Onderwijs

Utrecht haalt UvA weer in

De Universiteit Utrecht trekt weer de meeste eerstejaars van alle universiteiten. Vorig jaar stond de Universiteit van Amsterdam bovenaan, maar die zakt flink terug.


Maar liefst 12,9 procent van alle eerstejaars bachelorstudenten in Nederland volgt in Utrecht zijn opleiding. Het zijn er meer dan 5.600 van de 43,5 duizend die in september van start gingen. De UvA trok er vorig jaar meer dan 5.922, maar dat aantal wordt nu niet meer gehaald. Het zijn er duizend minder.


Jarenlang waren de instroomcijfers van universiteiten niet goed te vergelijken. Want de instellingen registreerden ‘schakelstudenten’ niet allemaal op dezelfde manier. Deze studenten die worden bijgespijkerd voordat ze aan een masteropleiding mogen beginnen, moeten formeel als bachelorstudenten worden ingeschreven, maar drie universiteiten maakten er desondanks masterstudenten van.


Dat waren de Vrije Universiteit, de TU Delft en de Universiteit van Tilburg. Eind januari kwam in het nieuws dat hun voormalige schakelstudenten eerder tegen de langstudeerboete aan zouden lopen, omdat ze formeel al een deel van hun ‘masterfase’ verstookt hadden. Dit probleem gaan Zijlstra en de universiteiten overigens oplossen.


Dit studiejaar tellen schakelstudenten allemaal mee in de instroomcijfers voor bacheloropleidingen. Daardoor ‘stijgt’ op het oog het aantal eerstejaars bachelorstudenten nogal spectaculair aan de Vrije Universiteit (plus 35 procent) en de Universiteit van Tilburg (plus 45,4 procent). De TU Delft ziet de instroom met 2,2 procent groeien, inclusief schakelaars.


De onderlinge krachtverhoudingen zijn nu duidelijker dan vorig jaar. Toen leek 13,6 procent van alle eerstejaars van start te gaan aan de Universiteit Utrecht, maar nu is dat nog maar 12,9 procent. De Vrije Universiteit trekt geen 8,5 procent van alle eerstejaars, maar 10,5 procent. De Universiteit van Amsterdam krijgt nog maar 11,4 procent van alle eerstejaars bachelorstudenten binnen de poorten, terwijl dat vorig jaar nog 14,3 procent was.


 


Eerstejaars bachelor in 2010 en 2011


 




















 


2010


2011


 


Universiteit Utrecht


5647


5635


-0,2%


Rijksuniversiteit Groningen


4898


5221


6,6%


Universiteit van Amsterdam


5922


4952*


-16,4%


Vrije Universiteit


3403


4584


34,7%


Erasmus Universiteit Rotterdam


3394


3519


3,7%


Universiteit Leiden


3157


3370


6,7%


Radboud Universiteit Nijmegen


3535


3242


-8,3%


Universiteit Maastricht


2850


3075


7,9%


Tilburg University


1981


2880*


45,4%


Technische Universiteit Delft


2588


2646*


2,2%


Universiteit Twente


1674


1885


12,6%


Technische Universiteit Eindhoven


1415


1485


4,9%


Wageningen Universiteit


1024


1021


-0,3%


Totaal


41488


43515


4,9%


 


 


 


 


* Nu inclusief schakelstudenten


 


 


 


© HOP. Bron: VSNU.

Een van de mooiste argumenten voor de emancipatie van vrouwen staat op naam van de negentiende-eeuwse filosoof John Stuart Mill: die vond het ‘quite superfluous’ om vrouwen iets te verbieden wat ze van nature niet kunnen. Laat het ze maar proberen, zei hij.

Gordijntje
Maar niet iedereen kon zulke argumenten op waarde schatten. Vrouwen waren eeuwenlang niet welkom aan universiteiten. In 1636 moest de 29-jarige Anna Maria van Schurman achter een gordijntje zitten om colleges te volgen aan de universiteit van Utrecht.

Aletta Jacobs
Het zou nog bijna tweeënhalve eeuw duren, tot 1871, voordat Aletta Jacobs (1854-1929) als eerste Nederlandse vrouw officieel werd toegelaten tot de universiteit. Zij werd arts en groeide uit tot Nederlands bekendste feministe.

Hoger onderwijs
Tegenwoordig zijn vrouwen bepaald geen uitzondering meer in het hoger onderwijs, laat staan dat hun capaciteiten ter discussie staan. Enkele statistieken op een rij.

Universiteiten
Er studeren relatief steeds meer vrouwen aan de universiteiten. Van de eerstejaars bachelorstudenten is inmiddels 56 procent vrouw en 44 procent man: dertienduizend om tienduizend studenten.

Studiesucces
Na vijf jaar studeren heeft nog niet de helft van alle mannelijke wo-studenten de bul behaald, tegenover bijna tweederde van de vrouwen. Na acht jaar studeren heeft 75 procent van de vrouwen haar bul, tegen 65 procent van de mannen.

Promovendi
Meer dan een derde van het wetenschappelijk personeel aan de universiteiten is vrouw, terwijl dat tien jaar geleden nog maar een kwart was. Dat is vooral te danken aan de toename van het aantal vrouwelijke promovendi en universitair docenten.

Hoogleraren
Alleen schiet het nog niet erg op met het aandeel vrouwelijke hoogleraren. Het neemt langzaam toe, maar slechts 12,4 procent van alle hoogleraren is vrouw. Daarmee bungelen we onderaan in de internationale vergelijkingen. Onder Nederlandse promovendi is 43,6 procent vrouw.

Hogescholen
Ook in het hoger beroepsonderwijs starten meer vrouwen dan mannen: 56 duizend om 48 duizend. Dus aan het begin van het studiejaar is 46 procent van de eerstejaars hbo-studenten man, terwijl 54 procent vrouw is.

Verschillen
Vijf jaar later heeft bijna tweederde van de vrouwen het hbo-diploma behaald, tegenover minder dan de helft van de mannen. In de jaren erna wordt het verschil kleiner: 73 procent van de vrouwen en 63 procent van de mannen heeft na acht jaar het hbo-diploma op zak.

Mannen kiezen vaker voor economische en technische opleidingen dan vrouwen, maar ook binnen die opleidingen presteren vrouwen beter dan mannen.

Docenten
Er werken iets meer mannelijke dan vrouwelijke docenten in het hbo, maar daar lijkt verandering in te komen: onder dertigers zijn vrouwelijke docenten in de meerderheid. Vrouwen werken vaker dan mannen in deeltijd, maar onder de dertigers is het verschil maar klein.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.