Campus

Wat kan misgaan als het al is misgegaan

,,Een ramp is pas een ramp als er meer dan een ding tegelijk misgaat”, aldus drs. Bram Monnier dinsdag tijdens een symposium over veiligheid in ondergrondse ruimten.

/strong>

Het symposium S.O.S.: Safety or Sacrifice had als onderwerp ‘veiligheid in ondergrondse ruimten’. Gekeken naar de recente tunnelbranden in de Mont Blanctunnel, de Oostenrijkse Tauerntunnel en de Kanaaltunnel was dit onderwerp goed gekozen door de organisatie, het interfacultaire studiegenootschap De Ondergrondse. Er zijn daarnaast in Nederland momenteel tunnels in aanbouw en bij elkaar leverde dat genoeg gespreksstof op.

Monnier is directeur van Trimension, een bedrijf dat onder andere hulpverleningsdiensten traint. Hij vertelde wat er allemaal mis kan gaan als het al is misgegaan. Helaas vertoonde de computer kuren, waardoor de plaatjes van ongelukken niet konden worden getoond. Gelukkig was het verhaal van de veiligheidsman interessant genoeg om de tachtig deelnemers bij de les te houden.

Monnier somde een aantal problemen in tunnels op, zoals niet werkende mobiele telefoons en andere communicatieapparatuur, slechte bereikbaarheid van de plaats van het ongeluk en onduidelijkheid over het grondgebied waaronder de tunnel valt. Hij doelde hiermee voornamelijk op de HSL-Zuidtunnel die nu wordt gebouwd. Bij een eventueel ongeluk moeten hulpdiensten, de media en ramptoeristen zich over een paar landweggetjes in het Groene Hart naar de drie nooduitgangen begeven. Hulpposten rond de noodschachten en in- en uitgang van de tunnel nemen al gauw meerdere honderden vierkante meters ruimte in beslag. Volgens Monnier moet er meer van tevoren rekening worden gehouden met dit soort problemen.

,,De kwaliteit van bovengrondse ruimte is te goed voor bijvoorbeeld een goederenopslag of een sporthal”, vindt Donald van Olst van Promat, een bedrijf dat gespecialiseerd is in brandwerende bekleding en -materialen. ,,Hiervoor is immers geen daglicht noodzakelijk.”

Hij wees in zijn betoog op de gevaren en problemen van ondergrondse ruimten. Worden bij een brand in bovengrondse kantoorgebouwen de luchtverversingsinstallaties afgesloten, in ondergrondse gebouwen moeten ze juist dan extra hard werken om giftige gassen af te voeren zodat mensen nog kunnen vluchten. De giftige gassen gaan immers dezelfde kant uit als de mensen: naar boven.

Luchtkokers dienen daarom in ondergrondse ruimten temperaturen tot achthonderd graden Celsius te kunnen weerstaan. Ook is het handig als het licht nog een tijdje blijft branden. Volgens Van Olst was dit alles in Nederland nog niet echt onderzocht. ,,In Duitsland zijn ze al veel verder.”

Over het ontruimen van ondergrondse tunnels kwam meer boven tafel. TNO Technische Menskunde (TNO-TM) heeft onderzoek verricht naar de ontruiming van de tunnelbuizen van de in aanbouw zijnde Westerscheldetunnel. Deze tunnel bestaat uit twee buizen van 6,6 km lang met ieder twee rijstroken. Bij een brand of ongeluk kunnen mensen naar de andere tunnelbuis vluchten via dwarsverbindingen die om de 250 meter zijn aangebracht. In de andere tunnelbuis raast het verkeer echter ongehinderd door.

Drs. Marieke Martens van TNO-TM vertelde hoe TNO onderzocht heeft welke van de alternatieven % het verkeer naar de rechterbaan leiden of stopzetten % het beste uitpakte om de tunnelbuis voor te voet vluchtende automobilisten veiliger te maken. Uit het onderzoek in de rijsimulator van TNO-TM bleek dat automobilisten het beste naar de rechterbaan kunnen worden geleid met behulp van pijlen en rode kruisen zoals nu ook al boven snelwegen wordt gebruikt. Op de linkerbaan kunnen dan de mensen uit de andere tunnel terecht.

De andere optie, het geheel stopzetten van het verkeer, leidde bij de proefpersonen in de simulator tot onverwachte reacties. Velen bleven gewoon doorrijden en ontweken ternauwernood de voetgangers die uit de andere tunnel vluchtten. Voor één deelnemer was zelfs dat te veel: deze reed de voetganger aan.

,,Een ramp is pas een ramp als er meer dan een ding tegelijk misgaat”, aldus drs. Bram Monnier dinsdag tijdens een symposium over veiligheid in ondergrondse ruimten.

Het symposium S.O.S.: Safety or Sacrifice had als onderwerp ‘veiligheid in ondergrondse ruimten’. Gekeken naar de recente tunnelbranden in de Mont Blanctunnel, de Oostenrijkse Tauerntunnel en de Kanaaltunnel was dit onderwerp goed gekozen door de organisatie, het interfacultaire studiegenootschap De Ondergrondse. Er zijn daarnaast in Nederland momenteel tunnels in aanbouw en bij elkaar leverde dat genoeg gespreksstof op.

Monnier is directeur van Trimension, een bedrijf dat onder andere hulpverleningsdiensten traint. Hij vertelde wat er allemaal mis kan gaan als het al is misgegaan. Helaas vertoonde de computer kuren, waardoor de plaatjes van ongelukken niet konden worden getoond. Gelukkig was het verhaal van de veiligheidsman interessant genoeg om de tachtig deelnemers bij de les te houden.

Monnier somde een aantal problemen in tunnels op, zoals niet werkende mobiele telefoons en andere communicatieapparatuur, slechte bereikbaarheid van de plaats van het ongeluk en onduidelijkheid over het grondgebied waaronder de tunnel valt. Hij doelde hiermee voornamelijk op de HSL-Zuidtunnel die nu wordt gebouwd. Bij een eventueel ongeluk moeten hulpdiensten, de media en ramptoeristen zich over een paar landweggetjes in het Groene Hart naar de drie nooduitgangen begeven. Hulpposten rond de noodschachten en in- en uitgang van de tunnel nemen al gauw meerdere honderden vierkante meters ruimte in beslag. Volgens Monnier moet er meer van tevoren rekening worden gehouden met dit soort problemen.

,,De kwaliteit van bovengrondse ruimte is te goed voor bijvoorbeeld een goederenopslag of een sporthal”, vindt Donald van Olst van Promat, een bedrijf dat gespecialiseerd is in brandwerende bekleding en -materialen. ,,Hiervoor is immers geen daglicht noodzakelijk.”

Hij wees in zijn betoog op de gevaren en problemen van ondergrondse ruimten. Worden bij een brand in bovengrondse kantoorgebouwen de luchtverversingsinstallaties afgesloten, in ondergrondse gebouwen moeten ze juist dan extra hard werken om giftige gassen af te voeren zodat mensen nog kunnen vluchten. De giftige gassen gaan immers dezelfde kant uit als de mensen: naar boven.

Luchtkokers dienen daarom in ondergrondse ruimten temperaturen tot achthonderd graden Celsius te kunnen weerstaan. Ook is het handig als het licht nog een tijdje blijft branden. Volgens Van Olst was dit alles in Nederland nog niet echt onderzocht. ,,In Duitsland zijn ze al veel verder.”

Over het ontruimen van ondergrondse tunnels kwam meer boven tafel. TNO Technische Menskunde (TNO-TM) heeft onderzoek verricht naar de ontruiming van de tunnelbuizen van de in aanbouw zijnde Westerscheldetunnel. Deze tunnel bestaat uit twee buizen van 6,6 km lang met ieder twee rijstroken. Bij een brand of ongeluk kunnen mensen naar de andere tunnelbuis vluchten via dwarsverbindingen die om de 250 meter zijn aangebracht. In de andere tunnelbuis raast het verkeer echter ongehinderd door.

Drs. Marieke Martens van TNO-TM vertelde hoe TNO onderzocht heeft welke van de alternatieven % het verkeer naar de rechterbaan leiden of stopzetten % het beste uitpakte om de tunnelbuis voor te voet vluchtende automobilisten veiliger te maken. Uit het onderzoek in de rijsimulator van TNO-TM bleek dat automobilisten het beste naar de rechterbaan kunnen worden geleid met behulp van pijlen en rode kruisen zoals nu ook al boven snelwegen wordt gebruikt. Op de linkerbaan kunnen dan de mensen uit de andere tunnel terecht.

De andere optie, het geheel stopzetten van het verkeer, leidde bij de proefpersonen in de simulator tot onverwachte reacties. Velen bleven gewoon doorrijden en ontweken ternauwernood de voetgangers die uit de andere tunnel vluchtten. Voor één deelnemer was zelfs dat te veel: deze reed de voetganger aan.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.