De visitatiecommissie die de universitaire lerarenopleidingen onderzocht, spreekt haar zorg uit over de Delftse opleiding. De instroom van studenten is veel te laag en het is volgens de commissie nog zeer de vraag of de fusie met Eindhoven en Twente tot meer ‘kritische massa’ zal leiden.
br />
De huidige universitaire lerarenopleidingen van de drie TU’s hebben te weinig gewicht voor een zelfstandig bestaan, meent de visitatiecommissie. De instroom van nieuwe studenten is zeer laag, de werving wordt onvoldoende ter hand genomen en nog te vaak blijken de tot leraar opgeleide ingenieurs te zwichten voor de aantrekkingskracht van het bedrijfsleven. De populariteit van het lerarenberoep is in het algemeen reden tot zorg. De commissie concludeert dat een substantiële toename van het aantal studenten ‘van levensbelang’ is voor de toekomst van de lerarenopleiding, met name in Delft.
In de specifieke Delftse situatie ontbreekt het volgens het rapport aan een duidelijk profiel van de ingenieur voor de klas. Verder is er ‘onvoldoende evenwicht in de taken van de medewerkers’ en ‘dringend behoefte aan eigen beleidsruimte’, evenals een eigen locatie. De interne kwaliteitszorg behoeft eveneens verbetering; evaluaties vinden nu alleen informeel plaats en de resultaten worden niet systematisch in de opleiding ingebracht.
Moeilijk
Een deel van de bezwaren van de visitatiecommissie wordt weggenomen met de komst van de gezamenlijke lerarenopleiding van de drie TU’s, de Tulo. De aandacht van de Tulo moet zich richten op werving en wederzijdse aanvulling van ervaring en kwaliteiten, vindt de commissie, maar zij denkt dat het nog moeilijk wordt om de drie kleine opleidingen op grote afstand doelmatig te organiseren. Toch waardeert de commissie het initiatief van het Delftse college van bestuur om de Tulo jaarlijks met vier ton te steunen en zegt te hopen dat deze steun blijvend is. Over het idee om de opleiding compacter te maken, schrijft de commissie: ,,Van het twaalf-maands programma is nergens gebleken dat daaruit onderdelen kunnen worden weggelaten.”
Decaan Jochems van WTM, en als hoofd van de sectie didactiek en onderwijsontwikkeling verantwoordelijk voor de lerarenopleiding, zegt ‘niet ongelukkig’ te zijn met de beoordeling. ,,Natuurlijk zijn er terechte punten van kritiek, maar we hebben als TU ook een ander profiel dan de algemene universiteiten en we zijn inderdaad veel kleinschaliger. Dat neemt niet weg dat er aan dingen gewerkt moet worden. De nieuwe Tulo zal efficiënter en sneller zijn dan de huidige opleiding, en veel zaken zullen helderder worden. Overigens heeft het rapport heeft niet alleen maar kritiek.”
In de reactie van de visitatiecommissie op de fusieplannen van de drie TU’s ziet Jochems eerder een aarzeling dan een afkeuring. Hij heeft goede hoop dat de instroom met de start van de opleiding in september weer aantrekt.
(L.d.V.)
De visitatiecommissie die de universitaire lerarenopleidingen onderzocht, spreekt haar zorg uit over de Delftse opleiding. De instroom van studenten is veel te laag en het is volgens de commissie nog zeer de vraag of de fusie met Eindhoven en Twente tot meer ‘kritische massa’ zal leiden.
De huidige universitaire lerarenopleidingen van de drie TU’s hebben te weinig gewicht voor een zelfstandig bestaan, meent de visitatiecommissie. De instroom van nieuwe studenten is zeer laag, de werving wordt onvoldoende ter hand genomen en nog te vaak blijken de tot leraar opgeleide ingenieurs te zwichten voor de aantrekkingskracht van het bedrijfsleven. De populariteit van het lerarenberoep is in het algemeen reden tot zorg. De commissie concludeert dat een substantiële toename van het aantal studenten ‘van levensbelang’ is voor de toekomst van de lerarenopleiding, met name in Delft.
In de specifieke Delftse situatie ontbreekt het volgens het rapport aan een duidelijk profiel van de ingenieur voor de klas. Verder is er ‘onvoldoende evenwicht in de taken van de medewerkers’ en ‘dringend behoefte aan eigen beleidsruimte’, evenals een eigen locatie. De interne kwaliteitszorg behoeft eveneens verbetering; evaluaties vinden nu alleen informeel plaats en de resultaten worden niet systematisch in de opleiding ingebracht.
Moeilijk
Een deel van de bezwaren van de visitatiecommissie wordt weggenomen met de komst van de gezamenlijke lerarenopleiding van de drie TU’s, de Tulo. De aandacht van de Tulo moet zich richten op werving en wederzijdse aanvulling van ervaring en kwaliteiten, vindt de commissie, maar zij denkt dat het nog moeilijk wordt om de drie kleine opleidingen op grote afstand doelmatig te organiseren. Toch waardeert de commissie het initiatief van het Delftse college van bestuur om de Tulo jaarlijks met vier ton te steunen en zegt te hopen dat deze steun blijvend is. Over het idee om de opleiding compacter te maken, schrijft de commissie: ,,Van het twaalf-maands programma is nergens gebleken dat daaruit onderdelen kunnen worden weggelaten.”
Decaan Jochems van WTM, en als hoofd van de sectie didactiek en onderwijsontwikkeling verantwoordelijk voor de lerarenopleiding, zegt ‘niet ongelukkig’ te zijn met de beoordeling. ,,Natuurlijk zijn er terechte punten van kritiek, maar we hebben als TU ook een ander profiel dan de algemene universiteiten en we zijn inderdaad veel kleinschaliger. Dat neemt niet weg dat er aan dingen gewerkt moet worden. De nieuwe Tulo zal efficiënter en sneller zijn dan de huidige opleiding, en veel zaken zullen helderder worden. Overigens heeft het rapport heeft niet alleen maar kritiek.”
In de reactie van de visitatiecommissie op de fusieplannen van de drie TU’s ziet Jochems eerder een aarzeling dan een afkeuring. Hij heeft goede hoop dat de instroom met de start van de opleiding in september weer aantrekt.
(L.d.V.)
Comments are closed.