Sommige eerstejaars studenten mochten afgelopen week nog aan een inleidend opdrachtje knutselen, anderen moesten meteen vol aan de wiskunde.
De eerste week in Delft: bijslapen in de koffiehoek, verdwalen tussen station en TU-wijk en fietspech.
Met een Goedemorgen drinkontbijt bij de hand werken Willem Luysen en Steven Lemain aan een inleidende opdracht bij industrieel ontwerpen: een ‘relatiegeschenk’ voor aankomend eerstejaars. ’s Middags worden de ontwerpen aan een jury voorgelegd, het beste ontwerp wordt in productie genomen en als welkomstcadeau uitgedeeld in 2004.
,,Het is heel zwaar geweest”, verzucht Luysen, die al twee weken lang kennismaakt met Virgiel. ,,Vooral na zo’n lange zomervakantie. Ik ben voor het laatst met vrienden uit Amersfoort op vakantie geweest, toen met mijn vriendin, en dan ineens dit. Gelukkig loopt de kennismakingstijd dit weekend ten einde.”
De kersverse student heeft een groot aantal colleges slapend doorgebracht. ,,Wanneer het langer dan vijf seconden saai was, viel ik in slaap. Ik ben regelmatig wakker geworden tijdens het geklap aan het eind”, bekent hij. ,,Gelukkig hebben we vooral inleidende colleges in de eerste week. Rustig aan een opdracht doen, bakje koffie erbij%”
Een kamer heeft hij nog niet. ,,Die zoek ik via de sleep-out van Virgiel. Dan mag je een huis kiezen om te blijven slapen en daar je best doen voor een kamer. Dat is best goed te doen.” In ieder geval beter dan wat Luysen zag tijdens de instemming die hij aan het begin van de zomervakantie liep. ,,Ik heb maar een uurtje tijd voor zo’n instemming, anders mis ik de trein terug naar Amersfoort. Maar een uur is nooit lang genoeg om de eindronde te halen. Later hoorde ik trouwens dat van al die mensen niemand de kamer had gekregen.”
Katinka Bijl en Iris Koster ontwerpen een ‘megavette’ fietsbel. ,,Ze noemen Delftenaren toch niet voor niets fietsenmakers? Een fiets kunnen we onze collega-eerstejaars niet geven, dus dan maar een fietsbel”, vertelt Koster. Het prototype bestaat uit een vlak plaatje waarop de U staat, de T tringelt ertegen. De TU-huisstijl heeft plaatsgemaakt voor felle kleuren. ,,Dat blauw en zwart, dat is toch een beetje saai”, vinden de meisjes. ,,Dat willen wij dus doorbreken.”
De studie valt hen mee. ,,Heel creatief”, zeggen de meisjes in koor. ,,Het werken in groepjes is fijn”, vindt Bijl. ,,Dan ben je niet zo alleen aan het werk.”
Een groepsgenote uit Muiderberg gaapt. ,,Vandaag is de laatste dag van mijn kennismakingstijd bij Virgiel”, vertelt ze. ,,Ik ben de hele week alleen maar achter elkaar in slaap gevallen. Als ik er nog een beetje fris uitzie komt dat door mijn make-up.”
Hrant Arsenian, keycord op de rug, heeft de hele week al moeite de faculteit te vinden. ,,Ik heb de infrastructuur hier nog niet helemaal door. Vanochtend ben ik voor de vijfde keer verkeerd gefietst. Ik weet nog steeds niet hoe ik het snelst in de TU-wijk kan komen. Vanaf het station rechts, dan over de brug, maar dan. Eerst rechtdoor?”
De student industrieel ontwerpen uit Zaanstad is om kwart over zeven opgestaan. ,,’s Ochtends colleges, ’s middags iets praktisch. Als de ochtendcolleges vroeg beginnen moet ik er om zes uur al uit.”
Een kamer in Delft wil hij pas in januari actief zoeken. ,,Als je begint met zoeken moet je er ook echt achteraan gaan”, vindt Arsenian. ,,Ik heb gehoord dat het in januari rustiger is en er meer kamers vrij komen. Ik heb niet zo’n haast, dit overleef ik wel, hoewel ik deze week al drie keer door de wekker ben geslapen.”
Uitwisselingsstudent Robert Faus staat met zijn bruine fiets langs de kant van de weg. Drie dagen in Nederland en nu al een klapband. Een kat in de zak gekocht? ,,Nee, dit kan gebeuren. De twee jongens van wie ik de fiets kocht zouden mij niets aansmeren”, vermoedt de Valenciaan. Ook over de herkomst van zijn fiets is de Spanjaard resoluut. ,,Ik denk niet dat deze fiets is gestolen. Nou ja, misschien ooit wel, maar niet door die twee jongens.”
Hij is blij verrast door de korte afstanden in Delft. ,,Ik werk in de hoek van het gebouw voor industrieel ontwerpen. Recht daaronder is het id-café. Wat wil je nog meer? Volgens mij is hier altijd feest. Ik hoef alleen nog maar uit te vinden wat op welke dag een goede plek is om bier te drinken.”
Minpuntje tot nu toe vindt Faus de koehandel in kamers. Inmiddels voorzien van huisvesting blikt hij terug op zijn instemmingen: ,,Sommige van die instemmingen zijn echt stom”, vindt hij. ,,Dan komt er zo’n vent tegenover je zitten die je aankijkt met een blik van: besef je eigenlijk wel hoe cool je moet zijn om hier te mogen wonen?”
Op de rode skailederen bekleding van een bank in de hal van werktuigbouwkunde slaapt Riewert van Doesburgh. Tijdens zijn kennismaking met het Delftsch Studenten Corps is met pen een tekst op zijn voorhoofd geschreven. ,,Wat er staat? Suurbroek, daar moesten we naar toe. ’t Was vannacht een uurtje of twee”, schat Van Doesburgh, die maar weer verder gaat slapen.
Op een tafeltje naast de ingang van werktuigbouwkunde rust het hoofd van Michiel Verburg. ,,Huh?” schrikt de student wakker. ,,Waar zijn die kakkerlakken? Waar is m’n groep? Hoe laat is het?” Verburg heeft een zware week achter de rug. Niet alleen door zijn kennismakingstijd bij Virgiel, maar ook vanwege de zwaarte van de colleges. ,,In het gebouw hiernaast hebben ze eerst nog een inleidingsweek”, schampert Verburg. ,,Ik moet meteen volle bak aan de slag met statica en analyse.”
Bouwkundestudenten Marleen Wijland en Soon Seng Lim tekenen krukjes na in de handtekenzaal. De studenten uit Vleuten en Haarlem hebben geen van beiden een kamer, maar op het reizen na was de eerste week relaxed: We moesten een bank ontwerpen en de mooiste, langste of stevigste toren bouwen. Een leuke week dus”, vindt Lim. ,,Ik ken wel een paar lui die luchtvaart- en ruimtevaarttechniek studeren. Die moeten meteen aan de wis- en natuurkunde.”
Wijland vindt de sfeer in het gebouw nu al leuk. ,,Al die tekentafels% En ik heb vanochtend getekend met houtskool op heel grote vellen papier. Niet van dat gepriegel, maar echt heel grote vellen.”
Beiden willen architect worden. Al voorbeelden? ,,Ik vind wat Gaudí maakt heel erg mooi”, vertelt Lim. ,,Maar ik ken nog niet zo veel architecten.” Wijland knikt instemmend. ,,Gebouwen met veel glas en paalwoningen vind ik leuk”, bekent ze. ,,Als het maar geen oude gebouwen zijn met allemaal frutsels, dat is niks voor mij.”
Met een weekendtas vol was wachten Bert-Jan Stroop en Bart Muller op de sneltrein van 13.36 uur naar Rotterdam. De studenten uit Waspik en Oosterhout kennen elkaar nog van de middelbare school. ,,Ik heb een heel zware week gehad”, verzucht Stroop, student technische wiskunde. ,,Maar niet zo zwaar als de mensen die ontgroening hebben gehad”, vindt Muller, die aan maritieme techniek is begonnen. ,,Die lagen stuk voor stuk de hele week te maffen.”
Muller is in Delft nog in de verkennende fase. ,,Ik ben nog een beetje aan het zoeken. Waar is de C1000, waar is dit, waar is dat%” Stroop heeft nauwelijks tijd voor dat soort dingen. ,,De tijd die je kwijt bent aan colleges en studeren valt me wel tegen na tweeënhalve maand zomervakantie. Het tempo ligt veel hoger dan op de middelbare school. Af en toe zit je nog met je hoofd bij een sommetje en dan komt de volgende al.” Met zijn weekendtas draagt hij behalve vuile was een aantal dikke boeken mee naar het ouderlijk huis. ,,Zal wel moeten”, volgens Stroop. ,,Anders lig ik al na één week achter.”
Sommige eerstejaars studenten mochten afgelopen week nog aan een inleidend opdrachtje knutselen, anderen moesten meteen vol aan de wiskunde. De eerste week in Delft: bijslapen in de koffiehoek, verdwalen tussen station en TU-wijk en fietspech.
Met een Goedemorgen drinkontbijt bij de hand werken Willem Luysen en Steven Lemain aan een inleidende opdracht bij industrieel ontwerpen: een ‘relatiegeschenk’ voor aankomend eerstejaars. ’s Middags worden de ontwerpen aan een jury voorgelegd, het beste ontwerp wordt in productie genomen en als welkomstcadeau uitgedeeld in 2004.
,,Het is heel zwaar geweest”, verzucht Luysen, die al twee weken lang kennismaakt met Virgiel. ,,Vooral na zo’n lange zomervakantie. Ik ben voor het laatst met vrienden uit Amersfoort op vakantie geweest, toen met mijn vriendin, en dan ineens dit. Gelukkig loopt de kennismakingstijd dit weekend ten einde.”
De kersverse student heeft een groot aantal colleges slapend doorgebracht. ,,Wanneer het langer dan vijf seconden saai was, viel ik in slaap. Ik ben regelmatig wakker geworden tijdens het geklap aan het eind”, bekent hij. ,,Gelukkig hebben we vooral inleidende colleges in de eerste week. Rustig aan een opdracht doen, bakje koffie erbij%”
Een kamer heeft hij nog niet. ,,Die zoek ik via de sleep-out van Virgiel. Dan mag je een huis kiezen om te blijven slapen en daar je best doen voor een kamer. Dat is best goed te doen.” In ieder geval beter dan wat Luysen zag tijdens de instemming die hij aan het begin van de zomervakantie liep. ,,Ik heb maar een uurtje tijd voor zo’n instemming, anders mis ik de trein terug naar Amersfoort. Maar een uur is nooit lang genoeg om de eindronde te halen. Later hoorde ik trouwens dat van al die mensen niemand de kamer had gekregen.”
Katinka Bijl en Iris Koster ontwerpen een ‘megavette’ fietsbel. ,,Ze noemen Delftenaren toch niet voor niets fietsenmakers? Een fiets kunnen we onze collega-eerstejaars niet geven, dus dan maar een fietsbel”, vertelt Koster. Het prototype bestaat uit een vlak plaatje waarop de U staat, de T tringelt ertegen. De TU-huisstijl heeft plaatsgemaakt voor felle kleuren. ,,Dat blauw en zwart, dat is toch een beetje saai”, vinden de meisjes. ,,Dat willen wij dus doorbreken.”
De studie valt hen mee. ,,Heel creatief”, zeggen de meisjes in koor. ,,Het werken in groepjes is fijn”, vindt Bijl. ,,Dan ben je niet zo alleen aan het werk.”
Een groepsgenote uit Muiderberg gaapt. ,,Vandaag is de laatste dag van mijn kennismakingstijd bij Virgiel”, vertelt ze. ,,Ik ben de hele week alleen maar achter elkaar in slaap gevallen. Als ik er nog een beetje fris uitzie komt dat door mijn make-up.”
Hrant Arsenian, keycord op de rug, heeft de hele week al moeite de faculteit te vinden. ,,Ik heb de infrastructuur hier nog niet helemaal door. Vanochtend ben ik voor de vijfde keer verkeerd gefietst. Ik weet nog steeds niet hoe ik het snelst in de TU-wijk kan komen. Vanaf het station rechts, dan over de brug, maar dan. Eerst rechtdoor?”
De student industrieel ontwerpen uit Zaanstad is om kwart over zeven opgestaan. ,,’s Ochtends colleges, ’s middags iets praktisch. Als de ochtendcolleges vroeg beginnen moet ik er om zes uur al uit.”
Een kamer in Delft wil hij pas in januari actief zoeken. ,,Als je begint met zoeken moet je er ook echt achteraan gaan”, vindt Arsenian. ,,Ik heb gehoord dat het in januari rustiger is en er meer kamers vrij komen. Ik heb niet zo’n haast, dit overleef ik wel, hoewel ik deze week al drie keer door de wekker ben geslapen.”
Uitwisselingsstudent Robert Faus staat met zijn bruine fiets langs de kant van de weg. Drie dagen in Nederland en nu al een klapband. Een kat in de zak gekocht? ,,Nee, dit kan gebeuren. De twee jongens van wie ik de fiets kocht zouden mij niets aansmeren”, vermoedt de Valenciaan. Ook over de herkomst van zijn fiets is de Spanjaard resoluut. ,,Ik denk niet dat deze fiets is gestolen. Nou ja, misschien ooit wel, maar niet door die twee jongens.”
Hij is blij verrast door de korte afstanden in Delft. ,,Ik werk in de hoek van het gebouw voor industrieel ontwerpen. Recht daaronder is het id-café. Wat wil je nog meer? Volgens mij is hier altijd feest. Ik hoef alleen nog maar uit te vinden wat op welke dag een goede plek is om bier te drinken.”
Minpuntje tot nu toe vindt Faus de koehandel in kamers. Inmiddels voorzien van huisvesting blikt hij terug op zijn instemmingen: ,,Sommige van die instemmingen zijn echt stom”, vindt hij. ,,Dan komt er zo’n vent tegenover je zitten die je aankijkt met een blik van: besef je eigenlijk wel hoe cool je moet zijn om hier te mogen wonen?”
Op de rode skailederen bekleding van een bank in de hal van werktuigbouwkunde slaapt Riewert van Doesburgh. Tijdens zijn kennismaking met het Delftsch Studenten Corps is met pen een tekst op zijn voorhoofd geschreven. ,,Wat er staat? Suurbroek, daar moesten we naar toe. ’t Was vannacht een uurtje of twee”, schat Van Doesburgh, die maar weer verder gaat slapen.
Op een tafeltje naast de ingang van werktuigbouwkunde rust het hoofd van Michiel Verburg. ,,Huh?” schrikt de student wakker. ,,Waar zijn die kakkerlakken? Waar is m’n groep? Hoe laat is het?” Verburg heeft een zware week achter de rug. Niet alleen door zijn kennismakingstijd bij Virgiel, maar ook vanwege de zwaarte van de colleges. ,,In het gebouw hiernaast hebben ze eerst nog een inleidingsweek”, schampert Verburg. ,,Ik moet meteen volle bak aan de slag met statica en analyse.”
Bouwkundestudenten Marleen Wijland en Soon Seng Lim tekenen krukjes na in de handtekenzaal. De studenten uit Vleuten en Haarlem hebben geen van beiden een kamer, maar op het reizen na was de eerste week relaxed: We moesten een bank ontwerpen en de mooiste, langste of stevigste toren bouwen. Een leuke week dus”, vindt Lim. ,,Ik ken wel een paar lui die luchtvaart- en ruimtevaarttechniek studeren. Die moeten meteen aan de wis- en natuurkunde.”
Wijland vindt de sfeer in het gebouw nu al leuk. ,,Al die tekentafels% En ik heb vanochtend getekend met houtskool op heel grote vellen papier. Niet van dat gepriegel, maar echt heel grote vellen.”
Beiden willen architect worden. Al voorbeelden? ,,Ik vind wat Gaudí maakt heel erg mooi”, vertelt Lim. ,,Maar ik ken nog niet zo veel architecten.” Wijland knikt instemmend. ,,Gebouwen met veel glas en paalwoningen vind ik leuk”, bekent ze. ,,Als het maar geen oude gebouwen zijn met allemaal frutsels, dat is niks voor mij.”
Met een weekendtas vol was wachten Bert-Jan Stroop en Bart Muller op de sneltrein van 13.36 uur naar Rotterdam. De studenten uit Waspik en Oosterhout kennen elkaar nog van de middelbare school. ,,Ik heb een heel zware week gehad”, verzucht Stroop, student technische wiskunde. ,,Maar niet zo zwaar als de mensen die ontgroening hebben gehad”, vindt Muller, die aan maritieme techniek is begonnen. ,,Die lagen stuk voor stuk de hele week te maffen.”
Muller is in Delft nog in de verkennende fase. ,,Ik ben nog een beetje aan het zoeken. Waar is de C1000, waar is dit, waar is dat%” Stroop heeft nauwelijks tijd voor dat soort dingen. ,,De tijd die je kwijt bent aan colleges en studeren valt me wel tegen na tweeënhalve maand zomervakantie. Het tempo ligt veel hoger dan op de middelbare school. Af en toe zit je nog met je hoofd bij een sommetje en dan komt de volgende al.” Met zijn weekendtas draagt hij behalve vuile was een aantal dikke boeken mee naar het ouderlijk huis. ,,Zal wel moeten”, volgens Stroop. ,,Anders lig ik al na één week achter.”
Comments are closed.