Onderwijs

Vuurwerk voor vertrekkend decaan

Na zeven jaar decanaat van de faculteit Industrieel Ontwerpen nam Cees de Bont vandaag afscheid. Onder meer met een minuten lang aanhoudend vuurwerk en de onthulling van het kunstwerk Floppy Tower.

De leden van de vereniging, een onderafdeling van De Bolk, zien Trui ook liever in het water, liefst met hen aan het roer. Heerlijk zeilen met een stuk nautisch erfgoed. Maar nu even niet. Hun antieke botter uit 1875, een zestien ton wegend eikenhouten vissersschip, heeft groot onderhoud nodig.

Regen drupt maandag gestaag neer op de dekzeilen die zijn gedrapeerd over de platliggende mast. Eronder, in het schijnsel van tl-lampen, manoeuvreren Stefan Lenselink (informaticus), Martijn Nijenstein (zesdejaars L&R) en Wouter Kreiken (student biologie in Leiden) behoedzaam met loodzware eiken panelen. “We vervangen de trog en een deel van de deken”, meldt
Lenselink. De platen vormen de nieuwe trog, een soort kist zonder bodem van pakweg tweeënhalf bij een meter en zeventig centimeter hoog.
 “De trog komt uit in de bun”, wijst Lenselink naar een ruimte onder in de boot die aan de zijkanten in open verbinding staat met het water. “In de trog legden vissers vroeger de levende vis in netten. Via het water dat door de bun stroomde, hielden ze de vissen in leven.”

Deze vrienden hebben duidelijk hun hart verpand aan Trui en de vereniging. Lenselink droomt alweer van weekeinden weg. “En in de winter klussen. Heel anders dan je studie”. Ook Kreiken roemt het gezamenlijk reizen met de historische Trui: “Het is heel puur zeilen, heel anders dan met moderne zeilboten.” Nijenstein viel eveneens voor de historie die Trui meedraagt, zoals tijdens de Visserijdagen, wanneer ze vissen en varen zoals ze dat ooit met deze boot deden.

Daarom zitten ze nu onder de druipende dekzeilen te klussen. “Puzzelen voor gevorderden”, zegt Nijenstein. Ze moeten vak- en maatwerk leveren, want de nieuwe trog moet perfect passen.
Lenselink, Nijenstein en Kreiken genieten van deze grote klus, die heel andere koek is dan het reguliere jaarlijkse onderhoud. Dan wordt de boot leeggehaald. “Slaapmatjes, kastjes, dat soort dingen.” Het hout wordt kaal gekrabd en in de lijnolie en hars gezet, naden worden gebreeuwd (met draden vlas dichtgestopt) en de losse onderdelen worden op De Bolk opgeknapt.
Nee, dan deze renovatie. Daarmee zijn ongeveer veertig leden van de Bolk al weken bezig. “Maanden geleden al hebben we het hout uitgezocht”, vertelt Nijenstein. “Eikenhout van 6,8 centimeter dikte met de schors er nog aan. Je koopt eigenlijk plakjes boom.”

Vorige week hebben ze die verzaagd en verlijmd tot de panelen die ze nu gaan plaatsen. “Gisteren hebben we ze in elkaar gezet om te zien of het past en vanmorgen weer uit elkaar gehaald”, zegt Kreiken. Nijenstein schuurt. “We maken de vlakken die we straks lijmen nu stof- en vetvrij.” Lenselink is bezig met de gaten voor de bouten. “Lijmen zou voldoende moeten zijn, maar we draaien er voor de zekerheid ook een paar bouten in.”

Het zijn de slotakkoorden van wat ze zien als een fascinerende opdracht. Nijenstein: “Zoiets als de trog of het middenschip vervangen, is extra leuk. Elke stap moet je bedenken. De geschiedenis napluizen voor hoe je het gaat doen. Willen we ‘m origineel houden? Kan dat? Is er vroeger iets veranderd en kunnen we het weer origineler maken? Welke materialen zijn nodig? Hoe pak je het werk aan? Zo kom je stap voor stap verder. En steeds realiseer je je: ik werk aan een boot die ouder is dan wij en onze ouders.” Lenselink kijkt op. “Wij leiden nieuwe schippers en maten op en geven onze kennis door. Je hoopt dat straks, in 2050, een generatie het werk voortzet als de trog weer moet worden vervangen.” 

Cees de Bont: ‘Het is klaar, nu iemand anders’

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.