogelijkheden. ,,Tot nu toe waren veel aardobservatie-toepassingen gericht op meteorologie en klimaatonderzoek. Dat onderzoek zal blijven. Maar daarnaast wordt meteorologie steeds aantrekkelijker voor de commercie, en bovendien komen er voortdurend nieuwe toepassingen voor aardobservatie omdat de resolutie van de plaatjes alsmaar hoger wordt. We kunnen nu details onderscheiden van enkele meters. Dat is interessant voor de cartografie, regionale planning, de bouwindustrie, bewaking van tropische regenwouden, etcetera. Filosofisch gezien: de ruimte levert een bijdrage om de behoeften van de maatschappij en de industrie op de grond te vervullen.”

Het SpaceTechprogramma schenkt ook veel aandacht aan het ontwerpproces: systems engineering. Het is de bedoeling om de cursisten – allemaal technische specialisten – een ruimere ontwerpvisie aan te leren, waarbij net zo goed rekening gehouden wordt met marktanalyses als met technische haalbaarheid. Gaat SpaceTech zo de Europese ruimtevaartindustrie redden? ,,Laten we bescheiden blijven”, relativeert Stoewer. ,,Het gaat maar om een kleine bijdrage aan een grote verandering. We willen een verandering in Geisteshaltung. Door de structuur van SpaceTech, met zijn commissie van aanbeveling, adviescommissie en curriculum commissie, hebben we wel veertig à vijftig mensen uit de Europse ruimtevaartindustrie om ons heen die in dezelfde richting denken als wijzelf. De commerciële richting dus. Bovendien komen de cursisten met nieuwe inzichten bij hun bedrijven terug. En dat wordt op waarde geschat. Sommigen hebben al promotie gekregen.”

Hij kan het in minstens vijf talen uitleggen: de Europese ruimtevaart moet commerciëler leren denken. Prof.Dipl.-Ing H. Stoewer, M.Sc., is verantwoordelijk voor de postdoctorale opleiding SpaceTech, die afgelopen week het tweede jaar inging.

Delftse ruimtevaartstudenten kennen hem van zijn vrijdagmiddagcolleges, een soort mini-SpaceTech vol met onderwerpen als systematisch ontwerpen en ruimtevaartmanagement. Stoewer komt er speciaal voor over uit Duitsland; vroeger gereden door een chauffeur, tegenwoordig zelf achter het stuur van zijn Porsche. Het college loopt normaal gesproken uit tot na etenstijd omdat de twee uur tussen half vier en half zes te kort zijn voor veertig jaar ruimtevaartgeschiedenis, en zeker te kort voor veertig jaar ruimtevaartanekdotes. Stoewer houdt genoeg van zijn vak om erom te kunnen lachen. Wie als student een cartoon meeneemt is oké.

Sinds vorig jaar is Stoewer als programme director verantwoordelijk voor de inhoud van de Delftse SpaceTech opleiding, een postdoctoraal programma van een jaar, bedoeld als carrière-move voor high potentials in de ruimtevaartwereld. De eerste achttien cursisten kregen afgelopen dinsdag van minister Ritzen hun diploma, en mogen zich nu Master of Space Systems Engineering noemen.

,,Het was een groot succes”, vindt Stoewer. ,,Boven verwachting. We hadden een zeer fanatieke groep, met hoog gekwalificeerde mensen, goed opgeleid en met gemiddeld acht jaar ervaring. Dit jaar hebben we een vergelijkbare groep, weer met achttien mensen van zeven nationaliteiten. De helft is gepromoveerd, velen hebben double degrees.”

Het ‘elite-programma’, zoals Stoewer zegt, bestaat uit zes blokken van twee weken, verspreid over een periode van tien maanden. Voor de opleiding moet zo’n dertigduziend Ecu worden neergeteld, maar dan heb je ook wat: de totale tijdsbesteding kan oplopen tot negenhonderd uur.
Waanzinnig

,,Er was een duidelijke behoefte aan deze opleiding”, zegt Stoewer. ,,De ruimtevaart gaat steeds meer de commerciële kant op. Terwijl de overheid zich terugtrekt groeit de commerciële ruimtevaart met tien, twintig, en in sommige sectoren zelfs zeventig procent per jaar. Daar moet je inspringen. De Amerikanen doen dat al, Europa loopt iets achter. Europa is technisch gelijkwaardig aan de Verenigde Staten. Maar aan de andere kant van de oceaan zijn ze wel beter in het inbouwen van die technologie in marketable producten. In Amerika heerst momenteel een boom in de ruimtevaart. Vooral op het gebied van telecommunicatie: een aantal grote consortia werkt aan een wereldomspannend netwerk van satellieten in lage banen, voor globale communicatie. Er worden honderden miljoenen in gepompt, dat groeit waanzinnig. Daarnaast begint er nu ook een aardige boom te komen in een tweede richting, de aardobservatie. De Amerikanen denken groot over dit soort dingen.”

Stoewer kan het weten. Na als twintiger te zijn begonnen bij een voorloper van Daimler Benz Aerospace (,,ik was de nummer vijf die met ruimtevaart begon”) belandde hij eind jaren zestig in Amerika, in het midden van het Apollo-programma. Later kwam hij terug naar Europa, waar hij onder meer werkte voor de ruimtevaartorganisatie ESA.

,,In Europa denken we nog steeds op kleinere schaal”,vindt Stoewer. ,,En minder breed. Dat tekort proberen we met SpaceTech een beetje weg te werken. Nee, ik denk niet dat het voor ons te laat is – de voorsprong van de Amerikanen is teoverbruggen. Het gaat erom een niche te ontdekken, een nieuwe toepassing dus, of een intelligente goedkopere oplossing voor een bestaande toepassing.”

Telecommunicatie en aardobservatie zijn belangrijke aandachtsgebieden van Stoewer. Met name op het laatste gebied, dat nog weinig commercieel is, ziet hij mogelijkheden. ,,Tot nu toe waren veel aardobservatie-toepassingen gericht op meteorologie en klimaatonderzoek. Dat onderzoek zal blijven. Maar daarnaast wordt meteorologie steeds aantrekkelijker voor de commercie, en bovendien komen er voortdurend nieuwe toepassingen voor aardobservatie omdat de resolutie van de plaatjes alsmaar hoger wordt. We kunnen nu details onderscheiden van enkele meters. Dat is interessant voor de cartografie, regionale planning, de bouwindustrie, bewaking van tropische regenwouden, etcetera. Filosofisch gezien: de ruimte levert een bijdrage om de behoeften van de maatschappij en de industrie op de grond te vervullen.”

Het SpaceTechprogramma schenkt ook veel aandacht aan het ontwerpproces: systems engineering. Het is de bedoeling om de cursisten – allemaal technische specialisten – een ruimere ontwerpvisie aan te leren, waarbij net zo goed rekening gehouden wordt met marktanalyses als met technische haalbaarheid. Gaat SpaceTech zo de Europese ruimtevaartindustrie redden? ,,Laten we bescheiden blijven”, relativeert Stoewer. ,,Het gaat maar om een kleine bijdrage aan een grote verandering. We willen een verandering in Geisteshaltung. Door de structuur van SpaceTech, met zijn commissie van aanbeveling, adviescommissie en curriculum commissie, hebben we wel veertig à vijftig mensen uit de Europse ruimtevaartindustrie om ons heen die in dezelfde richting denken als wijzelf. De commerciële richting dus. Bovendien komen de cursisten met nieuwe inzichten bij hun bedrijven terug. En dat wordt op waarde geschat. Sommigen hebben al promotie gekregen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.