Wetenschap

Veendijk op de schop

De veiligheid van de Nederlandse boezemkaden staat ter discussie. Terecht, meent waterbouwhoogleraar Han Vrijling. ,,Want ook Schiphol blijft droog dankzij een boezemkade.’

,,Je kunt nu eenmaal niet in de dijk kijken”, klaagt Niek Stijlen, directeur van het Hoogheemraadschap Schieland in ‘Trouw’, om aan te geven dat inspectiemethoden ontoereikend waren om de dijkdoorbraken in Wilnis en Rotterdam te voorkomen.

Toch maakt Rijkswaterstaat al twintig jaar gebruik van elektromagnetische golven, weet dr.ir. G.G. Drijkoningen van de sectie technische geofysica en petrofysica. ,,Helaas is deze techniek erg grof en arbeidsintensief. Inspecteurs moeten te voet de dijken controleren.”

Speuren naar scheuren, daar denkt luchtvaart- en ruimtevaartpromovendus Alex Kononov graag over mee. Zijn proefschrift gaat over laserinspectietechnieken voor het Delftse laminaat glare, dat toegepast wordt in de Airbus A380. Konovov: ,,Ze zouden de structurele integriteit van dijken kunnen meten met onderwatersonarapparatuur in boten. Het gereflecteerde sonarsignaal geeft een indicatie van de lokale dichtheid in de dijk, en dus ook van eventuele scheuren.”

Als het zou werken, scheelt het zeker een hoop mankracht. ,,Maar dan moeten we nog steeds de gegevens van akoestische en elektromagnetische metingen goed kunnen interpreteren. En dat is bijzonder lastig”, meldt waterbouwhoogleraar Han Vrijling. ,,En bovendien: visuele inspecties zijn over het algemeen voldoende. Blijft de hoogte van de dijk constant? Zijn er scheuren in de bekleding te zien? Heeft de dijk nog de juiste trapeziumvorm?”

,,De beste methode voor inspectie is sondering. Daarbij duwt men een dunne staaf in de dijk om de grondweerstand te bepalen. Ook boort men een dunne buis in de dijk om de interne waterstand te bepalen, en vervolgens de lokale waterspanningen.”

Verbeterde inspectietechnieken zijn volgens Vrijling echter niet de beste oplossing om veendijkdoorbraken te voorkomen. ,,Primaire dijken zoals zee- en rivierdijken worden door ingenieurs ontworpen en gebouwd. Secundaire dijken worden al eeuwenlang als ‘minder belangrijk’ bestempeld. Deze dijken zijn vaak gebouwd van veen, goedkoop verkregen uit baggersloten. Maar Veen is % in vergelijking met zand en klei % minder geschikt voor dijkenbouw. Het is erg licht en zeker in periodes van grote droogte blijft er weinig dijkmassa over om het water tegen te houden. Bovendien is de interne wrijving kleiner dan bij zand.”

Dat de ruim dertienduizend kilometer secundaire dijken in Nederland geen prioriteit hebben, durft Vrijling te betwijfelen. ,,Tussen de ringvaart Haarlemmermeer en Schiphol ligt ook een boezemdijk, die gedeeltelijk uit slappe veengrond is opgetrokken. Als die bezwijkt zijn de gevolgen niet te overzien.” Vrijling pleit dan ook voor koerswijziging in het Nederlandse dijkenbeleid. ,,Voor veendijken moeten we net zulke grondige risico-gevolganalyses maken als bij chemische fabrieken, zeeweringen en andere mogelijke rampveroorzakers. Het zou me niets verbazen als hieruit blijkt dat we een aantal veendijken moeten versterken, wellicht door de achterkant te verzwaren met zand en zo het veen samen te persen.” (TM)

De veiligheid van de Nederlandse boezemkaden staat ter discussie. Terecht, meent waterbouwhoogleraar Han Vrijling. ,,Want ook Schiphol blijft droog dankzij een boezemkade.”

,,Je kunt nu eenmaal niet in de dijk kijken”, klaagt Niek Stijlen, directeur van het Hoogheemraadschap Schieland in ‘Trouw’, om aan te geven dat inspectiemethoden ontoereikend waren om de dijkdoorbraken in Wilnis en Rotterdam te voorkomen.

Toch maakt Rijkswaterstaat al twintig jaar gebruik van elektromagnetische golven, weet dr.ir. G.G. Drijkoningen van de sectie technische geofysica en petrofysica. ,,Helaas is deze techniek erg grof en arbeidsintensief. Inspecteurs moeten te voet de dijken controleren.”

Speuren naar scheuren, daar denkt luchtvaart- en ruimtevaartpromovendus Alex Kononov graag over mee. Zijn proefschrift gaat over laserinspectietechnieken voor het Delftse laminaat glare, dat toegepast wordt in de Airbus A380. Konovov: ,,Ze zouden de structurele integriteit van dijken kunnen meten met onderwatersonarapparatuur in boten. Het gereflecteerde sonarsignaal geeft een indicatie van de lokale dichtheid in de dijk, en dus ook van eventuele scheuren.”

Als het zou werken, scheelt het zeker een hoop mankracht. ,,Maar dan moeten we nog steeds de gegevens van akoestische en elektromagnetische metingen goed kunnen interpreteren. En dat is bijzonder lastig”, meldt waterbouwhoogleraar Han Vrijling. ,,En bovendien: visuele inspecties zijn over het algemeen voldoende. Blijft de hoogte van de dijk constant? Zijn er scheuren in de bekleding te zien? Heeft de dijk nog de juiste trapeziumvorm?”

,,De beste methode voor inspectie is sondering. Daarbij duwt men een dunne staaf in de dijk om de grondweerstand te bepalen. Ook boort men een dunne buis in de dijk om de interne waterstand te bepalen, en vervolgens de lokale waterspanningen.”

Verbeterde inspectietechnieken zijn volgens Vrijling echter niet de beste oplossing om veendijkdoorbraken te voorkomen. ,,Primaire dijken zoals zee- en rivierdijken worden door ingenieurs ontworpen en gebouwd. Secundaire dijken worden al eeuwenlang als ‘minder belangrijk’ bestempeld. Deze dijken zijn vaak gebouwd van veen, goedkoop verkregen uit baggersloten. Maar Veen is % in vergelijking met zand en klei % minder geschikt voor dijkenbouw. Het is erg licht en zeker in periodes van grote droogte blijft er weinig dijkmassa over om het water tegen te houden. Bovendien is de interne wrijving kleiner dan bij zand.”

Dat de ruim dertienduizend kilometer secundaire dijken in Nederland geen prioriteit hebben, durft Vrijling te betwijfelen. ,,Tussen de ringvaart Haarlemmermeer en Schiphol ligt ook een boezemdijk, die gedeeltelijk uit slappe veengrond is opgetrokken. Als die bezwijkt zijn de gevolgen niet te overzien.” Vrijling pleit dan ook voor koerswijziging in het Nederlandse dijkenbeleid. ,,Voor veendijken moeten we net zulke grondige risico-gevolganalyses maken als bij chemische fabrieken, zeeweringen en andere mogelijke rampveroorzakers. Het zou me niets verbazen als hieruit blijkt dat we een aantal veendijken moeten versterken, wellicht door de achterkant te verzwaren met zand en zo het veen samen te persen.” (TM)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.