Drukte voor collegezaal B op de tweede verdieping van Bouwkunde. Nog een kwartier en dan begint een ‘Erasmusmeeting’ voor uitwisselingsstudenten. Een rood plastic tasje met info, een naam- en adressenlijst en een Aegee-stencil om café Dubbel Drie vol te krijgen.
De meeting kan beginnen.
Idee is dat eerst de nieuwe collegekaarten worden verstrekt door een studentassistent. Wie zijn achternaam hoort steekt zijn hand op. Dat levert meteen een moeilijkheid op. Maxima Zorreguieta is aap-noot-mies vergeleken met sommige Zuid-Europese en Scandinavische lettercombinaties. Dankzij een lieftallige en bovendien Spaans sprekende studentassistent-assistente blijkt een deel van de afwezigen alsnog aanwezig. Het andere deel wordt gevonden door onuitspreekbare namen met krijt op het bord te schrijven.
Vervolgens wordt een man aangekondigd die weinig anders doet dan op zijn beurt de welkom-speech van decaan Hans Beunderman aankondigen. Beunderman blijkt vloeiend, vrijwel accentloos Engels te spreken. ,,Welcome to the faculty of Bouwkunde. You might already know what that word means. I spoke a master of science-student who already knew the word poffertjes.” Waarna hij even kort toelicht dat het hier kleine pannenkoekjes betreft. Dat een master of science-student het woord poffertjes kent, kan alleen maar betekenen dat iemand een blij verhaal heeft opgehangen over Bill Clinton en de Grote Markt.
Twee in het buitenland studerende zoons en een Rusland-reis in zijn eigen studententijd: Beunderman weet ‘which horrible things can happen‘. Na uitleg over de soul van de faculteit en de overbevolking van het gebouw mag worden geapplaudisseerd. Zijn speech krijgt maar weinig handen op elkaar: de studenten kloppen met de knokkels op tafel als goedkeuring.
Eenmaal terug in hun nieuwe kamer kunnen de freshly arrived in het rode plastic tasje een kaart van Delft vinden, een uitvergroting van de TU-wijk voor wie dit op de kaart nog niet gevonden had en een glossy Visiting Students Guide. Behalve foto’s van bruggen in het historische centrum biedt de gids een voorbereiding op de Nederlandse cultuur. Na ‘below sea level’ en ‘densely populated’ volgt info over het ‘neverending topic to discuss with colleagues’: het wisselvallige weer.
In een generaliserende passage over Nederlandse gewoonten wordt de Erasmussers opgeroepen zelf een gesprek te beginnen aangezien the Dutch teveel aan privacy hechten om zelf het initiatief te nemen. En let op, the Dutch geven eerst hun mening om deze vervolgens pas te onderbouwen. Hotch-potch (stamppot) en haring ontbreken natuurlijk niet in het verhaal en als absolute aanrader geldt hopjesvla (‘an incredible sensation!‘). Rest nog een kleine bloemlezing uit de English-Dutch-Phonetics woordenlijst: sleep well-welterusten, ‘vehlt-rerss-tern’. Op ‘ayt smaa-ker-lerk’ antwoorden met ‘be-dahngkt’. Hoi en doei staan onder het kopje slang expressions: ‘hoyee’, ‘do-ee’. Tijd voor een volzin: ‘Naym me neet kvaa-lerk, ayn pils ahl-stew-bleeft’. Na voldoende pilsjes doet de uitspraak er toch niet zoveel meer toe.
Drukte voor collegezaal B op de tweede verdieping van Bouwkunde. Nog een kwartier en dan begint een ‘Erasmusmeeting’ voor uitwisselingsstudenten. Een rood plastic tasje met info, een naam- en adressenlijst en een Aegee-stencil om café Dubbel Drie vol te krijgen. De meeting kan beginnen.
Idee is dat eerst de nieuwe collegekaarten worden verstrekt door een studentassistent. Wie zijn achternaam hoort steekt zijn hand op. Dat levert meteen een moeilijkheid op. Maxima Zorreguieta is aap-noot-mies vergeleken met sommige Zuid-Europese en Scandinavische lettercombinaties. Dankzij een lieftallige en bovendien Spaans sprekende studentassistent-assistente blijkt een deel van de afwezigen alsnog aanwezig. Het andere deel wordt gevonden door onuitspreekbare namen met krijt op het bord te schrijven.
Vervolgens wordt een man aangekondigd die weinig anders doet dan op zijn beurt de welkom-speech van decaan Hans Beunderman aankondigen. Beunderman blijkt vloeiend, vrijwel accentloos Engels te spreken. ,,Welcome to the faculty of Bouwkunde. You might already know what that word means. I spoke a master of science-student who already knew the word poffertjes.” Waarna hij even kort toelicht dat het hier kleine pannenkoekjes betreft. Dat een master of science-student het woord poffertjes kent, kan alleen maar betekenen dat iemand een blij verhaal heeft opgehangen over Bill Clinton en de Grote Markt.
Twee in het buitenland studerende zoons en een Rusland-reis in zijn eigen studententijd: Beunderman weet ‘which horrible things can happen‘. Na uitleg over de soul van de faculteit en de overbevolking van het gebouw mag worden geapplaudisseerd. Zijn speech krijgt maar weinig handen op elkaar: de studenten kloppen met de knokkels op tafel als goedkeuring.
Eenmaal terug in hun nieuwe kamer kunnen de freshly arrived in het rode plastic tasje een kaart van Delft vinden, een uitvergroting van de TU-wijk voor wie dit op de kaart nog niet gevonden had en een glossy Visiting Students Guide. Behalve foto’s van bruggen in het historische centrum biedt de gids een voorbereiding op de Nederlandse cultuur. Na ‘below sea level’ en ‘densely populated’ volgt info over het ‘neverending topic to discuss with colleagues’: het wisselvallige weer.
In een generaliserende passage over Nederlandse gewoonten wordt de Erasmussers opgeroepen zelf een gesprek te beginnen aangezien the Dutch teveel aan privacy hechten om zelf het initiatief te nemen. En let op, the Dutch geven eerst hun mening om deze vervolgens pas te onderbouwen. Hotch-potch (stamppot) en haring ontbreken natuurlijk niet in het verhaal en als absolute aanrader geldt hopjesvla (‘an incredible sensation!‘). Rest nog een kleine bloemlezing uit de English-Dutch-Phonetics woordenlijst: sleep well-welterusten, ‘vehlt-rerss-tern’. Op ‘ayt smaa-ker-lerk’ antwoorden met ‘be-dahngkt’. Hoi en doei staan onder het kopje slang expressions: ‘hoyee’, ‘do-ee’. Tijd voor een volzin: ‘Naym me neet kvaa-lerk, ayn pils ahl-stew-bleeft’. Na voldoende pilsjes doet de uitspraak er toch niet zoveel meer toe.
Comments are closed.