Onderwijs

Vijftien keer zo erg als een eindexamenuitslag

Ewout Ongering en Thomas Buys, alias Ozzy (zoals Ewout in zijn studentenhuis heet) en Tom, wonnen afgelopen weekend het Groninger Studenten Cabaret Festival. Met bezoekjes aan onder meer ‘Vara Laat’ en ‘Ontbijt tv’ zal er van studeren de komende tijd weinig terechtkomen.

Gefeliciteerd. En dat terwijl jullie naar eigen zeggen niks grappigs weten te zeggen als mensen erom vragen.

Tom: “Het is een volslagen verrassing. We zijn pas vier maanden bezig als duo. We hebben allebei meegedaan aan het cabaretfestival van het corps, maar niet met elkaar. Hij met een huisgenoot en ik met een clubgenoot van mij. Ging lekker. Een kennis zei: schrijf je in voor Groningen, jullie materiaal is grappig, je maakt een goede kans.”

Ozzy: “Mijn huisgenoot had geen tijd. Toen heb ik Thomas gebeld. Als we het nu niet doen is dat materiaal weg en doen we het nooit meer, dacht ik. Tot onze verbazing waren we in één keer door de audities.”

Tom: “Dat was schok nummer één, twee weken nadat we hadden besloten om mee te doen. En vanaf dat moment is het een soort opwaartse lijn met verrassingen geweest.”

Jullie hadden amper tijd om een programma te maken. Hoe ging dat?

Tom: “We hebben alles wat we voor het Delftse festival hadden geschreven onder de loep genomen en nieuwe teksten geschreven. We gingen in het cultureel centrum zitten, piano erbij en een paar uur per dag schrijven. Maar voor de Groningse auditie hadden we het stuk geen één keer volledig doorgespeeld.”

Ozzy: “De blaadjes lagen op de grond. We wisten dat de grappen werkten voor publiek. Maar in de trein vroeg ik me af: wat doen wij hier? We kennen de teksten niet!”

Tom: “En wat bleek? Wie door de auditie komt mag meteen aan dat festival deelnemen. Auditie, baf, festival.”

Ozzy: “Sterker: auditie, baf, theater! Betty Asfaltcomplex! Dat was cool, maar ook ellendig. We hadden het stuk een paar keer gerepeteerd, maar ik had het gevoel: ’t is niet leuk. Je staat in zo’n kleedkamer te oefenen voor jezelf, er is niemand die lacht. We hadden het stuk nog nooit voor mensen gespeeld. Dat was onze grootste angst.”

Tom: “De gedachte dat je voor achthonderd man moet optreden motiveert enorm. We volgden workshops en try-outs. Een regisseur keek kritisch naar wat we deden, wat beter kon. Het was optreden, workshop, optreden, workshop, met als prachtig verhaal het grote fiasco Brugge.”

Vertel.

Ozzy: “Het was een achterbuurt van een achterbuurt van een zijsteegje van een achterbuurt, het sloeg helemaal nergens op.”

Tom: “In een oude fabriekshal, echt een mooi gebouw, had een bekende Belg zijn eigen theater gebouwd naast een soort schuur waar hij alleen maar troep verkocht. Je kon echt alles kopen, bekers, banken, stoelen, opgezette dieren…”

Ozzy: “…het was net een rommelmarkt, daarom heette het ook theater Te Koop.”

Tom: “We vroegen: goh hoe gaat het? ‘Niet zo goed’, was het antwoord. ‘We hebben pas negen kaartjes verkocht’.”

Ozzy: “En van die negen waren er vier voor zijn ouders.”

Tom: “Hebben we daar voor zeven man en een opgezette eland opgetreden.”

En die eland lachen?

Tom: “Die had wel een kleine grijns op zijn gezicht, ja. Daar leer je dus niks van. Voor publiek spelen is nodig, want cabaret bestaat voor tachtig procent uit reageren op het publiek. Dat moet je leren.”

Ozzy: “Wat werkt nou goed en hoe komt dat. Dat voel je op het podium gewoon aan. We vinden het fantastisch om op het podium te staan. Angst? Nee, heerlijk.”

Hoe was Groningen de afgelopen dagen?

Ozzy: “We probeerden kalm te blijven. Er komt zoveel op je af. Ik kon mezelf niet goed een houding geven.”

Tom: “Gelukkig verbleven we bij mijn vriendin, die in Groningen woont. Dat was een relaxte thuisbasis.”

Ozzy: “De finaleavond hebben we bewust niet naar de rest gekeken, dan zouden we ons opvreten. In de kleedkamer hangt een apparaat waarmee je het zaalgeluid kunt horen, dat hadden we uitgezet. Toen we ter ontspanning een Baywatch-dvd keken, ging dat apparaat opeens keihard aan!”

Tom: “Zijn we de hele tent doorgestampt tot een mecanicien het geluid had uitgezet. We hadden dat ding al open geschroefd.”

Ozzy: “We blijven natuurlijk Delftenaren.”

Tom: “Later zaten we in de coulissen te wachten, maar Javier Guzman, die een gastoptreden deed, was niet meer van het podium te slaan. Dat duurde maar. Wij zagen de jury aan de andere kant al klaarstaan.”

Ozzy: “Iedereen zat de haren uit zijn hoofd te trekken. Groepjes zaten samengeklonterd op de grond niks te zeggen, anderen liepen zenuwachtig rond. Pure, pure ellende. Als het wachten op een eindexamenuitslag en dan vijftien keer zo erg.”

En dan volgt een pittig juryrapport en wordt de persoonlijkheidsprijs niet uitgereikt. Lig je daar wakker van?

Tom: “Nee. Wij winnen die prijs op ons enthousiasme en onze inzet. De jury waardeerde onze poging iets origineels te maken. Het festival heeft een enorme historie aan namen hoog te houden, dus ik kan me voorstellen dat de jury dit jaar een mindere lichting vond. Maar ik hoorde bij ons niet echt een woord van kritiek, en toen begon het te dagen. De grootste prijs is dat ze unaniem voor ons gekozen hebben. Okee, het niveau dat we gehaald hebben blijft studentikoos. Dat is helemaal niet erg. Als we een jaar aan een programma werken wordt het fijner en uitgebalanceerder.”

Jullie leken behoorlijk in de war na de uitslag.

Tom: “Ik was echt de weg kwijt. Ik begreep het niet goed. Ik was ontzettend blij en trots dat we gewonnen hebben. Maar dat toch redelijk harde rapport was een teken: neem het met een korrel zout. Dat critici zeggen dat hier niet de nieuwe Theo Maassen, Hans Teeuwen, of Vliegende Panters zijn opgestaan, daar is iedereen het over eens. We zijn pas zo kort bezig. Wij moeten dit beschouwen als mooie aanmoediging na vier maanden hard werken. De jury zegt niet: jullie zijn er al. We hebben een programma dat nog in de steigers staat, dat in ontwikkeling is.”

Ozzy: “Het gevaar is dat je erover gaat nadenken. Is het wel echt een prestatie? Maar mensen zeggen dat ze ons zien genieten, dat vind ik een mooi compliment.”

En nu? Gaan de aardwetenschapper en de bouwkundige de cabaretwereld in?

Tom: “Ik wil de deur zeker niet dichtgooien na zo’n mooie prijs. Dat zou stom en arrogant zijn.”

Ozzy: “We stonden voor achthonderd man in zo’n enorme schouwburg, een fantastische ervaring.”

Tom: “Ik heb even met jurylid Pieter Bouwman staan praten, die me op het hart drukte dat ze ontzettend blij waren met de manier waarop wij op het podium staan, zonder pretentieus een prijs te willen winnen om die als opstap te gebruiken. De lol en het plezier stralen van ons af. Ik denk dat dat waar is.”

Ozzy: “We hebben geen tijd voor ons zelf gehad, sterker nog: we hebben het er nog steeds niet met elkaar over gehad. Even twee seconden: joh, cool. Dat was het. Ik herinner me van de nacht alleen maar felicitaties en eindeloos lang praten.”

Maandag weer aan de studie?

Ozzy: “,Nee, we hebben voorlopig contractuele verplichtingen. ‘Ontbijt tv’, ‘Vara Laat’, optredens, de radio. We zijn benaderd of we binnenkort in een klein theater in Groningen willen spelen. Ik heb morgen tentamen, maar ik vrees dat ik dat kan afschrijven. ’t Is ook voor ons nieuw.”

Tom: “Ik ben benieuwd hoe het zich ontwikkelt. Voor cabaretiers is zo’n festival een van de weinige manieren om podiumtijd te krijgen. Zij zien het als opstapje om aan de bak te komen, om onder de naam ‘winnaar Groninger studentencabaretfestival’ te worden geboekt. Dat is niet waarom we hier aan meegedaan hebben.”

Maar je hebt die naam wel.

Tom: “We hebben de naam. Wij staan elk jaar als winnaar 2004 in het programmaboekje. En we gaan eens rustig bekijken wat we daarmee gaan doen.”

Ozzy: “We hebben echt een prestatie neergezet.”

Tom: “Het is een rare gewaarwording. Dat overdonderde gevoel zal voorlopig wel even aanhouden.”

WIE ZIJN EWOUT ONGERING EN THOMAS BUYS?

Ewout Ongering (28) komt uit Bilthoven. Hij studeerde eerder twee jaar cognitieve kunstmatige intelligentie in Utrecht. In Delft doet hij aardwetenschappen, met als afstudeerrichting petroleum engineering. Daarmee is hij nog anderhalf â twee jaar bezig. Wat daarna komt? “Geen flauw idee.” Tussendoor zong Ongering tweeëneenhalf jaar in een band, waarvoor hij ook het management deed. Thomas Buys (21) kent hij via het Delftsch Studenten Corps. Een clubgenoot van Buys woont bij Ongering in huis. Buys studeert bouwkunde, en wil volgens Ongering ‘iets met architectuur doen’. Maar zeker is dat niet, in alle drukte hebben ze amper over studie gesproken. Ongering zong een vierde stem mee met Buys en consorten op een intercorporaal cabaretfestival, waarna ze samen verder gingen.

(Foto’s: Pepijn van den Broeke)

Gefeliciteerd. En dat terwijl jullie naar eigen zeggen niks grappigs weten te zeggen als mensen erom vragen.

Tom: “Het is een volslagen verrassing. We zijn pas vier maanden bezig als duo. We hebben allebei meegedaan aan het cabaretfestival van het corps, maar niet met elkaar. Hij met een huisgenoot en ik met een clubgenoot van mij. Ging lekker. Een kennis zei: schrijf je in voor Groningen, jullie materiaal is grappig, je maakt een goede kans.”

Ozzy: “Mijn huisgenoot had geen tijd. Toen heb ik Thomas gebeld. Als we het nu niet doen is dat materiaal weg en doen we het nooit meer, dacht ik. Tot onze verbazing waren we in één keer door de audities.”

Tom: “Dat was schok nummer één, twee weken nadat we hadden besloten om mee te doen. En vanaf dat moment is het een soort opwaartse lijn met verrassingen geweest.”

Jullie hadden amper tijd om een programma te maken. Hoe ging dat?

Tom: “We hebben alles wat we voor het Delftse festival hadden geschreven onder de loep genomen en nieuwe teksten geschreven. We gingen in het cultureel centrum zitten, piano erbij en een paar uur per dag schrijven. Maar voor de Groningse auditie hadden we het stuk geen één keer volledig doorgespeeld.”

Ozzy: “De blaadjes lagen op de grond. We wisten dat de grappen werkten voor publiek. Maar in de trein vroeg ik me af: wat doen wij hier? We kennen de teksten niet!”

Tom: “En wat bleek? Wie door de auditie komt mag meteen aan dat festival deelnemen. Auditie, baf, festival.”

Ozzy: “Sterker: auditie, baf, theater! Betty Asfaltcomplex! Dat was cool, maar ook ellendig. We hadden het stuk een paar keer gerepeteerd, maar ik had het gevoel: ’t is niet leuk. Je staat in zo’n kleedkamer te oefenen voor jezelf, er is niemand die lacht. We hadden het stuk nog nooit voor mensen gespeeld. Dat was onze grootste angst.”

Tom: “De gedachte dat je voor achthonderd man moet optreden motiveert enorm. We volgden workshops en try-outs. Een regisseur keek kritisch naar wat we deden, wat beter kon. Het was optreden, workshop, optreden, workshop, met als prachtig verhaal het grote fiasco Brugge.”

Vertel.

Ozzy: “Het was een achterbuurt van een achterbuurt van een zijsteegje van een achterbuurt, het sloeg helemaal nergens op.”

Tom: “In een oude fabriekshal, echt een mooi gebouw, had een bekende Belg zijn eigen theater gebouwd naast een soort schuur waar hij alleen maar troep verkocht. Je kon echt alles kopen, bekers, banken, stoelen, opgezette dieren…”

Ozzy: “…het was net een rommelmarkt, daarom heette het ook theater Te Koop.”

Tom: “We vroegen: goh hoe gaat het? ‘Niet zo goed’, was het antwoord. ‘We hebben pas negen kaartjes verkocht’.”

Ozzy: “En van die negen waren er vier voor zijn ouders.”

Tom: “Hebben we daar voor zeven man en een opgezette eland opgetreden.”

En die eland lachen?

Tom: “Die had wel een kleine grijns op zijn gezicht, ja. Daar leer je dus niks van. Voor publiek spelen is nodig, want cabaret bestaat voor tachtig procent uit reageren op het publiek. Dat moet je leren.”

Ozzy: “Wat werkt nou goed en hoe komt dat. Dat voel je op het podium gewoon aan. We vinden het fantastisch om op het podium te staan. Angst? Nee, heerlijk.”

Hoe was Groningen de afgelopen dagen?

Ozzy: “We probeerden kalm te blijven. Er komt zoveel op je af. Ik kon mezelf niet goed een houding geven.”

Tom: “Gelukkig verbleven we bij mijn vriendin, die in Groningen woont. Dat was een relaxte thuisbasis.”

Ozzy: “De finaleavond hebben we bewust niet naar de rest gekeken, dan zouden we ons opvreten. In de kleedkamer hangt een apparaat waarmee je het zaalgeluid kunt horen, dat hadden we uitgezet. Toen we ter ontspanning een Baywatch-dvd keken, ging dat apparaat opeens keihard aan!”

Tom: “Zijn we de hele tent doorgestampt tot een mecanicien het geluid had uitgezet. We hadden dat ding al open geschroefd.”

Ozzy: “We blijven natuurlijk Delftenaren.”

Tom: “Later zaten we in de coulissen te wachten, maar Javier Guzman, die een gastoptreden deed, was niet meer van het podium te slaan. Dat duurde maar. Wij zagen de jury aan de andere kant al klaarstaan.”

Ozzy: “Iedereen zat de haren uit zijn hoofd te trekken. Groepjes zaten samengeklonterd op de grond niks te zeggen, anderen liepen zenuwachtig rond. Pure, pure ellende. Als het wachten op een eindexamenuitslag en dan vijftien keer zo erg.”

En dan volgt een pittig juryrapport en wordt de persoonlijkheidsprijs niet uitgereikt. Lig je daar wakker van?

Tom: “Nee. Wij winnen die prijs op ons enthousiasme en onze inzet. De jury waardeerde onze poging iets origineels te maken. Het festival heeft een enorme historie aan namen hoog te houden, dus ik kan me voorstellen dat de jury dit jaar een mindere lichting vond. Maar ik hoorde bij ons niet echt een woord van kritiek, en toen begon het te dagen. De grootste prijs is dat ze unaniem voor ons gekozen hebben. Okee, het niveau dat we gehaald hebben blijft studentikoos. Dat is helemaal niet erg. Als we een jaar aan een programma werken wordt het fijner en uitgebalanceerder.”

Jullie leken behoorlijk in de war na de uitslag.

Tom: “Ik was echt de weg kwijt. Ik begreep het niet goed. Ik was ontzettend blij en trots dat we gewonnen hebben. Maar dat toch redelijk harde rapport was een teken: neem het met een korrel zout. Dat critici zeggen dat hier niet de nieuwe Theo Maassen, Hans Teeuwen, of Vliegende Panters zijn opgestaan, daar is iedereen het over eens. We zijn pas zo kort bezig. Wij moeten dit beschouwen als mooie aanmoediging na vier maanden hard werken. De jury zegt niet: jullie zijn er al. We hebben een programma dat nog in de steigers staat, dat in ontwikkeling is.”

Ozzy: “Het gevaar is dat je erover gaat nadenken. Is het wel echt een prestatie? Maar mensen zeggen dat ze ons zien genieten, dat vind ik een mooi compliment.”

En nu? Gaan de aardwetenschapper en de bouwkundige de cabaretwereld in?

Tom: “Ik wil de deur zeker niet dichtgooien na zo’n mooie prijs. Dat zou stom en arrogant zijn.”

Ozzy: “We stonden voor achthonderd man in zo’n enorme schouwburg, een fantastische ervaring.”

Tom: “Ik heb even met jurylid Pieter Bouwman staan praten, die me op het hart drukte dat ze ontzettend blij waren met de manier waarop wij op het podium staan, zonder pretentieus een prijs te willen winnen om die als opstap te gebruiken. De lol en het plezier stralen van ons af. Ik denk dat dat waar is.”

Ozzy: “We hebben geen tijd voor ons zelf gehad, sterker nog: we hebben het er nog steeds niet met elkaar over gehad. Even twee seconden: joh, cool. Dat was het. Ik herinner me van de nacht alleen maar felicitaties en eindeloos lang praten.”

Maandag weer aan de studie?

Ozzy: “,Nee, we hebben voorlopig contractuele verplichtingen. ‘Ontbijt tv’, ‘Vara Laat’, optredens, de radio. We zijn benaderd of we binnenkort in een klein theater in Groningen willen spelen. Ik heb morgen tentamen, maar ik vrees dat ik dat kan afschrijven. ’t Is ook voor ons nieuw.”

Tom: “Ik ben benieuwd hoe het zich ontwikkelt. Voor cabaretiers is zo’n festival een van de weinige manieren om podiumtijd te krijgen. Zij zien het als opstapje om aan de bak te komen, om onder de naam ‘winnaar Groninger studentencabaretfestival’ te worden geboekt. Dat is niet waarom we hier aan meegedaan hebben.”

Maar je hebt die naam wel.

Tom: “We hebben de naam. Wij staan elk jaar als winnaar 2004 in het programmaboekje. En we gaan eens rustig bekijken wat we daarmee gaan doen.”

Ozzy: “We hebben echt een prestatie neergezet.”

Tom: “Het is een rare gewaarwording. Dat overdonderde gevoel zal voorlopig wel even aanhouden.”

WIE ZIJN EWOUT ONGERING EN THOMAS BUYS?

Ewout Ongering (28) komt uit Bilthoven. Hij studeerde eerder twee jaar cognitieve kunstmatige intelligentie in Utrecht. In Delft doet hij aardwetenschappen, met als afstudeerrichting petroleum engineering. Daarmee is hij nog anderhalf â twee jaar bezig. Wat daarna komt? “Geen flauw idee.” Tussendoor zong Ongering tweeëneenhalf jaar in een band, waarvoor hij ook het management deed. Thomas Buys (21) kent hij via het Delftsch Studenten Corps. Een clubgenoot van Buys woont bij Ongering in huis. Buys studeert bouwkunde, en wil volgens Ongering ‘iets met architectuur doen’. Maar zeker is dat niet, in alle drukte hebben ze amper over studie gesproken. Ongering zong een vierde stem mee met Buys en consorten op een intercorporaal cabaretfestival, waarna ze samen verder gingen.

(Foto’s: Pepijn van den Broeke)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.