Wetenschap

Wachten op de slimme put

Terwijl olie- en gasvelden langzaamaan leegraken, houden offshoretechnologen de moed erin. ,,Er zijn nieuwe velden gevonden in diepzee en nieuwe technologieën schrapen afgedankte putten helemaal leeg”, aldus professor Jan Meek tijdens zijn intreerede, vorige week.

/strong>

Dat het Westen zo veel belangstelling heeft voor het Midden-Oosten is niet zo gek: samen met de voormalige Sovjetunie bezit het zeventig procent van alle bewezen olie- en gasreserves ter wereld. Voeg daarbij de stijgende energiebehoefte in de wereld en de te verwachte consumptietoename van landen als India en China, en voilà: de cruciale positie van het Midden-Oosten. ,,Voor gegarandeerde toekomstige olie- en gasvoorziening is het belangrijk om de afhankelijkheid van enkele leveranciers of een regio te vermijden”, zegt professor Jan Meek van de interfacultaire werkgroep offshoretechnologie, die vorige week zijn intreerede hield. ,,Dat kan door olie en gaswinning op zee.”

Rond en in de Atlantische oceaan wordt de afgelopen decennia al flink olie en gas gewonnen. Een groot deel gebeurt offshore. Zo staan er alleen al zeshonderd platforms in de Noordzee, in waterdieptes van dertig tot enkele honderden meters.

Alleen, deze ondiepe olievelden raken leeg. Toch is Meek optimistisch: ,,Er zijn op dit moment belangrijke offshore-ontwikkelingen aan de gang. Nieuwe reservoirtechnieken en boortechnologieën kunnen olie en gasreservoirs aanzienlijk beter leegschrapen.” De belangrijkste reden voor optimisme is echter dat met name rond de Atlantische Oceaan olie- en gasvelden zijn gevonden op een diepte van duizend meter en meer.

Meek hing zijn intreerede op aan de funderingsproblematiek die komt kijken bij (drijvende) olie- en gasplatforms. ,,De grondmechanica die bij funderingsproblemen komt kijken is niet alleen via rekenregels en voorschriften te vangen. De problemen rondom fundering in diepzee hebben voor mij een extra dimensie, omdat ervaring en gevoel een belangrijke rol spelen.”

Zere plek

Gevoel? ,,Als een offshoreheipaal van 140 meter de grond in moet en het gaat niet, dan kan het overal aan liggen. Het ontwerp van de heipaal past niet, of de heihamer functioneert niet. Meestal heeft het met de grond te maken. Grond is nooit homogeen, in tegenstelling tot kunststof of staal. Je kunt niet elke vierkante meter van de zeebodem checken. Je loopt dus vaak tegen verassingen op. Met ervaring en gevoel wordt de vinger snel op de zere plek gelegd”, aldus Meek.

,,Er is de afgelopen jaren een enorme sprong gemaakt van olie- en gaswinning op het vaste land via winning in ondiep water naar winning in diep water”, zegt de professor. ,,Het ontwerp, de fabricage, transport en de installatie van offshoreplatforms en pijpleidingen zijn volgens Meek dan ook een inspiratiebron geweestvoor onderzoek op het gebied van lassen, vermoeiing van constructies, golf- en stroombelastingen op constructies en knooppunten. Hiermee kunnen bijvoorbeeld verbeteringen worden aangebracht in pijpleidingen die olie van de diepzee naar de kust brengen.

,,Met de huidige ontwikkelingen is offshoretechnologie niet alleen meer een civieltechnisch vakgebied. Er komt hydrodynamica bij kijken, evenals het ontwikkelen van werktuigbouwkundige en drijvende constructies. Bovendien moet je ook wat weten van olie- en gaswinningtechnieken.”

En daar is het volgende probleem. Offshoretechnologie is een interfacultaire studie waarbij samenwerking binnen en tussen de verschillende faculteiten nodig is. Meek: ,,En dat is organisatorisch soms moeilijk werken in een instituut dat lang geleden tot stand is gekomen.”

Steentje

Volgens Meek is het zeker in deze tijd van teruglopende studentenaantallen goed om af te vragen of de TU Delft qua onderzoek en onderwijs niet sneller op maatschappelijke vragen kan inspringen. ,,De TU moet zich continue afvragen wat haar rol is in de samenleving. Hoe kan ze daar maximaal aan bijdragen? Dat betekent dus bepaalde onderzoeken en onderwijs op tijd opstarten of laten vallen. En de vraag is of de huidige structuur van de TU daar het meest geschikt voor is.” Zelf zal Meek zijn steentje bijdragen door zich expliciet in te zetten voor de samenwerking tussen de faculteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs.

In de toekomst verwacht de professor veel van de ‘intelligente put’; een put die precies weet wat er ‘beneden’ gebeurt. Er zijn zelfs reservoirs die ‘leeg’ zijn verklaard, maar waar specialisten wellicht alsnog olie uit weten te halen. ,,Het wachten is op onze collega’s van technische aardwetenschappen, totdat zij klaar zijn met de ontwikkeling van deze slimme put. Die zal productie goedkoper maker dan nu en minder gas en olie achterlaten.”

Voorlopig verwacht Meek dat we het met olie- en gaswinning op zee nog minstens honderd jaar volhouden met onze olie- en gasreserves. ,,Voor het zo ver is, hebben we de tijd om alternatieve energiebronnen zoals waterstof, windmolens, kernenergie en biomassa rendabel te maken.” Toch wil hij nog wat kwijt: ,,Groene energie is nu helemaal in. Toch zou ik graag meer aandacht zien voor schoon ‘fossiel’. Dus: hoe kan de auto veel zuiniger rijden en hoe zorgen we ervoor dat we minder hard de kachel stoken? We kunnen dan langer met onze olievoorraad doen en het zou een goede zaak zijn voor ons milieu. Maar ja, het klinkt niet zo visionair, hè?”

Offshoretechnologie is een interfacultaire studie waarbij samenwerking tussen faculteiten nodig is. Jan Meek: ,,En dat is organisatorisch soms moeilijk werken in een instituut dat lang geleden tot stand is gekomen.”

Terwijl olie- en gasvelden langzaamaan leegraken, houden offshoretechnologen de moed erin. ,,Er zijn nieuwe velden gevonden in diepzee en nieuwe technologieën schrapen afgedankte putten helemaal leeg”, aldus professor Jan Meek tijdens zijn intreerede, vorige week.

Dat het Westen zo veel belangstelling heeft voor het Midden-Oosten is niet zo gek: samen met de voormalige Sovjetunie bezit het zeventig procent van alle bewezen olie- en gasreserves ter wereld. Voeg daarbij de stijgende energiebehoefte in de wereld en de te verwachte consumptietoename van landen als India en China, en voilà: de cruciale positie van het Midden-Oosten. ,,Voor gegarandeerde toekomstige olie- en gasvoorziening is het belangrijk om de afhankelijkheid van enkele leveranciers of een regio te vermijden”, zegt professor Jan Meek van de interfacultaire werkgroep offshoretechnologie, die vorige week zijn intreerede hield. ,,Dat kan door olie en gaswinning op zee.”

Rond en in de Atlantische oceaan wordt de afgelopen decennia al flink olie en gas gewonnen. Een groot deel gebeurt offshore. Zo staan er alleen al zeshonderd platforms in de Noordzee, in waterdieptes van dertig tot enkele honderden meters.

Alleen, deze ondiepe olievelden raken leeg. Toch is Meek optimistisch: ,,Er zijn op dit moment belangrijke offshore-ontwikkelingen aan de gang. Nieuwe reservoirtechnieken en boortechnologieën kunnen olie en gasreservoirs aanzienlijk beter leegschrapen.” De belangrijkste reden voor optimisme is echter dat met name rond de Atlantische Oceaan olie- en gasvelden zijn gevonden op een diepte van duizend meter en meer.

Meek hing zijn intreerede op aan de funderingsproblematiek die komt kijken bij (drijvende) olie- en gasplatforms. ,,De grondmechanica die bij funderingsproblemen komt kijken is niet alleen via rekenregels en voorschriften te vangen. De problemen rondom fundering in diepzee hebben voor mij een extra dimensie, omdat ervaring en gevoel een belangrijke rol spelen.”

Zere plek

Gevoel? ,,Als een offshoreheipaal van 140 meter de grond in moet en het gaat niet, dan kan het overal aan liggen. Het ontwerp van de heipaal past niet, of de heihamer functioneert niet. Meestal heeft het met de grond te maken. Grond is nooit homogeen, in tegenstelling tot kunststof of staal. Je kunt niet elke vierkante meter van de zeebodem checken. Je loopt dus vaak tegen verassingen op. Met ervaring en gevoel wordt de vinger snel op de zere plek gelegd”, aldus Meek.

,,Er is de afgelopen jaren een enorme sprong gemaakt van olie- en gaswinning op het vaste land via winning in ondiep water naar winning in diep water”, zegt de professor. ,,Het ontwerp, de fabricage, transport en de installatie van offshoreplatforms en pijpleidingen zijn volgens Meek dan ook een inspiratiebron geweestvoor onderzoek op het gebied van lassen, vermoeiing van constructies, golf- en stroombelastingen op constructies en knooppunten. Hiermee kunnen bijvoorbeeld verbeteringen worden aangebracht in pijpleidingen die olie van de diepzee naar de kust brengen.

,,Met de huidige ontwikkelingen is offshoretechnologie niet alleen meer een civieltechnisch vakgebied. Er komt hydrodynamica bij kijken, evenals het ontwikkelen van werktuigbouwkundige en drijvende constructies. Bovendien moet je ook wat weten van olie- en gaswinningtechnieken.”

En daar is het volgende probleem. Offshoretechnologie is een interfacultaire studie waarbij samenwerking binnen en tussen de verschillende faculteiten nodig is. Meek: ,,En dat is organisatorisch soms moeilijk werken in een instituut dat lang geleden tot stand is gekomen.”

Steentje

Volgens Meek is het zeker in deze tijd van teruglopende studentenaantallen goed om af te vragen of de TU Delft qua onderzoek en onderwijs niet sneller op maatschappelijke vragen kan inspringen. ,,De TU moet zich continue afvragen wat haar rol is in de samenleving. Hoe kan ze daar maximaal aan bijdragen? Dat betekent dus bepaalde onderzoeken en onderwijs op tijd opstarten of laten vallen. En de vraag is of de huidige structuur van de TU daar het meest geschikt voor is.” Zelf zal Meek zijn steentje bijdragen door zich expliciet in te zetten voor de samenwerking tussen de faculteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs.

In de toekomst verwacht de professor veel van de ‘intelligente put’; een put die precies weet wat er ‘beneden’ gebeurt. Er zijn zelfs reservoirs die ‘leeg’ zijn verklaard, maar waar specialisten wellicht alsnog olie uit weten te halen. ,,Het wachten is op onze collega’s van technische aardwetenschappen, totdat zij klaar zijn met de ontwikkeling van deze slimme put. Die zal productie goedkoper maker dan nu en minder gas en olie achterlaten.”

Voorlopig verwacht Meek dat we het met olie- en gaswinning op zee nog minstens honderd jaar volhouden met onze olie- en gasreserves. ,,Voor het zo ver is, hebben we de tijd om alternatieve energiebronnen zoals waterstof, windmolens, kernenergie en biomassa rendabel te maken.” Toch wil hij nog wat kwijt: ,,Groene energie is nu helemaal in. Toch zou ik graag meer aandacht zien voor schoon ‘fossiel’. Dus: hoe kan de auto veel zuiniger rijden en hoe zorgen we ervoor dat we minder hard de kachel stoken? We kunnen dan langer met onze olievoorraad doen en het zou een goede zaak zijn voor ons milieu. Maar ja, het klinkt niet zo visionair, hè?”

Offshoretechnologie is een interfacultaire studie waarbij samenwerking tussen faculteiten nodig is. Jan Meek: ,,En dat is organisatorisch soms moeilijk werken in een instituut dat lang geleden tot stand is gekomen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.