Onderwijs

Universiteiten willen wachten met nieuwe bekostiging

Universiteiten willen het nieuwe bekostigingsstelsel pas over twee of drie jaar invoeren. Daarover hebben ze een brief geschreven aan het ministerie van OCW, maar dat houdt voet bij stuk.

Zomaar een bijeenkomst. De vierkante zaal is te groot voor het aantal aanwezigen. Er staat een lunch klaar. Een ronde schaal met witte en bruine puntjes en een paar krentenbollen. Een vegetariër maakt de puntjes open om te kijken of er nog iets tussen zit dat niet ooit geleefd heeft. (Ooit was ik voor een Europees project bij Alcatel in Stuttgart. Tijdens de lunch at ik gebakken tong. “Do you like dead fish?”, zei een Duitse lesbo naast me. Genoegzaam streek ze met een hand over haar wollen trui om die vervolgens door haar grauwgrijze vettige haar te halen. Haar mondhoeken kromden zich, waardoor twee dunne huidplooien het zwarte dons boven haar lip als een schaal omhoog hielden. “Do you want me to eat it alive?”, zei ik). Er staat ook een paar pakjes melk. Hoewel iemand mij uitdrukkelijk adviseerde om geen melk te drinken na je 35e, doet de kou van de melk mijn keel goed. Het gaat over onderwijs. De oude filosoof naast mij vraagt zich af of het toegestaan is dat studenten die een vak gehaald hebben, dat vak opnieuw doen teneinde een hoger cijfer te halen. Men is tegen. Te veel gedoe en de intrinsieke waarde van cijfers neemt af. Studenten gaan dan het eerste tentamen als generale repetitie beschouwen. Protest. Volgens een uitgenodigde studente moet de ambitie van een student die een hoger cijfer wil, beloond worden. Ze zegt het vastberaden. Weloverwogen kijkt ze vervolgens de tafel rond. Met haar jongere uitstraling pakt ze ons allemaal in. Iedereen aan tafel beseft ineens wat voor levensweg we al hebben afgelegd en hoe moe we zijn. Maar zij niet. Haar frisse haar rust zacht op haar ronde schouders, de lichtbruine ogen zijn niet alleen onschuldig maar verraderlijk charmant. Het is even stil. De voorzitter vraagt haar of ze het geen probleem vindt dat haar eigen goede cijfers zo minder waardevol worden. “Jawel, maar voor de studenten is het een voordeel”. Ze kan het professionele van het persoonlijke scheiden. De betovering breekt.
Zomaar een andere bijeenkomst. De zaal is rechthoekig en de tafel ovaal. Zij aan de ene kant van de tafel. Wij aan de andere kant. Een bonte verzameling studenten en docenten. De eerste groep is in de ruime meerderheid. De groep aan de overkant is net zo bont. Ik zit aan de zijkant zodat ik het overzicht behoud. Vind ik prettig. Mocht er brand uitbreken dan ben ik als eerste weg. Je weet maar nooit. De bijeenkomst verloopt als in een roes. Zelden pakte iets zo anders uit dan ik verwachtte. Ik was goed voorbereid, had echt mijn huiswerk gedaan. Ik verwachtte alleen te zijn. Maar nu werd ik omringd door velen. De voorzitter opent. Stelt een vraag over het niveau van de opleiding. De student tegenover hem kijkt onbeholpen naast zich om te checken of het goed is dat hij deze vraag beantwoordt. Goed gedaan. Wekt sympathie op. Alsof je jezelf opoffert voor de rest en voor het goede doel. Hij zegt dat het goed is maar dat het Engels van de docenten vaak niet zo goed is, waardoor het voor studenten lastig kan zijn om de colleges goed te volgen. “They often speak a sort of Dutch English”. Opnieuw breekt de betovering. 

Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie Technology, Strategy and Entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Het ministerie gaat het budget voor hogescholen en universiteiten vanaf 2011 volgens een nieuw systeem verdelen. Diploma’s krijgen voortaan minder gewicht in de bekostiging, terwijl er meer geld komt naar rato van het aantal onvertraagde studenten dat staat ingeschreven. Daarnaast krijgen de instellingen een vaste toelage.

Maar volgens de universiteiten komt het nieuwe systeem te vroeg. Ze kampen nog met de overgang naar het bachelor-masterstelsel. Sommige geneeskundefaculteiten reiken nog steeds doctoraaldiploma’s uit; daar komt de eerste lichting bama-studenten pas over een of twee jaar over de eindstreep.

Die overgangsfase geeft momenteel een vertekening in de bekostiging. Sommige instellingen profiteren, terwijl andere erop achteruitgaan. Zo boekt Groningen een zekere winst, terwijl de Universiteit van Amsterdam in de min staat. Eerder was al gebleken dat de TU Delft door de overgangsproblemen veertig miljoen euro was misgelopen, terwijl Tilburg juist extra miljoenen had gekregen. Delft krijgt het geld alsnog, maar het wordt uitgesmeerd over een periode van vele jaren.

Als er een nieuw systeem komt, moet dat fijnzinnig worden afgestemd op het oude, zodat er geen grote schokeffecten optreden. Maar hoe kun je het nieuwe systeem ‘ijken’, als het oude nog vertekend is? Universiteiten steggelen over de vraag hoe dat ijken precies in zijn werk zou moeten gaan en wie er dan beter of slechter uit de bus zou komen. 

Zulke overgangsproblemen zijn van voorbijgaande aard”, zegt CvB-lid Koos Duppen van de Rijksuniversiteit Groningen. “Over twee of drie jaar wordt er geen doctorandustitel meer toegekend. Dan is het systeem tot rust gekomen. Wij zeggen: voer de nieuwe bekostiging alvast in voor het hbo, maar wacht nog even met het wetenschappelijk onderwijs. Dat kan best, want het hbo-budget is gescheiden van het wo-budget. Waarom zo’n haast? De kans op structurele fouten is te groot. Het is vragen om problemen.”

Intussen gaat het ministerie onverdroten verder. “Binnenkort ontvangt universiteitenvereniging VSNU een brief hoe OCW de ijking gaat inrichten”, zegt een woordvoerder. De VSNU was niet voor commentaar bereikbaar.

 

 
 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.