Hij roeide bij Laga. Hij coacht bij Laga. Hij woont bij Laga. Laurens Petten, president van de lustrumcommissie, maakt al bijna deel uit van het meubilair.
Vastgeroest is hij allerminst: ,,Een beetje tegen de mores schoppen kan geen kwaad.”
Voor Laurens Petten, president van de lustrumcommissie van Laga, zijn het drukke tijden. Volgende week viert de roeivereniging haar honderdvijfentwintigste verjaardag. Naast het commissiewerk loopt de zevendejaars werktuigbouwer stage bij P&O North Sea Ferries. ,,Laga en stage. Verder heb ik al drie maanden geen leven.”
Maandag start het lustrum met de raadselachtige Lalubumabingoshow waarvan de inhoud geheim is. ,,We hebben het maar gewoon een of andere naam gegeven.” De rest van de week wordt gefeest, gedineerd en geroeid. Op de Schie verschijnt een lustrumterrein met wedstrijdbaan en finishtoren.
Tijdens de jaarlijkse Varsity geldt de Oude Vier als hoofdnummer. ,,In de lustrumweek heeft de Oude Acht de hoogste status. De winnaars krijgen massief gouden blikken.” Het gewicht van één blik is tegen de huidige goudkoers zo’n zevenhonderd gulden waard. ,,Daar wil je wel hard voor roeien.” Voor de dames heeft de koningin een prijs beschikbaar gesteld. ,,We hebben een keurige brief van Beatrix ontvangen dat ze zelf helaas niet kan komen.” En troeteltulp Maxima? ,,Het zal wel de burgemeester worden.”
Woensdag is de loodzware ringvaart regatta. Honderd kilometer zweet, blaren en spierpijn. De wedstrijd is voortgekomen uit het honderdjarig bestaan van Laga. ,,Een paar idioten hebben toen een kaart gepakt en gekeken of ze een parcours van honderd kilometer konden trekken.” Inmiddels is de ringvaart een van de grootste wedstrijden van Nederland. Jaarlijks roeien honderd ploegen mee en er is een inschrijvingsstop.
Eelt
Het bakstenen onderkomen van Laga heeft kenmerken van een vesting. Op ruime afstand van straatniveau ligt een van de grootste dakterrassen van Delft. Petten kent er ieder losliggend plankje: zijn kamer grenst aan het terras. Wie vanaf de trap het dakterras betreedt, passeert zijn kamer.
,,Vroeger woonde hier de bootsman met zijn gezin. De nieuwe bootsman heeft een andere woning verkozen.” Vanuit zijn kamer ziet en hoort Petten iedereen die een pilsje of Isotone dorstlesser achterover slaat. ,,Ik woon hier nu twee jaar en ben inmiddels immuun voor lawaai geworden.”
Half op de kade liggen een paar bootachtige bodems weg te rotten. Het zijn droogroeibakken waarin beginners kunnen roeien zonder afstand af te leggen. ,,In de oorlog zijn de bakken gebruikt in de Rotterdamse havens. Er hingen netten aan die de onderzeeërs tegen moesten houden, een beetje knullig wel.”
Voor een roeier heeft Petten weinig eelt op de handen. ,, Ik heb maar één jaar geroeid. Dagelijks anderhalf uur trainen, om halftwaalf naar bed en niet drinken…” Twee maal dat jaar trok hij blik. ,,Dat is best redelijk, niet veel, niet weinig. Het heel harde roeien is voor mij ook niet weggelegd, daarvoor ben ik te licht.”
Sindsdien is hij coach. Nog steeds is hij anderhalf uur per dag met de roeisport in de weer, maar dan vanaf de kade. Voetbaltrainers worden op de schouders genomen als ze winnen, roeicoaches niet. ,,Wanneer de ploeg verliest heeft de coach slecht gecoacht. Bij winst hebben de roeiers goed geroeid. De coach krijgt nooit de credits.”
Mores
Slechts het Leidse ‘Njord’ is ouder dan Laga. ,,Er is een soort Oxford-Cambridge rivaliteit tussen Njord en Laga.” In meer dan een eeuw heeft de vereniging een rijke traditie opgebouwd. En zoals dat gaat met tradities: iedere poging tot verandering of modernisering is aan kritiek onderhevig.
Zo werd voor het lustrumjaar een speciaal tenue bedacht: glad, strak en aërodynamisch. ,,Laga is de laatste vereniging die nog in katoenen broek en T-shirt roeit. De gladde pakjes zijn bij Laga eigenlijk not done.” Met de komst van het snelle pak verdwijnt een statussymbool van gelauwerde roeiers. ,,Na drie keer blik trekken mag je een ‘krachtvel’ dragen. Een soort mouwloos hemd.” De snelle pakken zijn echter standaard mouwloos. ,,Er is een mos weg, een statusverschil.” Vooral oud-leden roeren zich, maar ,,Een beetje tegen de mores schoppen kan geen kwaad.”
Dankzij de trouwe schare oud-leden kan de vereniging nooit failliet gaan. ,,Mochten er ooit problemen komen, dan staan zij financieel garant. Tijdens de lustrumweek worden de oud-leden leeggemolken met de verkoop van stropdassen en andere gadgets. ,,Ze betalen ook twee keer zoveel voor toegangskaarten enzo.”
Petten ziet uit naar het diner met de grijze mannen. Als in hun jonge jaren delen de veertigers en vijftigers rake klappen uit met de vlakke hand en brassen er lustig op los. ,,De hele avond verhalen uit de oude doos en zo links en rechts zal enthousiast worden geslagen. Sommigen wanen zich weer in hun studententijd.”
Hij roeide bij Laga. Hij coacht bij Laga. Hij woont bij Laga. Laurens Petten, president van de lustrumcommissie, maakt al bijna deel uit van het meubilair. Vastgeroest is hij allerminst: ,,Een beetje tegen de mores schoppen kan geen kwaad.”
Voor Laurens Petten, president van de lustrumcommissie van Laga, zijn het drukke tijden. Volgende week viert de roeivereniging haar honderdvijfentwintigste verjaardag. Naast het commissiewerk loopt de zevendejaars werktuigbouwer stage bij P&O North Sea Ferries. ,,Laga en stage. Verder heb ik al drie maanden geen leven.”
Maandag start het lustrum met de raadselachtige Lalubumabingoshow waarvan de inhoud geheim is. ,,We hebben het maar gewoon een of andere naam gegeven.” De rest van de week wordt gefeest, gedineerd en geroeid. Op de Schie verschijnt een lustrumterrein met wedstrijdbaan en finishtoren.
Tijdens de jaarlijkse Varsity geldt de Oude Vier als hoofdnummer. ,,In de lustrumweek heeft de Oude Acht de hoogste status. De winnaars krijgen massief gouden blikken.” Het gewicht van één blik is tegen de huidige goudkoers zo’n zevenhonderd gulden waard. ,,Daar wil je wel hard voor roeien.” Voor de dames heeft de koningin een prijs beschikbaar gesteld. ,,We hebben een keurige brief van Beatrix ontvangen dat ze zelf helaas niet kan komen.” En troeteltulp Maxima? ,,Het zal wel de burgemeester worden.”
Woensdag is de loodzware ringvaart regatta. Honderd kilometer zweet, blaren en spierpijn. De wedstrijd is voortgekomen uit het honderdjarig bestaan van Laga. ,,Een paar idioten hebben toen een kaart gepakt en gekeken of ze een parcours van honderd kilometer konden trekken.” Inmiddels is de ringvaart een van de grootste wedstrijden van Nederland. Jaarlijks roeien honderd ploegen mee en er is een inschrijvingsstop.
Eelt
Het bakstenen onderkomen van Laga heeft kenmerken van een vesting. Op ruime afstand van straatniveau ligt een van de grootste dakterrassen van Delft. Petten kent er ieder losliggend plankje: zijn kamer grenst aan het terras. Wie vanaf de trap het dakterras betreedt, passeert zijn kamer.
,,Vroeger woonde hier de bootsman met zijn gezin. De nieuwe bootsman heeft een andere woning verkozen.” Vanuit zijn kamer ziet en hoort Petten iedereen die een pilsje of Isotone dorstlesser achterover slaat. ,,Ik woon hier nu twee jaar en ben inmiddels immuun voor lawaai geworden.”
Half op de kade liggen een paar bootachtige bodems weg te rotten. Het zijn droogroeibakken waarin beginners kunnen roeien zonder afstand af te leggen. ,,In de oorlog zijn de bakken gebruikt in de Rotterdamse havens. Er hingen netten aan die de onderzeeërs tegen moesten houden, een beetje knullig wel.”
Voor een roeier heeft Petten weinig eelt op de handen. ,, Ik heb maar één jaar geroeid. Dagelijks anderhalf uur trainen, om halftwaalf naar bed en niet drinken…” Twee maal dat jaar trok hij blik. ,,Dat is best redelijk, niet veel, niet weinig. Het heel harde roeien is voor mij ook niet weggelegd, daarvoor ben ik te licht.”
Sindsdien is hij coach. Nog steeds is hij anderhalf uur per dag met de roeisport in de weer, maar dan vanaf de kade. Voetbaltrainers worden op de schouders genomen als ze winnen, roeicoaches niet. ,,Wanneer de ploeg verliest heeft de coach slecht gecoacht. Bij winst hebben de roeiers goed geroeid. De coach krijgt nooit de credits.”
Mores
Slechts het Leidse ‘Njord’ is ouder dan Laga. ,,Er is een soort Oxford-Cambridge rivaliteit tussen Njord en Laga.” In meer dan een eeuw heeft de vereniging een rijke traditie opgebouwd. En zoals dat gaat met tradities: iedere poging tot verandering of modernisering is aan kritiek onderhevig.
Zo werd voor het lustrumjaar een speciaal tenue bedacht: glad, strak en aërodynamisch. ,,Laga is de laatste vereniging die nog in katoenen broek en T-shirt roeit. De gladde pakjes zijn bij Laga eigenlijk not done.” Met de komst van het snelle pak verdwijnt een statussymbool van gelauwerde roeiers. ,,Na drie keer blik trekken mag je een ‘krachtvel’ dragen. Een soort mouwloos hemd.” De snelle pakken zijn echter standaard mouwloos. ,,Er is een mos weg, een statusverschil.” Vooral oud-leden roeren zich, maar ,,Een beetje tegen de mores schoppen kan geen kwaad.”
Dankzij de trouwe schare oud-leden kan de vereniging nooit failliet gaan. ,,Mochten er ooit problemen komen, dan staan zij financieel garant. Tijdens de lustrumweek worden de oud-leden leeggemolken met de verkoop van stropdassen en andere gadgets. ,,Ze betalen ook twee keer zoveel voor toegangskaarten enzo.”
Petten ziet uit naar het diner met de grijze mannen. Als in hun jonge jaren delen de veertigers en vijftigers rake klappen uit met de vlakke hand en brassen er lustig op los. ,,De hele avond verhalen uit de oude doos en zo links en rechts zal enthousiast worden geslagen. Sommigen wanen zich weer in hun studententijd.”
Comments are closed.