Onderwijs

Veel studenten proberen wiet uit

Veel hoogopgeleiden hebben wel eens cannabis gerookt, maar ze maken er meestal geen gewoonte van. Dat blijkt uit een kleine steekproef van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Meer dan één op de drie afgestudeerde hbo’ers en wo’ers (36 procent) heeft wel eens cannabis gebruikt. Dat is veel, vergeleken met jongeren die alleen de lagere school hebben afgemaakt: van hen heeft slechts een kwart wel eens een joint gerookt.

Dit stelt het CBS op grond van de antwoorden die tweehonderd jongeren tussen de vijftien en vijfentwintig jaar hebben gegeven. In de berekening van de percentages is rekening gehouden met de leeftijd van de respondenten: hoe ouder ze zijn, hoe langer ze de kans hebben gehad om met wiet te experimenteren.

De betrouwbaarheid is nogal laag, erkent een woordvoerder, want het gaat om een kleine groep respondenten. Toch geven de tabellen volgens hem een indicatie.

Hoogopgeleiden lijken bijvoorbeeld minder vaak aan cannabis verslaafd te raken. Slechts 8,7 procent van hen heeft korter dan een maand geleden nog cannabis gebruikt, terwijl dat onder laagopgeleiden 13,1 procent is.

Met andere woorden, van de laagopgeleiden die wiet uitproberen, blijft de helft het geregeld gebruiken. Dit geldt slechts voor één op de vier hoogopgeleiden.

Ongewenste geurtjes en vieze aanslag op het plafond. Een aantal bewoners van de Korvezeestraat klaagt op zijn website over de ventilatie. Het zou al jaren niet goed werken.

“Je ruikt rook, wiet en etensluchten”, zegt Kirsten Jongman, vijfdejaars studente industrieel ontwerpen. “Het ergst is de sigarettenrook. Rond de ventilatieopeningen zie je plakkaten vuil en elke week liggen er grote pluizen stof op de grond. Ik heb astma en er vliegt hier heel veel stof rond.”

Promovenda Hester Hellinga herkent dit. “Er is een tijd geweest dat het systeem vaak uitviel, maar daarna is het weer gerepareerd. Je ruikt wel vaak wat een ander kookt. Op de gang ruik je het meteen als buren roken.”

Sander Jongerling, hoofd Beheer, stelt dat Duwo daar niets aan kan doen. “In principe mag je in je eigen woning roken. Aan de andere kant mag je geen overlast veroorzaken, maar dat is moeilijk meetbaar.” Hij zegt niet op de hoogte te zijn van deze klachten. “Als de klachten echt excessief zijn, komen we poolshoogte nemen.”

Volgens Hellinga is afgelopen zomer volop op het dak gewerkt en zijn filters vervangen. “Maar schimmels zitten door het hele systeem. Dit is al jaren een probleem. Voor frisse lucht zet ik altijd mijn ramen open.” 

Anderen hebben nergens last van. “Misschien rookt niemand van de buren”, zegt een student. “Wij hebben vaak geurkaarsjes aan”, reageert Roy Janssen. “De bewoners voor mij hebben hun ventilatie afgeplakt omdat hun buren heel veel rookten”, zegt Marijn Verdult. “Ik heb dat zo gelaten en ruik niks.”

Vestigingsdirecteur Jan Willem van Beek van Duwo werpt de vraag op of het wellicht aan de bewoners zelf kan liggen. “Of het ventilatiesysteem deugt niet, en daardoor hebben mensen last. Of het systeem deugt wél en de klachten worden veroorzaakt door studenten die hun eigen ventilatieroosters afplakken.” In tegenstelling tot zijn collega Jongerling erkent Van Beek wel dat er klachten zijn over rook die van de ene kamer naar de andere gaat.

Maar de directeur vindt het ventilatiesysteem erg nodig. “Toen ongeveer een jaar geleden een heleboel roosters afgeplakt waren, begon op verschillende punten schimmelvorming op te treden. Het afsluiten van de hele boel is dus in elk geval geen optie.”

Meer dan één op de drie afgestudeerde hbo’ers en wo’ers (36 procent) heeft wel eens cannabis gebruikt. Dat is veel, vergeleken met jongeren die alleen de lagere school hebben afgemaakt: van hen heeft slechts een kwart wel eens een joint gerookt.

Dit stelt het CBS op grond van de antwoorden die tweehonderd jongeren tussen de vijftien en vijfentwintig jaar hebben gegeven. In de berekening van de percentages is rekening gehouden met de leeftijd van de respondenten: hoe ouder ze zijn, hoe langer ze de kans hebben gehad om met wiet te experimenteren.

De betrouwbaarheid is nogal laag, erkent een woordvoerder, want het gaat om een kleine groep respondenten. Toch geven de tabellen volgens hem een indicatie.

Hoogopgeleiden lijken bijvoorbeeld minder vaak aan cannabis verslaafd te raken. Slechts 8,7 procent van hen heeft korter dan een maand geleden nog cannabis gebruikt, terwijl dat onder laagopgeleiden 13,1 procent is.

Met andere woorden, van de laagopgeleiden die wiet uitproberen, blijft de helft het geregeld gebruiken. Dit geldt slechts voor één op de vier hoogopgeleiden.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.