Eind juni wordt er beton gestort op het traject van tramlijn 19. (Foto: Thijs van Reeuwijk)

Wie kent het niet, het bord bij de langgerekte bouwput op het Mekelpark: ‘Volgend jaar rijdt hier tramlijn 19’. Dit jaar is het twintig jaar geleden dat de TU Delft akkoord ging met de aanleg van een tramlijn over de campus. Waarom rijdt de tram nog niet? Een reconstructie.

article-in-one-minute-arrow

Dit artikel in 1 minuut

Het is de zomer van 2014. De sfeer is uitgelaten in Delft. Eindelijk liggen er rails over de Mekelweg, de hoofdader van het campusgebied van de TU. De tramlijn moet station Delft definitief gaan verbinden met de universiteit, een jarenlange wens van de (dan nog) ruim 25 duizend Delftse studenten. Dat de tram over de Mekelweg gaat, is een groot succes te noemen voor de studentenorganisaties van de TU Delft. Een succes waar ze lang op hebben moeten wachten. 13 jaar eerder, in 2001 voerden deze studentenorganisaties hier namelijk actie voor.

Het college van bestuur wil oorspronkelijk niets van dit traject weten. Volgens de universiteitsbestuurders moet de tram aan de achterkant van de campus komen, over de Schoemakerstraat. Ruim 3.600 studenten, medewerkers, hoogleraren en de oud-rector komen hiertegen in verzet. Zij vinden dat de tram zou zo dicht mogelijk langs alle faculteiten moet rijden. Slechts één persoon maakt bezwaar tegen de plannen van de studentenorganisaties. Natuurkundig ingenieur Koets, op dat moment verbonden aan de TU Delft, waarschuwt het bestuur van de TU. Een tram over het universiteitsterrein zorgt volgens hem voor grote problemen met trillingen en straling. Zijn oproep raakt ondergesneeuwd door de steeds breder wordende protesten uit het ‘voor’-kamp.

Met de nieuwe route over de Mekelweg moet er worden gekeken naar de invloed van de trams op de aanwezige laboratoria

Enkele jaren na de acties – in 2004 – zwichten de bestuurders voor de studentenacties en geven hun fiat voor de tramlijn dwars door het hart van het universiteitsterrein en langs diverse faculteiten en laboratoria. Er wordt een garantie gegeven dat uiterlijk eind 2011 de eerste tram zal gaan rijden. De waarschuwing van ingenieur Koets uit 2001 lijkt toch niet helemaal vergeten te zijn. Met de nieuwe route over de Mekelweg moet er worden gekeken naar de invloed van de trams op de aanwezige laboratoria, luidt het advies van het universiteitsbestuur. Trams kunnen trillingen veroorzaken en de hoogspanningsleidingen kunnen straling afgeven. Dit zou onderzoeken in laboratoria kunnen beïnvloeden of zelfs verstoren.

Trilling en straling

In alle faculteitsgebouwen langs de toekomstige trambaan worden diverse soorten onderzoek verricht. Bij de faculteiten Elektrotechniek Wiskunde & Informatica, Mechanical Engineering, Technische Natuurwetenschappen en Civiele Techniek & Geowetenschappen worden volgens de TU zeer gevoelige onderzoeken gedaan. Een afvaardiging wetenschappers van de TU Delft voert in 2005 daarom een onderzoek naar de invloed van trams uit. Ze baseren dit onderzoek op de GTL8-tram, de bekende rood-beige trams die volop in de Haagse en Delftse regio rijden. Hun conclusie luidt dat met een paar kleine ingrepen de trams niet te veel trilling en straling zullen veroorzaken en zo nauwelijks invloed op de aanwezige laboratoria zullen hebben.

Voorbereiding voor het verwijderen van de rails in april 2023. (Foto: Sam Rentmeester)

Het tramtracé over het universiteitsterrein is slechts een onderdeel van een langer tramtraject. Tramlijn 19 moet zorgen voor een snelle verbinding van Leidschendam naar de TU Delft Campus, vanaf station Delft via de Zuidwal en de Sint Sebastiaansbrug. Verantwoordelijk voor de aanleg is sinds 2014 Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). MRDH bestaat uit 21 samenwerkende gemeenten (waaronder de gemeente Delft). In dat jaar start het samenwerkingsverband met de aanleg van het traject tussen station Delft en de TU.

Aangepaste dienstregeling

Vervoersmaatschappij HTM exploiteert dan al lijn 19 door Delft en mag dus ook het laatste stuk naar de TU Delft gaan rijden. Uit opgevraagde documenten blijken de voorgangers van MRDH (Stadsgewest Haaglanden) een duidelijke visie op het laatste deel van tram 19 te hebben. In een memo uit 2013 schrijven zij dat tram 19 van station Delft zes keer per uur naar de TU moet rijden, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Daarnaast kondigen zij aan dat HTM met ingang van 2022 met nieuwe trams zal rijden, de oude rood-beige trams zullen vanaf dat moment verdwijnen. Een voorspelling van grote waarde, blijkt achteraf.

Landelijke bezuinigingen op het openbaar vervoer zorgen ervoor dat er hard ingegrepen moet worden in 2016, zo noteert Stadsgewest Haaglanden in de bewuste memo. Het vervoersbedrijf schroeft de toekomstige dienstregeling van tram 19 tussen Delft Station en de TU terug van zes naar vier keer. Daarnaast zal de tram alleen tussen zeven uur ’s ochtends en zeven uur ’s avonds rijden. HTM wil de trams naar eigen zeggen ‘efficiënt’ gaan inzetten en  ‘leegrijden’ van en naar de TU vermijden. In de avonduren en in het weekend zullen er bussen op het traject worden ingezet. Dit besluit leidt tot op de dag vandaag tot grote onvrede in Delft. HTM laat weten dat de afspraken uit de memo uit 2013 niet contractueel zijn vastgelegd. Toch staan ze anno 2024 nog steeds.

Een werknemer verwijdert de oude rails in mei 2023. (Foto: Sam Rentmeester)
Nieuw type tram

Wanneer de Sint Sebastiaansbrug in 2020 na jarenlange vertraging en vele miljoenen euro’s later is opgeknapt, lijken alle seinen weer op groen te kunnen voor de aanleg van de trambaan. Medio 2021 komen de projectleden van MRDH, HTM en de TU samen om de voortgang van het project te bespreken. Het zal nu niet lang meer duren voordat de eerste trams richting de TU kunnen gaan rijden, is de verwachting. De rails liggen er immers al. HTM trapt de vergadering af met een presentatie van de plannen voor tram 19 tussen station Delft en de TU Delft. Het vervoersschema wordt getoond. De trams zullen zoals aangekondigd en vastgelegd in 2016 inderdaad vier keer per uur gaan rijden en dan alleen tussen zeven uur ’s ochtends en zeven uur ’s avonds. Bussen zullen de ontbrekende uren en weekenddagen gaan opvangen. Tot zover geen verrassingen voor de aanwezigen.

Maar de dia daarna slaat in als een bom bij de projectleden van MRDH en de TU. Op het scherm is de nieuwe tram van HTM te zien; de Avenio. Deze nieuwe trams rijden sinds 2015 in de hofstad en rond Delft en zullen volgens HTM ook ingezet worden op het traject naar de TU Delft. HTM wijst hierbij op de aankondiging uit 2013. Hoewel er inderdaad is vastgelegd dat HTM per 2022 nieuwe trams zou gaan gebruiken, hebben de TU én MRDH hier géén rekening mee gehouden. Het onderzoek naar trillingen en straling dat de TU Delft heeft gedaan in 2005, was gebaseerd op de oude GTL-tram. De beide trams zijn niet vergelijkbaar.

“Dit betekent dat we helemaal opnieuw moeten beginnen door deze nieuwe tram. Alles moet er uit, wie gaat dat betalen?”

Het oude model tram (de GTL) weegt 37 duizend kilo, een nieuwe Avenio 50 duizend kilo, ruim een derde zwaarder. Het gewicht zou veel meer trillingen op de rails veroorzaken dan waar onderzoekers rekening mee hebben gehouden. Niet alleen het gewicht is een probleem. Ook veroorzaakt de Avenio-tram tijdens het rijden hoge elektrische straling die gevoelige onderzoeksystemen in laboratoria zou kunnen verstoren. Het TU-onderzoek uit 2005 is gebaseerd op oude data en voldoet niet meer.  Maar: de trambaan tussen Delft Station en de TU is aangelegd en klaar. “Dit betekent dat we helemaal opnieuw moeten beginnen door deze nieuwe tram. Alles moet er uit, wie gaat dat betalen?”, vraagt een projectlid zich hardop af. Er volgt geen antwoord.

Ongeschikte rails

Niet lang na de tumultueuze vergadering in 2021 wordt besloten om het tramtracé in te korten. De tram zal niet, zoals aanvankelijk beoogd, helemaal naar ‘Technopolis’ in Delft-Zuid rijden. De eindhalte komt nabij sport- en cultuurcentrum X en de Kruithuisweg. Dat is halverwege de universiteitswijk, maar nog steeds over de Mekelweg. Door de trambaan in te korten blijven er volgens de TU op het universiteitsterrein ‘vestigingsmogelijkheden over voor bedrijven die helemaal geen stralingshinder van de tramlijn mogen ondervinden’. Dat gebied blijft dan wel verstoken van een tramlijn. Over het precieze eindpunt zijn de TU en MRDH op dat moment nog vaag.

De in 2014 aangelegde rails op het TU-terrein is door de aankondiging van de nieuwe HTM-tram onbruikbaar geworden. Het tramtracé is aangelegd op basis van de oude HTM-trams en voldoet niet meer aan de gestelde eisen van de TU om zoveel mogelijk trillingen en straling te voorkomen. Hoewel er nog geen enkel tramwiel over de rails is gegaan, wordt er besloten om de 1 kilometerslange rails op het TU-terrein er weer uit te halen. Ook moeten de al geplaatste halteplaatsen grotendeels worden verwijderd, omdat de perronhoogte moet worden aangepast.

De tramlijn in beeld (2023-2024)
26 april 2023. (Foto: Sam Rentmeester)
26 april 2023. (Foto: Sam Rentmeester)
5 mei 2023. (Foto: Sam Rentmeester)
5 mei 2023. (Foto: Sam Rentmeester)
5 mei 2023. (Foto: Sam Rentmeester)
16 januari 2024. (Foto: Sam Rentmeester)
16 januari 2024. (Foto: Sam Rentmeester)
24 mei 2024. (Foto: Sam Rentmeester)
24 mei 2024. (Foto: Sam Rentmeester)
previous arrowprevious arrow
next arrownext arrow
 
Kosten

Het kostenplaatje voor de gehele tramlijn van Leidschendam tot de TU werd in 2004 nog geschat op 130 miljoen euro. Maar dat geld was in 2009 al op, terwijl aan het Delftse deel nog begonnen moest worden. Volgens ingewijden heeft dat stuk uiteindelijk nog eens meer dan 60 miljoen euro gekost, waarvan de gemeente Delft luttele miljoenen heeft opgehoest. Aan het herstel van de Sint Sebastiaansbrug hangt uiteindelijk een prijskaartje van 25 miljoen euro. En de teller tikt door, want het probleem met het tramgedeelte naar de TU is eind 2020 nog niet opgelost.

Ruim een jaar later, in de zomer van 2023 volgt er eindelijk weer goed nieuws

Het is begin 2022 wanneer er wederom overleg is met de TU en vervoersorganisatie MRDH. De TU Delft heeft een adviserende rol in het tramproject en stelt voor dat er op het universiteitsterrein een speciale betonfundering over een lengte van 2 kilometer onder de rails wordt gestort. Ook moet er een speciale hoogspanningskabel onder de grond komen. Een voorzichtige schatting van de extra kosten loopt richting de 10 miljoen euro. Het budget voor het tramgedeelte over het TU-terrein was begroot op 53 miljoen, maar lijkt nu op te gaan lopen naar minimaal 68 miljoen euro. De TU is niet van plan om hieraan mee te betalen. De afspraak was dat de universiteit niet meer dan 4 miljoen euro aan het totale tramproject zou betalen en vooral expertise en advies zou leveren. De nieuwe tegenvaller moet worden opgehoest door MRDH en/of HTM, zo wijst de TU op de gemaakte afspraken met MRDH.

Verkeerde hoogspanningskabel
De aankomende tramlijn in de sneeuw in januari 2024. (Foto: Sam Rentmeester)

Ruim een jaar later, in de zomer van 2023 volgt er eindelijk weer goed nieuws. De nieuwe hoogspanningskabel is binnen en het is het bouwbedrijf gelukt om het speciale beton naar Delft krijgen. Maar de tegenslag is nog niet voorbij. De hoogspanningskabel blijkt niet aan de specificaties van de TU te voldoen. ‘Verkeerd besteld’, laat MRDH weten. De kabel moet retour en er wordt een nieuwe besteld.

Het is niet duidelijk wat de kosten van beide kabels zijn geweest. Dit is niet de enige complicatie. Het bouwbedrijf dat de nieuwe fundering moet aanleggen stuit op problemen. Het door de TU voorgestelde beton blijkt in de praktijk nauwelijks te verwerken door de speciale samenstelling. Daarnaast blijken er in de bodem op het TU-terrein op diverse locaties kabels in de grond te zitten, zodat er niet geboord kan worden.

De universiteit laat in een officiële brief aan MRDH weten dat de tegenvallers onacceptabel zijn. De TU vreest dat de goede naam van de universiteit hierdoor wordt aangetast. Ook vindt de TU dat het inzetten van eigen experts rondom het beton en de kabel duurder wordt dan verwacht en dit is volgens hen ‘zeer ongewenst’.  Dat de rekening voor MRDH inmiddels oploopt richting de 14 miljoen euro, lijkt geen invloed te hebben op het standpunt van de universiteit. De bouw mag pas worden hervat als de TU alles vooraf heeft getoetst, zo luidt de boodschap van de universiteit. Alleen op deze wijze kan volgens de TU de vertraging worden beperkt en vertrouwen worden gegeven dat alles volgens de adviezen van de TU is aangelegd. Begin 2024 moeten de eerste trams rijden, is de harde eis van de TU. Op het kantoor van MRDH mailen de medewerkers naar elkaar: ‘Niet extra betalen, wel extra bepalen’.. Omdat de financiële afspraken zwart op wit staan, slikt MRDH de rekening uiteindelijk. De 14 miljoen euro extra neemt MRDH voor rekening.

Weer nieuw type tram

Het is nu 23 jaar na de studentenprotesten, die onbedoeld hebben gezorgd voor de tramproblematiek die al jaren aanhoudt op en rond het TU-terrein. Het besluit van de TU Delft om trams naar verwachting relatief probleemloos langs de universiteitslaboratoria te laten rijden, heeft grote gevolgen gehad. De komst van een nieuw type tram heeft daarnaast de kwetsbaarheden rond trillingen en stralingen in combinatie met laboratoria opnieuw blootgelegd.

De planning is nu dat de eerste (nieuwe HTM-) trams eind 2025 over het TU-terrein gaan rijden. Van zeven uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds, zoals jaren geleden met alle partijen is afgesproken om de lijn rendabel te maken voor HTM. Het tramtracé is straks in iedere geval geschikt om de nieuwe trams van HTM te ontvangen.

Een nieuw hoofdstuk aan het reeds dikke hoofdpijndossier tramlijn 19

Het is onbekend in hoeverre er vooruit gekeken is naar de komst van nieuwe trams en of die ook geschikt zijn om naar de TU te rijden. HTM heeft namelijk aangekondigd om vanaf het einde van dit jaar wederom een nieuw type tram te willen introduceren. Onduidelijk is hoeveel trillingen en straling die trams zullen produceren. De TU laat in een reactie weten hier geen verantwoordelijkheid in te hebben. Volgens MRDH moet HTM aantonen dat ook de nieuwe trams voldoen aan de gestelde eisen qua trilling en straling. Het kan een nieuw hoofdstuk toevoegen aan het reeds dikke hoofdpijndossier tramlijn 19.

Dit artikel is mogelijk gemaakt door het Mediafonds Delft.

Wederhoor

Bij de totstandkoming van dit onderzoeksartikel zijn de journalistieke stappen zorgvuldig gevolgd om de juistheid en volledigheid van de informatie te waarborgen. Hierbij is uitgebreid wederhoor gepleegd bij de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), de gemeente Delft, de Technische Universiteit Delft (TU Delft), en de Haagse Tram Maatschappij (HTM). Deze partijen hebben allen vooraf vragen beantwoord en zijn nauw betrokken geweest bij het verificatieproces van de inhoud.

Daarnaast is het concept van het artikel voorgelegd aan deze partijen voordat het werd gepubliceerd. Dit gaf hen de gelegenheid om de inhoud te bekijken en feedback te geven. Na ontvangst van hun reacties op het conceptartikel, zijn aanpassingen doorgevoerd om de accuratesse van het uiteindelijke artikel te verzekeren. Tot slot is alle partijen nogmaals de gelegenheid geboden om te reageren op het definitieve artikel. Dit laatste stadium van wederhoor verzekerde dat alle betrokken partijen tot het einde toe een stem hadden in het proces en dat hun standpunten correct en rechtvaardig werden weergegeven.

Verantwoording onderzoeksmethodiek

Bij het samenstellen van dit onderzoeksartikel is zorgvuldig gebruik gemaakt van meerdere bronnen om een zo volledig en accuraat mogelijk beeld te schetsen van de situatie. Hierbij zijn gesprekken gevoerd met verschillende ingewijden, die op basis van anonimiteit hebben meegewerkt. Deze bronnen, die directe kennis hebben van de besproken gebeurtenissen en processen, hebben waardevolle inzichten en informatie verstrekt die via de officiële communicatiekanalen niet publiekelijk beschikbaar zijn.

Naast deze persoonlijke interviews, is uitgebreid onderzoek gedaan naar openbaar gemaakte documenten via de Wet Open Overheid (WOO). Deze documenten, variërend van officiële rapporten en beleidsstukken tot persberichten en andere vormen van openbaar beschikbare informatie, hebben gediend als een belangrijk fundament voor het verifiëren van feiten en het contextueel plaatsen van de informatie verkregen uit de interviews.

Verder is er archiefonderzoek uitgevoerd om historische context en achtergrondinformatie te verkrijgen. Dit omvatte het doorzoeken van eerdere nieuwsartikelen, officiële archieven en andere relevante historische bronnen. Dit onderzoek was essentieel om de ontwikkelingen en gebeurtenissen in een breder tijdsbestek te begrijpen en om te zien hoe deze gebeurtenissen zich hebben ontvouwd en welke invloed ze hebben gehad op de huidige situatie. Door deze combinatie van interviews met anonieme ingewijden, analyse van openbare documenten en diepgravend archiefonderzoek, is getracht een zo nauwkeurig en evenwichtig mogelijk beeld in het onderzoeksartikel te schetsen.

Schrijver Bas Vermond

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

info@basvermond.nl

Comments are closed.