Opinie

Waarom ik geen creationist ben

Het gaat in de wetenschap niet om onbetwistbare waarheden. Een reactie op de boekbespreking in Delta 37.Intelligent DesignIn het artikel “Monstertjes van Frankenstein” van Maarten Keulemans in Delta 37 van afgelopen week werd mij het “creationisme” toebedeeld als mijn denkstroming.

Ook in de Delta van afgelopen augustus kreeg ik in het “ABC van de Delftse wetenschap” een vermelding onder de letter Q van quasiwetenschap, alwaar ik vanwege “mijn creationistische uitlatingen” een oneervolle plek verwierf naast kabouterologen en wichelroedenlopers.

Delta wees daar op een artikel van Hulspas waarin ik blijkbaar “ongenadig op mijn kop kreeg” vanwege mijn vermeende creationisme. Ik heb toen het bewuste artikel in Skepter maar eens opgezocht (want het was me nooit eerder onder de aandacht gebracht), maar het bleek dat Hulspas daar feitelijk alleen uitgebreid mijn oratie (zie http://www.mb.tn.tudelft.nl/user/dekker/oratie_final.pdf) citeerde, helaas echter zonder enig inhoudelijk commentaar.

In het artikel schreef Hulspas wel uitgebreid en in zeer negatieve zin over “Intelligent Design”, het idee van een achterliggend ontwerp in de natuur. Samen met prof.dr. Ronald Meester, hoogleraar kansrekening aan de VU Amsterdam, heb ik net een uitgebreide inhoudelijke reactie geschreven op het artikel van Hulspas, die deze maand in Skepter zal verschijnen onder de titel “Pleidooi voor een open houding ten aanzien van de historische oorsprong van het leven”.

Hier wil ik kort reageren op de artikelen in Delta. Laat me zo kort en duidelijk mogelijk zijn: ik heb niet veel op met het creationisme. Creationisten proberen de eerste hoofdstukken van de bijbeltekst van Genesis als een natuurkundeboek te vertalen in gedetailleerde modellen rond een goddelijke schepping in letterlijk zeven dagen, pakweg 6000 jaar terug. Ik geloof dat het bijbelboek Genesis ons zeer essentiële dingen te leren heeft, maar niet dat het een handboek is voor de biologie. Gezien deze benadering ben ik volstrekt geen creationist.

Ik ben wel uitermate kritisch ten aanzien van het darwinisme. Op wetenschappelijke gronden ben ik er grondig van overtuigd dat het darwinisme volstrekt tekort schiet als verklaring voor het ontstaan en de ontwikkeling van het leven op aarde. Na anderhalve eeuw darwinistisch onderzoek zitten we nog steeds met de handen in het haar rond de vele open vragen rond de oorsprong van het leven, het ontstaan van de eerste cel, het ontstaan van nieuwe soorten, de oorsprong van taal, de aard, het ontstaan van bewustzijn en persoonlijkheid, et cetera. Volgens mij zullen we ook nooit tot de antwoorden op deze vragen komen op grond van alleen het darwinisme.

Tegenover het concept “wanorde en toeval”, dat centraal staat in het darwinistische evolutiedenken, biedt het alternatieve concept “ontwerp” wel een natuurlijke ingang hiertoe. Ontwerp dringt zich op spontane wijze op aan een ieder die kijkt naar het heelal en de natuur om zich heen. Het kan heel goed als wetenschappelijk uitgangspunt dienen voor theorievorming rond de fysische en biologische geschiedenis van onze wereld.

Dit is hetgeen onder de vlag van “Intelligent Design” beoogd wordt door een recente bewegingvan wetenschappers. Om slechts één voorbeeld te noemen: kijk eens naar de vele biomoleculaire machientjes in de cel, zeg de zweepstaart van een bacterie. Zo’n “onherleidbaar complex systeem” bestaat uit meerdere, goed in elkaar passende, en met elkaar wisselwerkende onderdelen die allemaal tot de basisfunctie bijdragen. Verwijdering van één van de onderdelen heeft tot gevolg dat het hele systeem niet meer werkt. Een onderliggend ontwerp is een natuurlijke verklaring hiervoor, terwijl zulke systemen onmogelijk kunnen zijn ontstaan door een darwinistisch scenario van steeds kleine toevallige verbeteringen.

Als betrokkenen bij een technische universiteit zullen wij de eersten zijn die bij het beschouwen van een complexe machine, zeg het motorsysteem van een auto, een bewondering zullen hebben voor de ingenieur die het bedacht en uitgevoerd heeft. Op dezelfde wijze erken ik ten volle God als de Ingenieur die aan de basis staat van de ontzagwekkende complexiteit van de natuur. Als christen is mijn geloof meer gebaseerd op de historische gebeurtenissen rond Jezus Christus en op mijn persoonlijke ervaring dan op mijn natuurwetenschappelijke kennis. Dat geloof wordt echter wel door versterkt door die natuurwetenschappelijke kennis.

Ik sluit af met een reactie op de retorische startvraag van Keulemans: ,,Ook altijd gedacht dat het in de wetenschap gaat om onbetwistbare waarheden?” Het antwoord hierop luidt ontkennend. In de wetenschap gaat het niet om onbetwistbare waarheden, maar om een tastend zoeken naar de beste beschrijvingen, modellen, en hypothesen om de werkelijkheid te omschrijven; het gaat om voorlopige “waarheden” die altijd openstaan voor kritiek en verbetering.

.aut Cees Dekker,

hoogleraar moleculaire biofysica, faculteit TNW, email: dekker@mb.tn.tudelft.nl

Het gaat in de wetenschap niet om onbetwistbare waarheden. Een reactie op de boekbespreking in Delta 37.

Intelligent Design

In het artikel “Monstertjes van Frankenstein” van Maarten Keulemans in Delta 37 van afgelopen week werd mij het “creationisme” toebedeeld als mijn denkstroming. Ook in de Delta van afgelopen augustus kreeg ik in het “ABC van de Delftse wetenschap” een vermelding onder de letter Q van quasiwetenschap, alwaar ik vanwege “mijn creationistische uitlatingen” een oneervolle plek verwierf naast kabouterologen en wichelroedenlopers.

Delta wees daar op een artikel van Hulspas waarin ik blijkbaar “ongenadig op mijn kop kreeg” vanwege mijn vermeende creationisme. Ik heb toen het bewuste artikel in Skepter maar eens opgezocht (want het was me nooit eerder onder de aandacht gebracht), maar het bleek dat Hulspas daar feitelijk alleen uitgebreid mijn oratie (zie http://www.mb.tn.tudelft.nl/user/dekker/oratie_final.pdf) citeerde, helaas echter zonder enig inhoudelijk commentaar.

In het artikel schreef Hulspas wel uitgebreid en in zeer negatieve zin over “Intelligent Design”, het idee van een achterliggend ontwerp in de natuur. Samen met prof.dr. Ronald Meester, hoogleraar kansrekening aan de VU Amsterdam, heb ik net een uitgebreide inhoudelijke reactie geschreven op het artikel van Hulspas, die deze maand in Skepter zal verschijnen onder de titel “Pleidooi voor een open houding ten aanzien van de historische oorsprong van het leven”.

Hier wil ik kort reageren op de artikelen in Delta. Laat me zo kort en duidelijk mogelijk zijn: ik heb niet veel op met het creationisme. Creationisten proberen de eerste hoofdstukken van de bijbeltekst van Genesis als een natuurkundeboek te vertalen in gedetailleerde modellen rond een goddelijke schepping in letterlijk zeven dagen, pakweg 6000 jaar terug. Ik geloof dat het bijbelboek Genesis ons zeer essentiële dingen te leren heeft, maar niet dat het een handboek is voor de biologie. Gezien deze benadering ben ik volstrekt geen creationist.

Ik ben wel uitermate kritisch ten aanzien van het darwinisme. Op wetenschappelijke gronden ben ik er grondig van overtuigd dat het darwinisme volstrekt tekort schiet als verklaring voor het ontstaan en de ontwikkeling van het leven op aarde. Na anderhalve eeuw darwinistisch onderzoek zitten we nog steeds met de handen in het haar rond de vele open vragen rond de oorsprong van het leven, het ontstaan van de eerste cel, het ontstaan van nieuwe soorten, de oorsprong van taal, de aard, het ontstaan van bewustzijn en persoonlijkheid, et cetera. Volgens mij zullen we ook nooit tot de antwoorden op deze vragen komen op grond van alleen het darwinisme.

Tegenover het concept “wanorde en toeval”, dat centraal staat in het darwinistische evolutiedenken, biedt het alternatieve concept “ontwerp” wel een natuurlijke ingang hiertoe. Ontwerp dringt zich op spontane wijze op aan een ieder die kijkt naar het heelal en de natuur om zich heen. Het kan heel goed als wetenschappelijk uitgangspunt dienen voor theorievorming rond de fysische en biologische geschiedenis van onze wereld.

Dit is hetgeen onder de vlag van “Intelligent Design” beoogd wordt door een recente bewegingvan wetenschappers. Om slechts één voorbeeld te noemen: kijk eens naar de vele biomoleculaire machientjes in de cel, zeg de zweepstaart van een bacterie. Zo’n “onherleidbaar complex systeem” bestaat uit meerdere, goed in elkaar passende, en met elkaar wisselwerkende onderdelen die allemaal tot de basisfunctie bijdragen. Verwijdering van één van de onderdelen heeft tot gevolg dat het hele systeem niet meer werkt. Een onderliggend ontwerp is een natuurlijke verklaring hiervoor, terwijl zulke systemen onmogelijk kunnen zijn ontstaan door een darwinistisch scenario van steeds kleine toevallige verbeteringen.

Als betrokkenen bij een technische universiteit zullen wij de eersten zijn die bij het beschouwen van een complexe machine, zeg het motorsysteem van een auto, een bewondering zullen hebben voor de ingenieur die het bedacht en uitgevoerd heeft. Op dezelfde wijze erken ik ten volle God als de Ingenieur die aan de basis staat van de ontzagwekkende complexiteit van de natuur. Als christen is mijn geloof meer gebaseerd op de historische gebeurtenissen rond Jezus Christus en op mijn persoonlijke ervaring dan op mijn natuurwetenschappelijke kennis. Dat geloof wordt echter wel door versterkt door die natuurwetenschappelijke kennis.

Ik sluit af met een reactie op de retorische startvraag van Keulemans: ,,Ook altijd gedacht dat het in de wetenschap gaat om onbetwistbare waarheden?” Het antwoord hierop luidt ontkennend. In de wetenschap gaat het niet om onbetwistbare waarheden, maar om een tastend zoeken naar de beste beschrijvingen, modellen, en hypothesen om de werkelijkheid te omschrijven; het gaat om voorlopige “waarheden” die altijd openstaan voor kritiek en verbetering.

.aut Cees Dekker,

hoogleraar moleculaire biofysica, faculteit TNW, email: dekker@mb.tn.tudelft.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.