Campus

Verborgen juweeltjes

Een nieuw tuinhuis, een vezeltentoonstelling, zomerse tuinconcerten en een beeldententoonstelling. Over uitbreiding van de tuin en samenwerking met het Techniekmuseum wordt gesproken.

De Botanische Tuin begint aan een nieuw leven.

Verscholen achter het Kluyverlab van de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW), ingesloten door de Julianalaan, de Mijnbouwstraat en de Kanaalweg, ligt de Botanische Tuin van de TU Delft. De verborgen ligging van dit plantenparadijs van 2,5 hectare zorgt ervoor dat betrekkelijk weinig mensen van het bestaan ervan afweten.

Tuinmeester Hans van Loon en beheerder Ada van Es krijgen vaak verraste reacties van bezoekers. ,,Ik was ook verbaasd toen ik ontdekte wat een juweeltje hier verscholen ligt”, vertelt Van Es, sinds drie jaar hoofd algemene zaken van het Kluyverlaboratorium. ,,Zonde, want de tuin is uniek. Het is de enige botanische tuin in Nederland die is gespecialiseerd in de technische mogelijkheden van Europese en vooral tropische gewassen.”

Technische gewassen leveren iets op wat de mens kan gebruiken: rubber, katoen, banaan, koffie, suikerriet, bamboe en hout. Maar ook keukenkruiden, etherische oliën en homeopathische planten. De Botanische Tuin heeft een assortiment van ongeveer 5000 soorten planten en specialiseert zich in vijf plantengroepen. De tuin is verdeeld in een bomentuin, siertuin, kruidentuin en een kassencomplex.

De Botanische Tuin werd in 1917 opgericht door microbioloog professor G. van Iterson. De biochemie kwam tot ontwikkeling en de toenmalige Technische Hogeschool had planten nodig voor onderzoek en onderwijs. De afgelopen vijftien jaar speelde de tuin een ondergeschikte rol aan de TU. De sectie Technische Biologie verkaste naar Leiden en de functie van de tuin voor onderzoek nam af.

Onderzoek

Hier moet verandering in komen, vinden Van Loon en Van Es. Ze hebben grootse plannen. Van Es somt een paar mogelijkheden op die de tuin heeft voor de diverse faculteiten. ,,Bij Lucht- en Ruimtevaart zijn ze geïnteresseerd in lichtgewicht vezels, bij Bouwkunde is interesse in landschapsarchitectuur en bij C iviele Techniek zijn ze aan het nadenken over erosiebestrijding”

Er liggen vijf kansen voor onderzoeksvoorstellen op de plank. Hiervan geniet het Taxol-onderzoek van student dr.ir. Jan Marijnissen enige bekendheid. Hij onderzoekt hoe je taxol, dat wordt gebruikt bij kankerbestrijding, kan melken van taxusbomen zodat de boom intact blijft. Dat doet hij door middel van elektrospraying.

Van Es is enthousiast over de huidige ontwikkelingen. ,,We krijgen steeds meer steun van sponsors en vrijwilligers, er is een vriendenvereniging die zich inzet. De belangstelling voor de tuin neemt weer toe.” De activiteiten zijn de afgelopen paar jaar flink uitgebreid. Eind mei werd het nieuwe tuinhuis geopend – het oudebrandde drie jaar geleden af – en er is momenteel samen met het Techniekmuseum een tentoonstelling gaande over vezels. Er is een beeldententoonstelling van Hans la Hey en er vinden ’s zomers tuinconcerten plaats.

Jaarlijks bezoeken 25 basisschoolklassen de tuin. Van Es: ,,Ik wil dat uitbreiden naar middelbare scholen. Dat zijn immers de potentiële nieuwe TU-studenten.” Het museale karakter van de tuin blijft het belangrijkste, vinden ze. ,,We willen daarom graag samen verder met het Techniekmuseum”, zegt Van Es. ,,Dat is logisch, gezien de academische collecties.” Hiervoor moet het Techniekmuseum in de onmiddellijke omgeving van de tuin komen, bijvoorbeeld in het oude pand van Geodesie, nu in bezit van Rijkswaterstaat. Op een braakliggend stuk grond achter de tuin, ook verkocht aan Rijkswaterstaat, heeft Van Es een tropische bomenkas in gedachte. ,,We hebben die ruimte nodig voor onze collectie.”

Jaarlijks trekt de tuin ongeveer 15.000 bezoekers, ,,een bescheiden aantal”, aldus Van Es. Dat aantal neemt overigens de laatste tijd wel toe. Een bezoek aan de tuin is nu nog gratis, maar in de toekomst wil Van Es toegang gaan heffen. ,,Maar dan moeten we wel meer te bieden hebben: een duidelijke ingang, een winkeltje, een goede bewegwijzering.”

Een probleem is het beperkte budget. De tuin krijgt al jaren een vaste bijdrage van twee ton per jaar uit de centrale middelen. De faculteit TNW draagt een flink steentje bij om de meerkosten te dekken. ,,We willen meer geld uit de centrale middelen, zodat we meer mensen in dienst kunnen nemen en een academisch bioloog kunnen aanstellen.” Die bioloog moet zich gaan bezighouden met het documenteren van de collectie. ,,Daarin is een forse achterstand.”

De tuin heeft zes vaste medewerkers, twee leerlingen en een medewerker van Combiwerk. Vrijwilligers zijn er genoeg, maar daar zit een nadeel aan. ,,Een vrijwilliger moet gedegen plantenkennis hebben”, zegt Van Loon. Sommige zeldzame planten zien er voor leken uit als onkruid en andersom. ,,Iemand moet weten waar hij mee bezig is.”

Hoe het verder gaat met de Botanische Tuin blijft onduidelijk zolang het stedenbouwkundige masterplan voor de TU-wijk nog niet klaar is. ,,Bij de opening van ons nieuwe tuinhuis zei collegevoorzitter De Voogd dat hij zich gaat inspannen om het stuk grond van Rijkswaterstaat terug te krijgen, samen met het oude gebouw van Geodesie”, aldus Van Es. ,,Maar als het grote geld in het spel komt, weet ik niet wat het college van bestuur besluit. Het is natuurlijk gewilde en dure grond.”

Ze staat niet afwijzend tegenover een eventuele verhuizing van de tuin. ,,Het hangt niet aan de locatie. De botanische tuin in Utrecht is ook verplaatst en is daar zeker niet slechter van geworden. Als er maar genoeg ruimte en geld in wordt gestoken.”

De Botanische Tuin aan de Julianalaan 67 is open van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur, op zaterdag van 10.00 tot 15.00 uur en in de zomer ook op zondag van 12.00 tot 17.00 uur.

Een nieuw tuinhuis, een vezeltentoonstelling, zomerse tuinconcerten en een beeldententoonstelling. Over uitbreiding van de tuin en samenwerking met het Techniekmuseum wordt gesproken. De Botanische Tuin begint aan een nieuw leven.

Verscholen achter het Kluyverlab van de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW), ingesloten door de Julianalaan, de Mijnbouwstraat en de Kanaalweg, ligt de Botanische Tuin van de TU Delft. De verborgen ligging van dit plantenparadijs van 2,5 hectare zorgt ervoor dat betrekkelijk weinig mensen van het bestaan ervan afweten.

Tuinmeester Hans van Loon en beheerder Ada van Es krijgen vaak verraste reacties van bezoekers. ,,Ik was ook verbaasd toen ik ontdekte wat een juweeltje hier verscholen ligt”, vertelt Van Es, sinds drie jaar hoofd algemene zaken van het Kluyverlaboratorium. ,,Zonde, want de tuin is uniek. Het is de enige botanische tuin in Nederland die is gespecialiseerd in de technische mogelijkheden van Europese en vooral tropische gewassen.”

Technische gewassen leveren iets op wat de mens kan gebruiken: rubber, katoen, banaan, koffie, suikerriet, bamboe en hout. Maar ook keukenkruiden, etherische oliën en homeopathische planten. De Botanische Tuin heeft een assortiment van ongeveer 5000 soorten planten en specialiseert zich in vijf plantengroepen. De tuin is verdeeld in een bomentuin, siertuin, kruidentuin en een kassencomplex.

De Botanische Tuin werd in 1917 opgericht door microbioloog professor G. van Iterson. De biochemie kwam tot ontwikkeling en de toenmalige Technische Hogeschool had planten nodig voor onderzoek en onderwijs. De afgelopen vijftien jaar speelde de tuin een ondergeschikte rol aan de TU. De sectie Technische Biologie verkaste naar Leiden en de functie van de tuin voor onderzoek nam af.

Onderzoek

Hier moet verandering in komen, vinden Van Loon en Van Es. Ze hebben grootse plannen. Van Es somt een paar mogelijkheden op die de tuin heeft voor de diverse faculteiten. ,,Bij Lucht- en Ruimtevaart zijn ze geïnteresseerd in lichtgewicht vezels, bij Bouwkunde is interesse in landschapsarchitectuur en bij C iviele Techniek zijn ze aan het nadenken over erosiebestrijding”

Er liggen vijf kansen voor onderzoeksvoorstellen op de plank. Hiervan geniet het Taxol-onderzoek van student dr.ir. Jan Marijnissen enige bekendheid. Hij onderzoekt hoe je taxol, dat wordt gebruikt bij kankerbestrijding, kan melken van taxusbomen zodat de boom intact blijft. Dat doet hij door middel van elektrospraying.

Van Es is enthousiast over de huidige ontwikkelingen. ,,We krijgen steeds meer steun van sponsors en vrijwilligers, er is een vriendenvereniging die zich inzet. De belangstelling voor de tuin neemt weer toe.” De activiteiten zijn de afgelopen paar jaar flink uitgebreid. Eind mei werd het nieuwe tuinhuis geopend – het oudebrandde drie jaar geleden af – en er is momenteel samen met het Techniekmuseum een tentoonstelling gaande over vezels. Er is een beeldententoonstelling van Hans la Hey en er vinden ’s zomers tuinconcerten plaats.

Jaarlijks bezoeken 25 basisschoolklassen de tuin. Van Es: ,,Ik wil dat uitbreiden naar middelbare scholen. Dat zijn immers de potentiële nieuwe TU-studenten.” Het museale karakter van de tuin blijft het belangrijkste, vinden ze. ,,We willen daarom graag samen verder met het Techniekmuseum”, zegt Van Es. ,,Dat is logisch, gezien de academische collecties.” Hiervoor moet het Techniekmuseum in de onmiddellijke omgeving van de tuin komen, bijvoorbeeld in het oude pand van Geodesie, nu in bezit van Rijkswaterstaat. Op een braakliggend stuk grond achter de tuin, ook verkocht aan Rijkswaterstaat, heeft Van Es een tropische bomenkas in gedachte. ,,We hebben die ruimte nodig voor onze collectie.”

Jaarlijks trekt de tuin ongeveer 15.000 bezoekers, ,,een bescheiden aantal”, aldus Van Es. Dat aantal neemt overigens de laatste tijd wel toe. Een bezoek aan de tuin is nu nog gratis, maar in de toekomst wil Van Es toegang gaan heffen. ,,Maar dan moeten we wel meer te bieden hebben: een duidelijke ingang, een winkeltje, een goede bewegwijzering.”

Een probleem is het beperkte budget. De tuin krijgt al jaren een vaste bijdrage van twee ton per jaar uit de centrale middelen. De faculteit TNW draagt een flink steentje bij om de meerkosten te dekken. ,,We willen meer geld uit de centrale middelen, zodat we meer mensen in dienst kunnen nemen en een academisch bioloog kunnen aanstellen.” Die bioloog moet zich gaan bezighouden met het documenteren van de collectie. ,,Daarin is een forse achterstand.”

De tuin heeft zes vaste medewerkers, twee leerlingen en een medewerker van Combiwerk. Vrijwilligers zijn er genoeg, maar daar zit een nadeel aan. ,,Een vrijwilliger moet gedegen plantenkennis hebben”, zegt Van Loon. Sommige zeldzame planten zien er voor leken uit als onkruid en andersom. ,,Iemand moet weten waar hij mee bezig is.”

Hoe het verder gaat met de Botanische Tuin blijft onduidelijk zolang het stedenbouwkundige masterplan voor de TU-wijk nog niet klaar is. ,,Bij de opening van ons nieuwe tuinhuis zei collegevoorzitter De Voogd dat hij zich gaat inspannen om het stuk grond van Rijkswaterstaat terug te krijgen, samen met het oude gebouw van Geodesie”, aldus Van Es. ,,Maar als het grote geld in het spel komt, weet ik niet wat het college van bestuur besluit. Het is natuurlijk gewilde en dure grond.”

Ze staat niet afwijzend tegenover een eventuele verhuizing van de tuin. ,,Het hangt niet aan de locatie. De botanische tuin in Utrecht is ook verplaatst en is daar zeker niet slechter van geworden. Als er maar genoeg ruimte en geld in wordt gestoken.”

De Botanische Tuin aan de Julianalaan 67 is open van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur, op zaterdag van 10.00 tot 15.00 uur en in de zomer ook op zondag van 12.00 tot 17.00 uur.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.