Wetenschap

Virtual-realitytherapie maakt angsthaas paniekbestendig

Last van hoogtevrees maar vastberaden te abseilen vanaf het dak van Informatietechnologie en Systemen? Een beetje Vret-therapie en je zakt zonder hartkloppingen de diepte in.

Vret staat voor Virtual reality exposure therapy. Met een helm of bril op het hoofd belandt de ‘hoogtevreespatiënt’ in een virtuele wereld, waarin hij steeds hogere gebouwen beklimt en langs steeds engere afgronden de diepte in tuurt. Door de driedimensionale computerbeelden en %geluiden is het net echt. Na een paar Vret-behandelingen went de angst voor de hoogte en is de hoogtevrees voorbij.

Virtual reality (VR) werd in 1994 voor het eerst toegepast om hoogtevrees te verhelpen. Vanwege het succes volgde behandeling voor onder andere claustrofobie, vliegangst en spinnenangst. Zo behandelt Stichting Valk (een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Leiden, de KLM en Schiphol) dit jaar zo’n dertig mensen met vliegangst met VR-therapie. Volgens de stichting komt uiteindelijk zo’n 97 procent van de mensen van zijn fobie af, met of zonder VR-therapie.

Maar er mag nog wel het een en ander verbeterd worden aan virtual-realitytherapieën. Zoals het gevoel van aanwezigheid (presence) verhogen bij de gebruikers. Hoe groter de presence, hoe realistischer het idee dat je wérkelijk op het dak van het ITS-gebouw staat. ,,Hoe groter de presence, hoe angstiger we de persoon met een fobie kunnen maken”, zegt drs. Martijn Schuemie van de basiseenheid computer graphics en mens-machine interactie (ITS). ,,Dat klinkt cru, maar het is nu eenmaal nodig om van de fobie af te komen.”

Helm

Schuemie onderzocht tijdens zijn promotieonderzoek hoe de effectiviteit van Vret beter kon. En dat was volgens hem via het verhogen van de presence. De betere beeldkwaliteit van de driedimensionale voorstelling moest omhoog, de helm mocht groter en resolutie hoger. Ook de apparatuur van de therapeut werd aangepast.

Schuemie richtte zich op de mens-machinerelatie, ofwel: hoe maak ik de computer eenvoudiger hanteerbaar voor de behandelaar. Zijn software werd getest door psychologen van de Universiteit van Amsterdam, onder leiding van fobiegoeroe Paul Emmelkamp. Maar dat viel niet altijd mee. Een onderdeel van het programma waarmee de therapeut zelf in de virtuele wereld kon kijken moest bijvoorbeeld bediend worden met acht knoppen. Al snel bleek dat dit er zo ingewikkeld uitzag, dat het de therapeuten afschrok. Zelfs toen het aantal knoppen gereduceerd was tot twee, een om rond te kijken en een om vooruit te gaan, bleek dat therapeuten de bediening te ingewikkeld vonden. Schuemie: ,,Ik had er geen rekening mee gehouden dat therapeuten veel meer moeite hebben met het begrijpen van de computerbediening dan de computernerds die hier op de faculteit rondlopen. Therapeuten vinden heel andere vormen vaninteractie begrijpelijk dan iemand die informatica studeert.”

Gammel

Schuemie maakten verschillende virtual-realitywerelden voor de behandeling van claustrofobie, vliegangst en hoogtevrees. Volgens hem zit de toegevoegde waarde van zijn VR-software in het gebruikersgemak voor de therapeut en in een effectievere behandeling van de patiënt. Een voorbeeld: de patiënt staat volgens de VR-bril bovenop het Magna Plaza in Amsterdam, maar in werkelijkheid staat hij bij de therapeut in de kamer, opgesloten in een vierkant omheind met een gammel hek. De therapeut volgt de illusionaire wereld die de patiënt voor zich heeft nauwkeurig op zijn scherm en stuurt de beelden. Wanneer de therapeut het tijd vindt dat de patiënt over de rand van het dak kijkt, stuurt hij hem naar de reling. Op het moment dat de patiënt de neiging heeft om de reling vast te pakken, pakt hij in werkelijkheid het gammele hek vast. Net echt.

Intussen heeft Stichting Valk besloten om met de VR-methoden van Schuemie aan de slag te gaan. De onderzoeker verwacht dat de behandelingen niet alleen bij fobieën worden ingezet, maar ook bij de brandweer. ,,Om brandweerlieden paniekbestendig te maken. Met VR kun je de hoogst mogelijke graad van angst verwezenlijken, zonder het risico dat ze echt verbranden.” Een andere toepassing ziet Schuemie in de zorg. Volgens hem hebben ouderen die naar een aanleunwoning gaan moeite met de overgang. Met een VR-bril kunnen ze aan de overgang wennen. ,,Het lastige hieraan is dat ouderen helemaal geen affiniteit hebben met computers, laat staan VR. En hoe zou je dat nou moeten ontwerpen?”

http://graphics.tudelft.nl/~vrphobia/ . .

Vret staat voor Virtual reality exposure therapy. Met een helm of bril op het hoofd belandt de ‘hoogtevreespatiënt’ in een virtuele wereld, waarin hij steeds hogere gebouwen beklimt en langs steeds engere afgronden de diepte in tuurt. Door de driedimensionale computerbeelden en %geluiden is het net echt. Na een paar Vret-behandelingen went de angst voor de hoogte en is de hoogtevrees voorbij.

Virtual reality (VR) werd in 1994 voor het eerst toegepast om hoogtevrees te verhelpen. Vanwege het succes volgde behandeling voor onder andere claustrofobie, vliegangst en spinnenangst. Zo behandelt Stichting Valk (een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Leiden, de KLM en Schiphol) dit jaar zo’n dertig mensen met vliegangst met VR-therapie. Volgens de stichting komt uiteindelijk zo’n 97 procent van de mensen van zijn fobie af, met of zonder VR-therapie.

Maar er mag nog wel het een en ander verbeterd worden aan virtual-realitytherapieën. Zoals het gevoel van aanwezigheid (presence) verhogen bij de gebruikers. Hoe groter de presence, hoe realistischer het idee dat je wérkelijk op het dak van het ITS-gebouw staat. ,,Hoe groter de presence, hoe angstiger we de persoon met een fobie kunnen maken”, zegt drs. Martijn Schuemie van de basiseenheid computer graphics en mens-machine interactie (ITS). ,,Dat klinkt cru, maar het is nu eenmaal nodig om van de fobie af te komen.”

Helm

Schuemie onderzocht tijdens zijn promotieonderzoek hoe de effectiviteit van Vret beter kon. En dat was volgens hem via het verhogen van de presence. De betere beeldkwaliteit van de driedimensionale voorstelling moest omhoog, de helm mocht groter en resolutie hoger. Ook de apparatuur van de therapeut werd aangepast.

Schuemie richtte zich op de mens-machinerelatie, ofwel: hoe maak ik de computer eenvoudiger hanteerbaar voor de behandelaar. Zijn software werd getest door psychologen van de Universiteit van Amsterdam, onder leiding van fobiegoeroe Paul Emmelkamp. Maar dat viel niet altijd mee. Een onderdeel van het programma waarmee de therapeut zelf in de virtuele wereld kon kijken moest bijvoorbeeld bediend worden met acht knoppen. Al snel bleek dat dit er zo ingewikkeld uitzag, dat het de therapeuten afschrok. Zelfs toen het aantal knoppen gereduceerd was tot twee, een om rond te kijken en een om vooruit te gaan, bleek dat therapeuten de bediening te ingewikkeld vonden. Schuemie: ,,Ik had er geen rekening mee gehouden dat therapeuten veel meer moeite hebben met het begrijpen van de computerbediening dan de computernerds die hier op de faculteit rondlopen. Therapeuten vinden heel andere vormen vaninteractie begrijpelijk dan iemand die informatica studeert.”

Gammel

Schuemie maakten verschillende virtual-realitywerelden voor de behandeling van claustrofobie, vliegangst en hoogtevrees. Volgens hem zit de toegevoegde waarde van zijn VR-software in het gebruikersgemak voor de therapeut en in een effectievere behandeling van de patiënt. Een voorbeeld: de patiënt staat volgens de VR-bril bovenop het Magna Plaza in Amsterdam, maar in werkelijkheid staat hij bij de therapeut in de kamer, opgesloten in een vierkant omheind met een gammel hek. De therapeut volgt de illusionaire wereld die de patiënt voor zich heeft nauwkeurig op zijn scherm en stuurt de beelden. Wanneer de therapeut het tijd vindt dat de patiënt over de rand van het dak kijkt, stuurt hij hem naar de reling. Op het moment dat de patiënt de neiging heeft om de reling vast te pakken, pakt hij in werkelijkheid het gammele hek vast. Net echt.

Intussen heeft Stichting Valk besloten om met de VR-methoden van Schuemie aan de slag te gaan. De onderzoeker verwacht dat de behandelingen niet alleen bij fobieën worden ingezet, maar ook bij de brandweer. ,,Om brandweerlieden paniekbestendig te maken. Met VR kun je de hoogst mogelijke graad van angst verwezenlijken, zonder het risico dat ze echt verbranden.” Een andere toepassing ziet Schuemie in de zorg. Volgens hem hebben ouderen die naar een aanleunwoning gaan moeite met de overgang. Met een VR-bril kunnen ze aan de overgang wennen. ,,Het lastige hieraan is dat ouderen helemaal geen affiniteit hebben met computers, laat staan VR. En hoe zou je dat nou moeten ontwerpen?”

http://graphics.tudelft.nl/~vrphobia/ . .

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.