Vertraging plaagt Delfts toponderzoekscentrum

/strong>

Niet alleen het Kluyvercentrum, maar ook de twee andere landelijke ‘genomics-zwaartepunten’ hangt een uitstel van drie tot zes maanden boven het hoofd. Het Nationale Regieorgaan Genomics (Nrog), dat de zwaartepunten heeft ingesteld, verzuimde om de projecten door de Europese Unie te laten controleren op ongeoorloofde staatssteun aan de bedrijven waarmee wordt samengewerkt. Dat moet nu alsnog gebeuren.

Aanvankelijk was de bedoeling dat de zwaartepunten in januari van start gingen. Volgens de betrokken ministeries wordt dat nu maanden later. De zwaartepunten zijn ingesteld om de achterstand van Nederland op het gebied van de toegepaste genetica weg te werken en krijgen daartoe de komende vijf jaar elk ongeveer vijftien miljoen euro van het Nrog.

De problemen lijken zich toe te spitsen zich op het Kluyver Centre of Genomics for Industrial Fermentation onder leiding van prof.dr. Jack Pronk. De Delftse wetenschappers werken nauw samen met chemiereus DSM en brouwer Heineken. In het Wageningse Centre for Biosystems Genomics participeert een aantal kleinere bedrijven. Het derde zwaartepunt, het Cancer Genomics Consortium van het Nederlands Kanker Instituut heeft weinig tot niets met het bedrijfsleven te maken. Toch moet het wachten tot de problemen met de twee andere zwaartepunten zijn opgelost.

Volgens managing director Patricia Osseweijer van het Delftse onderzoeksconglomeraat is er geen sprake van ongeoorloofde steun. Heineken en DSM krijgen namelijk geen geld, maar betalen mee aan het onderzoek. ,,Ik heb niet het idee dat we iets doen dat strijdig is met de Europese regels.”

Bij andere genomics-centra dreigen na 1 januari mensen zonder werk te komen. In Delft niet: het Delftse centrum moet nog mensen aantrekken voor de nieuwe projecten. ,,Als het een maandje later wordt is er niet veel aan de hand. En als het echt zes maanden gaat duren, dan is het erg jammer voor Nederland, omdat we dan pas later kunnen beginnen aan het versterken van de nationale infrastructuur”, zegt Osseweijer. ,,We staan allemaal in de startblokken, en dan is het enigszins frustrerend als het meer tijd gaat kosten.”

Wegens een procedurefout dreigt het prestigieuze Delftse onderzoeksproject ‘Kluyver Center for Genomics of Industrial Fermentation’ pas maanden later van start te gaan.

Niet alleen het Kluyvercentrum, maar ook de twee andere landelijke ‘genomics-zwaartepunten’ hangt een uitstel van drie tot zes maanden boven het hoofd. Het Nationale Regieorgaan Genomics (Nrog), dat de zwaartepunten heeft ingesteld, verzuimde om de projecten door de Europese Unie te laten controleren op ongeoorloofde staatssteun aan de bedrijven waarmee wordt samengewerkt. Dat moet nu alsnog gebeuren.

Aanvankelijk was de bedoeling dat de zwaartepunten in januari van start gingen. Volgens de betrokken ministeries wordt dat nu maanden later. De zwaartepunten zijn ingesteld om de achterstand van Nederland op het gebied van de toegepaste genetica weg te werken en krijgen daartoe de komende vijf jaar elk ongeveer vijftien miljoen euro van het Nrog.

De problemen lijken zich toe te spitsen zich op het Kluyver Centre of Genomics for Industrial Fermentation onder leiding van prof.dr. Jack Pronk. De Delftse wetenschappers werken nauw samen met chemiereus DSM en brouwer Heineken. In het Wageningse Centre for Biosystems Genomics participeert een aantal kleinere bedrijven. Het derde zwaartepunt, het Cancer Genomics Consortium van het Nederlands Kanker Instituut heeft weinig tot niets met het bedrijfsleven te maken. Toch moet het wachten tot de problemen met de twee andere zwaartepunten zijn opgelost.

Volgens managing director Patricia Osseweijer van het Delftse onderzoeksconglomeraat is er geen sprake van ongeoorloofde steun. Heineken en DSM krijgen namelijk geen geld, maar betalen mee aan het onderzoek. ,,Ik heb niet het idee dat we iets doen dat strijdig is met de Europese regels.”

Bij andere genomics-centra dreigen na 1 januari mensen zonder werk te komen. In Delft niet: het Delftse centrum moet nog mensen aantrekken voor de nieuwe projecten. ,,Als het een maandje later wordt is er niet veel aan de hand. En als het echt zes maanden gaat duren, dan is het erg jammer voor Nederland, omdat we dan pas later kunnen beginnen aan het versterken van de nationale infrastructuur”, zegt Osseweijer. ,,We staan allemaal in de startblokken, en dan is het enigszins frustrerend als het meer tijd gaat kosten.”