In vijf uur zoveel mogelijk programmeeropgaven oplossen, op een manier die volgens docent en jurylid Peter Kluit níet op de TU wordt aangeleerd.
De deelnemers aan de Delftse voorronde van het Nederlands kampioenschap programmeren moeten het echter in dat tijdsbestek doen. Kluit: ,,Dit is puur hobbyisme. Ik ben blij dat ik slechts in de jury zit en niet hoef te programmeren. Ik kan dit niet.”
De docent zou het anders aanpakken: ,,Ik zou eerst rustig kijken, een weekje de tijd nemen, om vervolgens zeker te weten dat mijn oplossing goed is.” De deelnemende ploegen kunnen dat meteen controleren. Ze sturen hun computerprogramma op naar de jurycomputer. Deze kent de antwoorden en laat er eigen invoerwaarden op los. Deze antwoorden moeten overeenkomen met de antwoorden die het programma van de deelnemers geeft. Zoniet, dan krijgen ze straftijd. Aan deze eerste controle komt geen mensenhand te pas. Voor de zekerheid controleert de jury van vlees en bloed altijd de resultaten van de computer.
Leden van de organiserende studievereniging Christiaan Huygens rennen heen en weer met heliumballonnen. Die ballonnen hangen boven de computers van de veertien deelnemende ploegen % voornamelijk studenten wiskunde en informatica, maar er is ook een elektro-ploeg. Soms schiet het touwtje los en zweven ze tegen het plafond. Aan de kleur van de ballon is af te leiden welke van de acht programmeeropdrachten is opgelost. Iedere kleur correspondeert met een bepaalde opdracht. Zo kunnen de teams van elkaar zien welke opdrachten waarschijnlijk makkelijk zijn, want van de corresponderende kleur zweven er meer ballonnen rond. Om het spannend te houden wordt de ‘ballonnenstand’ het laatste uur niet meer bijgehouden. Ook op het internet, waar de programmeerwedstrijd afgelopen zaterdag ‘live’ te volgen was, werd de stand alleen tussen elf en drie uur bijgehouden.
De teams, bestaande uit drie studenten, moeten een wiskundig probleem omzetten in een computerprogramma. Een team bestaat meestal uit een ‘wisko’ en twee informatica-studenten of andersom. Dat schijnt elkaar aan te vullen. Daarnaast hebben ze pen, papier, eventueel boeken en één PC tot hun beschikking. Digitale apparatuur als organizers, eigen toetsenborden en diskettes zijn ten strengste verboden. Omdat de deelnemers niet met zijn drieën tegelijk kunnen typen, zitten sommigen op de gang diep voorovergebogen en kluivend op een pen een uitwerking te bedenken voor de opgaven. Of ze checken hun uitgedraaide listing op fouten vanwege de zoveelste runtime error.
Na vijf uur zwoegen wint het team ‘Xcello featuring De Kraker’. Winnen is hen niet vreemd: vorig jaar werden zij ook al eerste. Zij passen een jaar lang op de nieuw ingestelde Delftse wisselbeker en mogen naar het Nederlands Kampioenschap in Groningen. En daarna misschien wel naar het EK in Darmstadt. En vervolgens het WK in Canada. Maar eerst moeten die heliumballonnen weer naar beneden, anders gaat vannacht het alarm af.
In vijf uur zoveel mogelijk programmeeropgaven oplossen, op een manier die volgens docent en jurylid Peter Kluit níet op de TU wordt aangeleerd. De deelnemers aan de Delftse voorronde van het Nederlands kampioenschap programmeren moeten het echter in dat tijdsbestek doen. Kluit: ,,Dit is puur hobbyisme. Ik ben blij dat ik slechts in de jury zit en niet hoef te programmeren. Ik kan dit niet.”
De docent zou het anders aanpakken: ,,Ik zou eerst rustig kijken, een weekje de tijd nemen, om vervolgens zeker te weten dat mijn oplossing goed is.” De deelnemende ploegen kunnen dat meteen controleren. Ze sturen hun computerprogramma op naar de jurycomputer. Deze kent de antwoorden en laat er eigen invoerwaarden op los. Deze antwoorden moeten overeenkomen met de antwoorden die het programma van de deelnemers geeft. Zoniet, dan krijgen ze straftijd. Aan deze eerste controle komt geen mensenhand te pas. Voor de zekerheid controleert de jury van vlees en bloed altijd de resultaten van de computer.
Leden van de organiserende studievereniging Christiaan Huygens rennen heen en weer met heliumballonnen. Die ballonnen hangen boven de computers van de veertien deelnemende ploegen % voornamelijk studenten wiskunde en informatica, maar er is ook een elektro-ploeg. Soms schiet het touwtje los en zweven ze tegen het plafond. Aan de kleur van de ballon is af te leiden welke van de acht programmeeropdrachten is opgelost. Iedere kleur correspondeert met een bepaalde opdracht. Zo kunnen de teams van elkaar zien welke opdrachten waarschijnlijk makkelijk zijn, want van de corresponderende kleur zweven er meer ballonnen rond. Om het spannend te houden wordt de ‘ballonnenstand’ het laatste uur niet meer bijgehouden. Ook op het internet, waar de programmeerwedstrijd afgelopen zaterdag ‘live’ te volgen was, werd de stand alleen tussen elf en drie uur bijgehouden.
De teams, bestaande uit drie studenten, moeten een wiskundig probleem omzetten in een computerprogramma. Een team bestaat meestal uit een ‘wisko’ en twee informatica-studenten of andersom. Dat schijnt elkaar aan te vullen. Daarnaast hebben ze pen, papier, eventueel boeken en één PC tot hun beschikking. Digitale apparatuur als organizers, eigen toetsenborden en diskettes zijn ten strengste verboden. Omdat de deelnemers niet met zijn drieën tegelijk kunnen typen, zitten sommigen op de gang diep voorovergebogen en kluivend op een pen een uitwerking te bedenken voor de opgaven. Of ze checken hun uitgedraaide listing op fouten vanwege de zoveelste runtime error.
Na vijf uur zwoegen wint het team ‘Xcello featuring De Kraker’. Winnen is hen niet vreemd: vorig jaar werden zij ook al eerste. Zij passen een jaar lang op de nieuw ingestelde Delftse wisselbeker en mogen naar het Nederlands Kampioenschap in Groningen. En daarna misschien wel naar het EK in Darmstadt. En vervolgens het WK in Canada. Maar eerst moeten die heliumballonnen weer naar beneden, anders gaat vannacht het alarm af.
Comments are closed.